Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lijken op Hem

In deze weken na Pinksteren bespreek ik het werk van de Heilige Geest. Jezus had beloofd dat Hij na Zijn heengaan een andere trooster zou zenden. Dat gebeurde op een bijzondere manier. Er staat: ‘En zij werden allen vervuld met de heilige Geest’ (Handelingen 2:4). Pinksteren houdt in dat God wil wonen in ons. Niet voor even, maar voor altijd!

Deel:

Nog dichterbij

God wil wonen in de harten van mensen.

Veel mensen vinden terecht troost in de gedachte dat God bij hen is. Heel mooi wordt dat beschreven door Psalm 139: ‘Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij. Waarheen zou ik gaan voor uw Geest, waarheen vlieden voor uw aangezicht? Steeg ik ten hemel – Gij zijt daar, of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde – Gij zijt er; nam ik vleugelen van de dageraad, ging ik wonen aan het uiterste der zee, ook daar zou uw hand mij geleiden, uw rechterhand mij vastgrijpen’ (vers 5-10). Geweldig is ook de belofte van de Here Jezus die Hij ons gaf vlak voor Zijn heengaan: En zie ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de wereld’ (Matteüs 28:20). Maar met Pinksteren komt God nog dichterbij. God neemt intrek in de harten van mensen. Hij gaat niet in een gebouw wonen, maar in de mensen die geloven, in Zijn gemeente. Paulus schrijft: ‘Weet u niet dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont?’ (1 Korintiërs 3:16). In 1 Korintiërs 12:13 wordt uitgelegd dat alle gelovigen zo samen één ‘lichaam’ vormen, het lichaam van Christus, waarvan Jezus Christus Zelf het Hoofd is.

‘Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen door één Geest gedrenkt.’

Beeld van God

Wij zeggen: ‘Aan de vrucht kent men de boom.’ Zo is het ook in het leven met God. Christenen gaan niet in de massa op, zijn geen grijze muizen. Nee, als het goed is, is aan hun leven te zien dat zij Christus kennen, dat Zijn Geest in hun harten woont. Mensen vol van Gods Geest, gaan veranderen: vanbinnen en vanbuiten. Paulus zegt in 2 Korintiërs 3:18: ‘Wij zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.’ Je mag zeggen: Gods kinderen gaan door de inwoning van de Heilige Geest steeds meer op de Here Jezus lijken. Steeds meer lijken op de Here Jezus. Wat is dat? Hoe gaat dat? Om dat duidelijk te maken, ga ik met u terug naar het verhaal van de schepping van de mens. In de Bijbel staat dat God de mens schiep naar Zijn beeld en gelijkenis. Wat betekent dat? Uiteraard is dat niet uiterlijk bedoeld. God is Geest en wij zijn mensen. We spreken wel op een menselijke manier over God. We zeggen bijvoorbeeld dat Hij ons ziet en hoort. Dat wil echter niet zeggen dat Hij ogen en oren heeft, zoals wij mensen dat hebben.

‘Beeld van God zijn’ is een moeilijk begrip. De uitleg dat de mens op aarde Gods beeld, Gods vertegenwoordiger was, wint steeds meer terrein. De roeping van de mens was God vertegenwoordigen en Hem laten zien aan mensen en dieren. ‘Beeld van God’ zijn heeft niets te maken met een plaatje, een foto of een standbeeld. Het heeft veel meer te maken met het weerspiegelen van God in het dagelijks leven.

Vruchten van de Geest

De zondeval maakte daar een einde aan. Maar gelukkig is dat niet het laatste wat de Bijbel vertelt. God gaat de gebroken relatie en het verloren beeld herstellen. Het doel van het evangelie van de komst van Jezus, het werk van Jezus, de uitstorting van de Heilige Geest en het opnieuw wonen in de harten van mensen, is om de mens te herscheppen, om op aarde opnieuw het beeld van God te zijn. Paulus schrijft dat God ons ‘van tevoren toe bestemd heeft om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters’ (Romeinen 8:29 NBV). Dat is de vrucht van de Heilige Geest. Mens zijn, zoals God het heeft bedoeld. Weer lijken op God. In Galaten 5:22 worden eigenschappen genoemd die kenmerkend zijn voor deze nieuw geboren christenen. Paulus schrijft: ‘de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld en vriendelijkheid, goedheid en geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.’ Het lijkt erop dat Paulus het over negen mooie menselijke karaktereigenschappen heeft. Niet iedereen heeft ze allemaal. Er zijn mensen die er veel van in huis hebben. Maar dat is het nu juist. Voor Paulus horen al deze eigenschappen bij elkaar. Paulus heeft het daarom niet over de vruchten (meervoud), maar de vrucht (enkelvoud). Geen of-of, maar en-en. Het gaat om één geheel. Je zou ze samen kunnen vatten in één naam, namelijk Jezus Christus. Vrucht van de Geest is steeds meer lijken op Christus. Het leven met Christus kent allerlei kleuren en schakeringen, net als een diamant. De belangrijkste daarvan is de liefde. De goddelijke liefde.

Jezus wil wonen in je hart

Liefde wordt zichtbaar in vreugde, blijdschap, vrede, geduld en vriendelijkheid, goedheid en geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Maar dat gaat niet vanzelf. Lijken op de Here Jezus is niet een kwestie van keihard je best doen. Elke dag beginnen met het voornemen om vriendelijk, liefdevol en zachtmoedig te zijn. Als je het zo aanpakt, gaat het echt niet lukken. Misschien wel voor even of voor een ochtend, maar niet als kenmerk van je verdere leven. De Bijbel zegt: Werk allereerst en altijd weer aan een bijzondere relatie met de Here Jezus. Hij wil wonen in je hart. Luister naar Zijn stem, als je Zijn Woord leest. Overleg met Hem, als je bidt. Laat de Here Jezus het centrum van jouw leven zijn. Vraag de Heilige Geest of Hij je daarbij wil helpen. Dan mag je vrucht verwachten. Die gaat vast en zeker komen. De vrucht van het gaan lijken op de Here Jezus. De vrucht van de Geest is dus niet iets wat jijzelf doet of verandert. Nee, het is Jezus Zelf die jou verandert, omdat Hij heel dicht bij je is. Hij woont in je. Een kind van God leeft uit en door Hem. Zoals een rank ook alleen maar vrucht kan dragen als deze verbonden is met de wijnstok.  ‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen’ (Johannes 15:5).

Geschreven door

Arie van der Veer

--:--