Navigatie overslaan
Sluit je aan
Journalist Natascha.
© Deborah van Dam / EO

Natascha van Weezel is soms bang om haar da­vid­ster­ket­ting te dragen: 'Toch blijf ik zoeken naar verbinding'

Interview

vandaag · 21:57| Leestijd:8 min

Update: vandaag · 21:57

Ze merkt het elke dag weer: je bent pro-Palestina of pro-Israël. Alles daartussenin mag niet bestaan. Maar voor journalist Natascha van Weezel is het ‘stille midden’ juist de plek waar ze wil zijn. “Ik wil de dialoog weer op gang brengen.”

Al meer dan tien jaar zet de Joodse Natascha zich in voor de dialoog tussen Jood en moslim, waarbij het conflict tussen Israël en Palestina nooit ver weg is. Toen dat op 7 oktober 2023 een nieuwe wrede fase inging, schreef ze alles wat het bij haar losmaakte op in haar boek Hoe houd je je hart zacht?
De titel is geïnspireerd op de woorden die haar vader, de bekende journalist Max van Weezel, altijd tegen haar zei. “Tascha, houd je hart zacht.” Het werd de basis van haar missie en ook de enige manier om die zelf vol te houden. En daar wil ze graag over vertellen.

Het lukt haar alleen niet om in haar drukke agenda een moment te vinden om even rustig af te spreken. “Laten we het gesprek dan telefonisch beginnen en zien hoever we komen, oké?” Ondertussen is ze met de tram onderweg naar haar twee kinderen in de opvang. Op de achtergrond klinkt nog een ‘goedemiddag’ tegen een onzichtbare chauffeur.
Op het moment dat ze haar verhaal doet, is de oorlog in Gaza nog volop bezig en lijkt een bestand ver weg. “Het wordt misschien nog veel erger, maar het is toch te verdrietig voor woorden dat dat ons hier ook zo verdeelt? Een conflict ver weg los je echt niet op door elkaar hier ook in de haren te vliegen.”

Natascha van Weezel maakt samen met Bart Wallet, hoogleraar Joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam, voor de EO de podcast 'Wallet & Van Weezel' over wat er leeft in en rondom de Joodse wereld.

spotify

De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

En toch gebeurt dat nu. Dus: hoe houd je je hart zacht?

“Deze oorlog emotioneert mij ontzettend en is in mijn ogen heel complex. Dan zijn er mensen die zeggen: ‘Dat mag je niet zo formuleren, want het is helemaal niet ingewikkeld. Als Hamas de wapens neerlegt, is het klaar.’ Anderen zeggen weer: ‘Niks complex, het is een genocide.’ Maar dan ga je voorbij aan de emoties van mensen die bijvoorbeeld familieleden in Israël of Palestina hebben wonen. Ondertussen wordt verwacht dat je voor of tegen kiest. Het is een soort nieuwe verbeten religie van het gelijk die vrienden, families en kerkgemeenschappen uit elkaar drijft.

Maar een absolute waarheid bestaat niet. Er zijn wel feiten, maar ook verschillende lezingen daarvan. Dus je moet echt met elkaar blijven praten, ook als het pijnlijk is. Laat je niet overspoelen door emoties en houd empathie.”

“Ik heb ook mijn mening, maar ik probeer die bij mezelf te houden en in plaats daarvan vragen te stellen aan de ander. ‘Als jij dit zegt, dan komt dat zo op mij over. Bedoel je dat ook? Wil je weten wat Israël voor mij betekent? Ik wil graag weten wat Palestina voor jou betekent. En waar zit het verdriet?’ Want dat is het hè? Onder alle meningen en woede zit vaak een andere emotie: verdriet.”

Je zet je al meer dan tien jaar in voor onderlinge verbinding. Waarom eigenlijk?

“Als kind gingen we vaak naar Israël. Dat was meer dan familiebezoek; het was onderdeel van mijn opvoeding. Mijn ouders namen me al jong mee naar de Westbank. Ik zag ook wat Israël niet goed deed en ben opgevoed met het idee dat de Palestijnen recht hebben op een eigen staat. Sowieso dat ieder mens er mag zijn zoals hij is. Zo sta ik in het leven.

Later, tijdens die andere Gazaoorlog in 2014, zag ik hoe vrienden op Facebook elkaar aanvielen met berichten als ‘Jij steunt een terroristische organisatie’ of ‘Jij steunt een terroristisch land’. Ik schrok daarvan.

Aan die oorlog zelf kon ik niks veranderen, maar wel aan de manier waarop we hier in ons eigen Nederland met elkaar omgingen. Dus ik ging me inzetten voor de dialoog tussen moslims en Joden. Onder andere door een dialooggroep. Tien jaar lang. En dat is nu helemaal gestopt. Dat doet mij nog de meeste pijn.”

