Lintjes, toespraken en bakstenen
18 maart 2009 · 12:15
Update: 3 januari 2023 · 16:48
In 2001 streek hij met zijn gezin neer in het kerkelijke vissersdorp Katwijk. CDA-burgemeester Jos Wienen (1960) studeerde geschiedenis en theologie, en gaat zo’n zeventien zondagen per jaar voor op kansels buiten Katwijk. Hij vertelt over de zon- en schaduwkanten van zijn ambt, een Willibrord-standbeeld, de Soefitempel in de duinen én eieren tegen het raam.
Wienen is zo’n dertig minuten te laat voor dit interview: zijn vorige afspraak liep uit. Het illustreert zijn bomvolle agenda. “Het hoort erbij,” zegt hij met een glimlach als hij arriveert. “Als burgemeester heb je nooit gewone kantoortijden. Koffie?”
Snijvlak
In zijn jongere jaren leek het erop dat Wienen afstevende op een carrière als historicus of theoloog. Maar nadat hij beide studies had afgerond, trad hij in dienst van de Hervormde Kerk: als staffunctionaris maatschappelijke activering hield hij zich bezig met het snijvlak tussen kerk en samenleving. Daarna was hij wethouder in zijn geboorteplaats, Ridderkerk. In 2001 werd hij beëdigd als burgemeester van Katwijk. Tot 1 januari 2008 was hij tevens vice-voorzitter van het EO-bestuur.
“Het is een fantastische baan,” benadrukt de burgervader. “Als bestuurder sta ik heel dicht bij de mensen. Ik heb hier bijvoorbeeld elke week een inloopspreekuur – dat kan nog net in een gemeente met ruim zestigduizend inwoners. Direct contact met mensen ervaar ik als heel waardevol. Het aardige is dat ik het meteen kan relateren aan verantwoordelijkheden die ik heb voor het bestuur. Daarnaast opereer ik op het snijvlak van grote projecten – denk aan infrastructuur en ruimtelijke ordening –, waar ik samen met andere overheden bij betrokken ben, zowel op landelijk als op provinciaal niveau. Die combinatie van de grote lijnen en de impact die het heeft op lokaal niveau, maakt dit werk ontzettend leuk.”
Bij de uitoefening van zijn ambt speelt Wienens christelijke achtergrond een duidelijke rol. “Het Evangelie is een voortdurende bron van bezinning en inspiratie als het gaat om het opkomen voor zwakken, geven van recht, waken voor rust en veiligheid, en zorg voor de schepping.”
Gezicht
Bij het woord burgemeester rijzen bij ‘gewone gemeenteleden’ automatisch beelden van aubades op Koninginnedag, bezoekjes aan jubilarissen en toespraken tijdens plechtigheden. “Op allerlei momenten mag ik namens de gemeenschap een rol spelen, en het gezicht zijn van het gemeentebestuur. Die representatieve kant van mijn werk ervaar ik als een groot voorrecht.”
Zitten er ook schaduwkanten aan het burgemeesterschap?
“Het is natuurlijk niet altijd ideaal. Ik zou wat meer tijd willen hebben voor andere activiteiten, bijvoorbeeld het lezen van goede boeken. En soms heb ik te maken met burgers die ontevreden of zelfs boos zijn om bepaalde zaken. Ik vind het niet erg om daarop te worden aangesproken, ook niet als het niet direct mijn zaak is, maar iets van de gemeente. Het is wél lastig als mijn gezinsleden daarmee te maken krijgen. We hebben ooit een steen door de ruit gekregen. Dat is natuurlijk heel onprettig. Op Koninginnedag hebben we wel eens eieren tegen het raam gehad. Dat was puur kwajongenswerk.”
Hoe gaat u om met bijvoorbeeld evenementen op zondag?
“Dat is hier een gevoelig punt. In Katwijk houden we strikt de hand aan de bepalingen van de zondagswet. In de meeste gemeenten is dat een volstrekt lege huls; bij ons niet.”
U hebt destijds gezworen dat u de wetten van de rijksoverheid zult uitvoeren. Heeft dat u wel eens moeite gekost?
