Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Mijn vader kreeg een hersenbloeding

'Omdat hij zelf neuroloog is, weet hij wanneer iets foute boel is'

In de bloedhete zomer van 2019 lag Elines vader in het ziekenhuis met een hersenbloeding. Een intense periode breekt aan – maar hij herstelt, tegen de verwachtingen in. Eline vertelt hoe het voor haar was en wat ze leerde over God.

Deel:

Het was zondagmiddag, 14 juli. Mijn man en ik hadden net een stadje bezocht en reden richting onze chambre d’hôte in Frankrijk. We hadden een rustige avond aan het zwembad voor de boeg, de volgende morgen zouden we vertrekken. Ik pakte mijn mobiel – twee gemiste oproepen van mijn moeder. Wat vreemd, waarom belt ze in de vakantie? Ook mijn man had ze geprobeerd te bellen. Is er iets met oma?

Ik belde mijn moeder terug en kreeg haar meteen aan de lijn. ‘Niet schrikken hoor, papa is net met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Hij is onwel geworden, ze onderzoeken hem nu. Je hoeft je geen zorgen te maken, jullie hoeven niet direct naar huis te komen.’ Mijn moeder kan zich niets meer van dat gesprek herinneren.

Ernstige hersenbloeding

De wereld stond even stil. Mijn vader, naar het ziekenhuis? Onwel geworden, dat klinkt niet per se ernstig. Misschien is hij flauwgevallen. Maar een ambulance? We besloten toch maar diezelfde avond te gaan rijden. Tijdens het inpakken belde mijn schoonzus. Ze was met mijn moeder in het ziekenhuis, waar ze de uitslag van de hersenscans hadden afgewacht. ‘Nou Elien, het is allemaal niet niks hoor… Kunnen jullie komen? Pa heeft een ernstige hersenbloeding. De artsen zijn ongerust.’ Ze klonk in paniek.

Een kwartier later zaten we in de auto. Nog zes uur te gaan tot Goes – iets korter met Flitsmeister. Ondertussen appte mijn broer dat we naar Antwerpen moesten komen, omdat mijn vader daarheen werd gebracht – daar konden ze hem opereren, ‘maar hopelijk is dat niet nodig’. Even later een appje: ‘Ze gaan hem nu opereren. Duurt twintig minuten.’

Ik voelde me machteloos: misschien zou ik mijn vader nooit meer in leven zien

Die twintig minuten werden er vijftig, de spannendste minuten van m’n leven. Ik voelde me compleet machteloos. Misschien zou ik mijn vader nooit meer in leven zien. Mijn man en ik baden hardop in de auto en ik appte mijn vriendinnen of ze alsjeblieft mee wilden bidden. Heer, alstublieft, houd mijn vader in leven.

Toen het appje: ‘Operatie is geslaagd. Dankbaar dat er geen direct levensgevaar is.’ Huilen van opluchting. Doorrijden, nog anderhalf uur tot Antwerpen. Vijf minuten later kregen we autopech en moesten we drie uur wachten op de Belgische wegenwacht.

Huilen

Na een gebroken nacht konden we pas de volgende dag mijn vader bezoeken. Wat is de wachtkamer van de IC een vreselijke plek. Akelige stilte, ziekenhuisgeur, huilende, bleke mensen om je heen. Een verpleegkundige komt ons ophalen. Daar, om de hoek, ligt papa. Mijn grote, sterke, lieve papa. Wat is het heftig om iemand die je zo liefhebt, in een ziekenhuisbed te zien liggen. Zoveel snoeren, piepende apparaten. Een drain in z’n hoofd. Bloeddrukmeter, centrale lijn, beademing. Hij zag er zwak uit, praatte onduidelijk. Hij glimlachte toen ik z’n hand aanraakte. Ik huilde onafgebroken.

Wat is het heftig om iemand die je zo liefhebt, in een ziekenhuisbed te zien liggen
Hersenbloeding_neuroloog_elines_vader.jpg

De linkerhelft van zijn lichaam was verlamd, maar mentaal leek hij weinig aangetast. Een van de eerste dagen vroeg hij hoe onze vakantie was, met de auto die we van hem hadden geleend (‘Heel goed!’ – dat die bij een garage bij Namen stond, zeiden we maar niet). Toen mijn broer bijna flauwviel en op een stoeltje moest gaan zitten, vroeg hij of het met hem ging. Dat bracht verlichting.

Ups en downs

Twee keer per dag mochten we hem bezoeken, mijn moeder heeft geen keer overgeslagen. Zo vaak als we konden gingen mijn man en ik mee. Elke keer was het weer spannend. Hoe was het met zijn bloeddruk, en de drain? Had hij zin in het eten en drinken dat we hadden meegebracht? Perzik uit blik, gevulde koek, koffie, yoghurt? Langzaam maakte hij stapjes in de goede richting. Na een week IC mocht mijn vader naar de medium care, twee weken later naar de afdeling neurochirurgie.

