Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lise (49) moest afscheid nemen van haar kinderwens

‘Ik wilde een Pippi Langkous-huis vol kinderen en gezelligheid!’

Ze komt zelf uit een gezin met vier kinderen en droomde daar dus ook van. Journalist Lise van der Eijk wilde “een soort Pippi Langkous-huis vol kinderen, met twee honden”. Kortom, een huis vol gezelligheid, maar dat gebeurde niet. Naarmate de jaren verstreken, werd de droom van vier kinderen gereduceerd naar twee om uiteindelijk met niets te eindigen. “Het voelt alsof een heel groot deel van het leven aan je voorbijgaat.”

Deel:

In haar Amsterdamse woning staat een grote boekenkast die verraadt dat de journaliste veel van de wereld heeft gezien. Op de sfeervol gedekte tafel staat een variatie aan kleur. Ook twee schaaltjes met dampende soep. “Hou je van koriander?”, vraagt de gastvrouw met een kruidenschaar in de aanslag. In de vensterbank staat een aantal verse kruiden. “Ik heb ook Libanees brood met smeerseltjes. Tast toe!” Lise houdt ervan om sfeer te maken en mensen over de vloer te hebben. Over de vraag of ze gelukkig is, hoeft ze geen seconde na te denken. Een volmondig “ja” is het antwoord. Hoewel ze verschillende relaties heeft gehad, is ze momenteel single en kwam het er nooit van om moeder te worden. “Moederschap raakt voor mij aan een heel emotioneel iets. Je hebt het over je vrouw-zijn. Ik moest die diep gekoesterde wens loslaten en dat doet pijn.”

Je zegt nu gelukkig te zijn, maar hoe was dat 15 jaar geleden?

“Ik ben iemand die haar hele ziel en zaligheid ergens ingooit, dus ook in een relatie. Als dan je hart een paar keer wordt gebroken, nou ja, dat was best wel pittig. Op een gegeven moment was ik zo bang om weer gekwetst te worden, dat ik een muurtje om mezelf heb gebouwd. Toen ik eindelijk de moed kreeg om me weer open te stellen voor een relatie, was ik alweer wat ouder en dan gaat de vraag toch spelen: wat als ik moeder wil worden? Ik was toen begin dertig, dus ik maakte me niet direct zorgen, maar naarmate de jaren verstreken, dacht ik: oei, ik word er niet jonger op. Het werd ook pijnlijker, omdat al mijn vriendinnen relaties kregen en gingen trouwen. Ik kon ontzettend blij zijn voor hen, maar ergens had ik ook het gevoel: gaat het mij nog wel gebeuren?”

Wat doet dat met je vrouw-zijn?

“Ja heel veel. Heel mijn lijf is erop gebouwd om kinderen te krijgen. En in mij is de behoefte om te koesteren en zorgen heel erg aanwezig, maar dat kon ik dan niet kwijt. Dat kon soms letterlijk lijfelijk pijn doen. Het deed gewoon pijn in mijn hart als ik moeders met kinderwagens zag. Dan had ik ook geen zin in kinderfeestjes van vriendinnen, want het gaat daar natuurlijk altijd over ‘jouw kind dit’, ‘jouw kind dat’. Natuurlijk hoort dat erbij, maar dat is hun wereld en als je de enige bent zonder kinderen en ook zonder relatie – anders kun je het daar nog over hebben – dan merk je gewoon dat mensen geen tekst meer hebben. Dus het voelt alsof een heel groot deel van het leven aan je voorbijgaat. Je maakt geen zwangerschap mee, geen bevalling, geen eerste verjaardag, geen eerste stapjes. Dit soort live-events vallen weg en dat heb ik best als heftig ervaren. Het voelde als een leegte. Wie was ik dan nog? Ik heb ook geen partner. Dus ik ben ook niet een vrouw voor iemand anders. Ik ben vrouwelijk, maar ik was meer een ‘het’ geworden.

Het deed gewoon pijn in mijn hart als ik moeders met kinderwagens zag
Durven mensen erover te praten met je?

“Hele dierbare vriendinnen wel. Maar ik heb er ook vriendschappen door verloren. Ze zagen mij worstelen, maar begrepen het niet. Ik wilde zó graag moeder worden, maar wat waren mijn opties? Ik wist dat er veel kanalen waren: via donoren, pleegzorg of adoptie. Adoptie vond ik prachtig: ik wil graag een kind en er is ook een kind dat graag een moeder wil. Ik ben voor Metterdaad (tv-programma van de EO over hulpverlening, red.) zoveel op reis geweest en mensen die mij kennen weten dat ik al een heel huis vol kinderen had gehad als ik ze allemaal mee kon nemen. Ik weet zeker dat ik heel veel kan houden van een kindje dat misschien niet in mijn buik is gegroeid, maar wel in mijn hart. Ik heb me toen aangemeld bij een adoptiebureau en moest door een screening.”

En toch loopt hier geen kindje rond?