“Niet in die zin dat ik het gevoel had dat ik met mijn geweten in de knel kwam. Maar er zijn situaties geweest waarbij ik verzuchtte: ‘Dit is absurd.’”
Minimumloon
Een voorbeeld is snel gevonden: “Op het spreekuur kwam eens een Nederlander die getrouwd is met een universitair geschoolde vrouw uit Latijns-Amerika. Zij waren ruim zestien jaar gehuwd. Samen hadden ze op allerlei plekken in de wereld gewoond en gewerkt, als vrijwilligers en in betaalde functies. Op een gegeven moment wilde die man terugkeren naar Nederland. Hij kwam oorspronkelijk uit Katwijk, vond hier een huis en een baan. Op een dag kreeg hij te horen: ‘U en uw kinderen kunnen hier blijven wonen, maar uw vrouw moet weg.’ In de Nederlandse wetgeving staat namelijk dat je je vrouw pas mag laten overkomen als je minstens zoveel procent boven het minimumloon verdient in een vaste baan. ‘U hebt een baan met een voorlopig contract en voldoet niet aan de eis, dus uw vrouw moet weg.’”
Uw burgemeesterstenen trokken krom?
“Ik snap wel waarom die wetgeving er is; zij is bedoeld om importbruiden tegen te gaan. Maar deze toepassing vond ik echt absurd. In principe heb ik hier niets over te zeggen, omdat het niet mijn terrein is. Maar hij kwam op het inloopspreekuur met zijn probleem en dus heb ik geprobeerd te bemiddelen. Dat had uiteindelijk gelukkig wel het gewenste resultaat.”
Willibrord-standbeeld
In 2007 haalde Wienen de landelijke pers met zijn suggestie om een Willibrord-standbeeld op te richten in Katwijk. Hoe is het daarmee afgelopen? “Zoiets is niet één-twee-drie voor elkaar. Ik heb er naar aanleiding van de nationale geschiedeniscanon voor gepleit. Katwijk heeft vier raakvlakken met de canon; één ervan is de komst van Willibrord in 690 na Christus. Hij landde in Katwijk. Het is jammer dat niets aan hem herinnert – het is een van de belangrijkste feiten uit de Nederlandse geschiedenis! We zijn nog op zoek naar een kunstenaar en kijken naar de financiering.”
Uitgerekend hier, waar Willibrord aan land ging, staat de enige Soefitempel ter wereld, waar verkondigd wordt dat alle wegen uiteindelijk naar dezelfde god leiden.
“Toen ik die tempel voor het eerst zag, dacht ik: ‘Het is toch eigenlijk onvoorstelbaar dat een tempel van een andere godsdienst uitgerekend in dit zeer kerkelijke dorp staat!’ En dan ook nog in het duinengebied, waar bouwen nu absoluut onmogelijk is. Dat heeft een bepaalde geschiedenis. Maar er zit een andere kant aan, en daarmee kom je op een voor mij heel wezenlijk punt. Er wordt vaak gezegd dat christenen onverdraagzaam zijn. Zelf beleef ik dat anders. Hier in mijn werkkamer staat niet voor niets een portret van Willem van Oranje. In de Nederlandse geschiedenis is het christendom geen perron van onverdraagzaamheid, maar de basis van een bijzondere verdraagzaamheid. Wij willen vanouds een land zijn waarin mensen naar hun diepste overtuiging mogen leven. Mensen als Willem van Oranje zagen in dat de verhouding tot God iets is waar de mens in zijn eigen geweten voor verantwoordelijk is. Daar mag de overheid zich niet in mengen. Ik mag als burgemeester wel een eigen opvatting hebben, en die heb ik ook, maar ik maak me er hard voor dat anderen naar hún diepste overtuiging kunnen leven.”
Inclusief Katwijkse soefi’s en moslims?
“Het is dramatisch dat de kerken teruglopen in ons land, maar het laatste wat we zouden moeten doen, is anderen verbieden volgens hun godsdienst te leven. Geloof is een zaak van het geweten. Daar zal ik – juist als christen – altijd pal voor staan.”