De artsen en verpleegkundigen waren positief gestemd, maar de drain bleef nodig. Op een warme zondagmiddag was mijn vader ongerust. Omdat hij zelf neuroloog is, weet hij precies wanneer iets foute boel is. Aan zijn arm en hoofd merkte hij dat hij waarschijnlijk hersenvliesontsteking had. Nog toen wij bij hem zaten, kwamen ze hem halen om te opereren. Hersenvliesontsteking. We keken toe hoe zijn bed uit de kamer werd gereden.

Heer, wees in de operatiekamer. Zorg voor papa.

Het leven thuis

Het leven is raar als iemand van wie je houdt, in het ziekenhuis ligt. De halve week waren we bij mijn moeder. Tussen de ziekenhuisbezoekjes door keken we hele seizoenen van het kampeerprogramma We zijn er bijna. Af en toe gingen we naar de stad om iets te halen voor m’n vader: een ventilatortje, een tijdschrift, een fotolijst. We skipten verjaardagen en barbecues. Daar staat je hoofd echt niet naar.

We baden en lazen uit de Bijbel, met overdenkingen uit Als het leven anders gaat van C.G. Geluk. We namen boeketten aan bij de voordeur en lazen honderden kaartjes van mensen die meeleefden. Toen wij doordeweeks moesten werken, is mijn moeder goed opgevangen; er werd voor haar gekookt en vrienden reden mee naar het ziekenhuis als mijn broers of ik dat niet konden. Wat is het dan fijn om een kerkelijke gemeente om je heen te hebben.

Wonderlijk

Los van een paar spannende dagen – hersenvlies-, kies- en blaasontsteking – ging mijn vader vooruit. Na vijf weken Antwerpen mocht hij naar ziekenhuis Goes, twee weken later naar het revalidatiecentrum. Heerlijk om in de nazomerzon een rondje met hem in de rolstoel te kunnen lopen. Waar we in het ziekenhuis fantaseerden over simpel geluk als samen koffiedrinken in de achtertuin, mocht hij in september weer thuis wonen. Van rolstoel naar wandelstok, van kinderluisterboeken tot zelf de krant weer lezen. Hij herstelde. Nu, ruim een jaar later, kan hij kilometers lopen op eigen kracht en is hij weer deels aan het werk. En kan hij – zowel als professional als ervaringsdeskundige – vertellen hoe je je hersenen kunt trainen. Wat een wonder.

Het waren intense maanden. Met maar één overleden opa had ik nog niet veel lijden meegemaakt. Nu weet ik wat het is om je compleet machteloos te voelen. Hoe je lichaam reageert op die angst en onzekerheid. Dat je soms niet anders kunt dan huilen, maar dat je het ook nodig hebt om naar een campingprogramma te kijken, of een bak kibbeling te eten aan de keukentafel.

We mogen het aan Hem overlaten, je kunt niet anders

Hoe lastig het ook was, ik weet dat God erbij was. In de ziekenhuiskamer beeldde ik me in dat Jezus naast papa’s bed zat. Als wij naar huis gingen, bleef Hij bij hem. Klinkt zweverig als gereformeerd meisje, maar dat idee gaf me zoveel rust. We mogen het loslaten, overlaten aan Hem. Je kunt niet anders. We hielden ons vast aan de bekende woorden uit Psalm 23: ‘Zelfs al ga ik door een donker dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij.’

Wonderen bestaan nog. De artsen stonden versteld hoe mijn vader is opgeknapt. Door alle trainingen voelt hij zich nu zelfs beter dan ooit. Door God zijn mensen tot veel in staat. Vanaf de eerste week oefende mijn vader zijn linkerhand al met een stressballetje, en mijn moeder heeft zich altijd sterk gehouden aan het ziekenhuisbed.

Ik besef dat het leven een geschenk is

Ik besef dat het leven een geschenk is. We ervaarden Gods liefde in elkaar als familie, door vrienden en gemeenteleden, door geluksmomentjes, hoe klein ook. Ik ben nu bewuster dankbaar en probeer meer in het moment te genieten. Als we bij mijn ouders zijn, wandelen we veel en nemen we uitgebreid de tijd voor koffie. Waar mijn vader eerst vanachter zijn krant ‘Doei hè’ kon zeggen als mijn man en ik weer naar huis vertrokken, loopt hij nu mee naar de auto om ons uit te zwaaien.

Eind goed al goed, kun je denken – lekker makkelijk om dan op God te vertrouwen. Maar dit alles heeft mij geleerd dat God er áltijd is. Misschien gebeurt er morgen iets vreselijks. Ja, dan ben ik intens verdrietig. Maar dan heb ik een Fundament. Zoals Corrie ten Boom zei: ‘Er is geen put zo diep, of Gods liefde gaat dieper.’ God zegt niet dat er met Hem geen moeilijke dingen gebeuren, maar wel dat Hij er met ons doorheen gaat. Voor Eva mag ik vele vrouwen spreken die daar ook over getuigen – zoals Diana die MS heeft en Gerda wiens man Parkinson kreeg. Met dit soort verhalen moeten we elkaar blijven bemoedigen. Hij laat niet los wat Zijn hand begon. Daarop wil ik vertrouwen.

Lees ook: Mireilles vader heeft vasculaire dementie

Geschreven door

Eline van Lindenberg

--:--