“Nee, en dat is heel pijnlijk. Als single kun je maar uit een beperkt aantal landen kiezen, want de landen van herkomst bepalen de voorwaarden. Ik koos Zuid-Afrika, maar ze hadden op dat moment geen match. Achteraf had ik wel terug kunnen gaan naar de Raad van de Kinderbescherming om mijn voorwaarden op te rekken of te veranderen, maar ik wist dat ik dit proces heel biddend was begonnen. Ik had tegen God gezegd: ‘Heer, ik noem ruime voorwaarden waarvan ik denk dat ik het aan kan en dan is het aan U.’ En toen ging de deur dicht. Dat vond ik heel ingewikkeld, want voor mij voelde het als mijn laatste kans. Vreselijk was dat. Mijn werk voor Metterdaad werd toen eigenlijk mijn redding. Hierin kon ik betekenis geven en mensen steunen in moeilijke situaties. Ook werd mijn blik verruimd doordat ik zoveel zag in verschillende landen. Dan dacht ik: wacht eens even. Lies, jij hebt het eigenlijk super goed. Kijk eens wat je allemaal wel hebt. Dat gaf een heel ander perspectief.”

De deur voor adoptie ging dicht. Dat vond ik heel ingewikkeld, want voor mij voelde het als mijn laatste kans.
Maar je kunt het een toch niet tegen het andere wegstrepen?

“Precies. Dat heb ik wel een tijdje gedaan. Dan stop je je droom om moeder te worden weg en komt het als een boemerang terug. Voor mij was dat op het moment dat de adoptie niet doorging. Toen was ik zo’n 42. Het was ergens eind januari toen ik dat telefoontje kreeg, want ik had mijn aanmeldingsbrief met Kerst verstuurd. Dat vond ik wel mooi symbolisch. Als een lichtpuntje in het donker, een nieuw begin. Na het telefoontje zat ik een beetje versuft en geloofde het eigenlijk niet. Ik kan heel moeilijk huilen, dat vind ik ingewikkeld, maar na dat redelijk zakelijke telefoontje kwamen de tranen. Daarna stortte ik in en raakte in een depressie. Op mijn werk zette ik natuurlijk een masker op, maar verder trok ik me heel erg terug. Een paar jaar lang worstelde ik met de vraag: hoe nu verder?”

En had je daar gesprekken over met Boven? Of was daar de deur dicht?

“Daar was wel de deur dicht! Ik was boos, want waarom was moeder-zijn niet voor mij weggelegd? Die vraag had ik lange tijd op afstand gehouden, omdat ik vond dat er wel ergere dingen in de wereld waren, maar dat lukte niet meer. Ik kon het heel slecht hebben als mensen dan teksten gaven van: ‘Oh, God ziet de verlangens van je hart.’ Ik dacht alleen maar: rot op! De verlangens van mijn hart? Hij heeft die van mij even gemist. En dat voelde dan weer slecht, omdat ik ook niet geloof dat God een Sinterklaas is. Maar ik dacht wel: waar bent U dan?

Ik weet het nog heel goed dat ik op een ochtend in mijn slaapkamer stond en een stem hoorde. Ja, dat klinkt natuurlijk heel vaag, maar ik hoorde een stem in mijn hoofd en ik wist dat ik het niet zelf was. Die stem zei: ’Wie zeg jij dat Ik ben? Ben Ik goed of ben Ik het niet?’ Ik wist het meteen: dit is precies de essentie van alles! Hier liep ik op stuk: geloofde ik dat God goed is of niet? Ik wist dat ik hier antwoord op moest geven, want ik voelde: dit is waarheid.”

Ik was boos, want waarom was moeder-zijn niet voor mij weggelegd
Maar kon je dat?

“Ik moest! Ik wist intuïtief: als ik ‘nee’ zeg, dan is dat het einde van mijn persoonlijke geloof, want je hebt niks aan een God die niet goed is. Maar kon ik ‘ja’ zeggen? En dat kon ik, dat is het rare. Ik heb zoveel van Gods liefde gezien, dat ik gewoon niet kan zeggen dat God niet goed is. Als ik naar Jezus kijk, Die the ultimate goodness is, wat is daar niet goed aan? Dus stampvoetend zei ik: ‘Ja, ja, ja! U bent goed, maar ik vind niks goed aan mijn situatie!’ Ik zei het hardop in de slaapkamer, waar niemand het hoorde, maar het was voor mij de sleutel tot een totale verandering. Ik kreeg niet een andere situatie, maar een diep vertrouwen dat het goed is. Dat emotioneert mij nog steeds. Het is misschien heel raar, want het is natuurlijk nog steeds een gemis en tegelijkertijd is God genoeg.

Misschien is voor mij wel het grootste wonder dat ik mijn geloof niet ben verloren, maar dat ik met heel veel plezier in het leven sta en geleerd heb dat ondanks alles het leven en God goed is, ook voor mij. En dat is natuurlijk een heel andere uitkomst dan ik had verwacht. Dus mijn situatie is niet anders, maar ik ben anders.” Wat Lise met een twinkeling in haar ogen aanvult: "Dat betekent niet dat een leuke man niet meer welkom is."

Lise reisde voor EO Metterdaad naar Bulgarije voor de campagne ‘Geef moeders en kinderen wereldwijd een goede start.’ 

Ze schreef deze column over haar belevenissen.

Geschreven door

Jeannette Coppoolse

--:--