Mensen noemen me soms een zelf-hatende Jood

Waarom stopt een dialooggroep juist op het moment dat deze nodig is?

“Mensen uit de groep zeggen heel nare dingen over elkaar. Ook tegen mij. Omdat ik pleit voor verdraagzaamheid, zeggen sommigen dat ik medeplichtig ben aan genocide. En mensen uit de Joodse gemeenschap noemen me een zelf-hatende Jood, want ik heb te veel begrip voor de Palestijnen.

Kortom: anderen bepalen voor mij en voor elkaar wat je wel of niet mag vinden of voelen. Vind je iets anders, dan sta je aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Dat zijn grote woorden, toch? Dat is geen verdraagzaamheid.”

Denk je dan niet: ik stop ermee?

“Nee, dat kan ik niet. Ik denk er voortdurend aan. En natuurlijk overweeg ik ook weleens om iets anders te gaan doen. Alleen nog maar columns over het moederschap schrijven, of zo. Maar dan ga ik aan de slag en dan komt het er toch weer uit. Ik kan niet anders. O, moment. Ik moet even overstappen naar een andere tram.”

Voelt het wel veilig om zo open over dit onderwerp te praten in de tram?

“Ja hoor, er zit bijna niemand.”

Die uitspraak zegt al genoeg toch?

“Ja, dat is ook zo. Een bekende zei pas tegen me: ‘Wat goed dat je je davidsterketting nog draagt!’ Heel lief bedoeld hoor, maar dat doet me veel. Ik ben weleens bang om ’m openlijk te dragen en ik kijk inderdaad over mijn schouder.

Ik kan me natuurlijk ook veilig terugtrekken in mijn eigen gemeenschap, maar ik wil trouw blijven aan wie ik ben. Ik geloof in empathie, in naar elkaar luisteren en dat onze verhalen naast elkaar kunnen bestaan in plaats van te moeten kiezen. Dat is wat ik mijn kinderen wil leren.”

Is er ook een grens aan jouw verdraagzaamheid?

“Ja, als mensen Hamas verheerlijken of twijfelen aan het bestaansrecht van Israël. Of wacht: iemand mag mij wel vertellen waarom hij vindt dat Hamas gewapend verzet is en waarom dat goed is. Maar diegene moet dan ook kunnen begrijpen dat ik daar moeite mee heb. Zo niet, dan zijn we klaar.”

Ik vind het eng dat mensen steeds vaker openlijk twijfelen aan het bestaansrecht van Israël

Is er echt steeds minder ruimte voor verschillende meningen naast elkaar?

“Ik ben geen wetenschapper, maar dat idee heb ik wel. En ik denk ook dat social media daar een rol in spelen; we hebben er wel erg goed geleerd onze mening te spuien zonder een antwoord terug te verwachten. Om maar te zwijgen over fakenieuws en algoritmes.

En dat gaat natuurlijk verder dan Israël-Palestina. Dat is toevallig een thema waar ik veel mee bezig ben en mee te maken heb omdat ik Joods ben. Dat laatste is ook heel zorgelijk: ik en ook anderen worden bedreigd om het feit dat we Joods zijn. Ik zou wel willen dat de samenleving daar steviger tegen opstaat.”

Is er een grens aan hoelang je hiermee kunt doorgaan?

“Ik haat het om te zeggen, maar de laatste tijd vraag ik me dat wel af. Het narratief over Israël is ook zo veranderd. Ik proef weerzin. En dat komt ook door de regering-Netanyahu, waar, naar mijn mening, extremisten in zitten. Ik kan absoluut niet steunen wat zij doen, dit is niet het land waarvan ik altijd hield. Maar ik ben wel honderd procent voor het bestaan van Israël. Ik vind het heel eng dat mensen steeds vaker openlijk twijfelen aan het bestaansrecht van Israël.

Daarom wil ik de dialoog weer op gang brengen. De dialoog zit in iedereen: de meeste mensen willen helemaal geen oorlog, geen polarisatie en geen geweld.”

Waar haal je je kracht daarvoor vandaan?

“Bij mijn ouders. Met mijn moeder praat ik veel. Zij heeft zich haar hele leven voor vrede ingezet. En mijn vader is in 2019 overleden, maar ik hoor zijn stem nog altijd in mijn hoofd. En bij mijn kinderen. Ik wil dat zij veilig zijn en dat zij straks op school kunnen zeggen: ‘Hee, wij zijn Joods, jij bent moslim en jij bent hindoe en dat is oké.’ Dat is het land waar ik van droom. En soms zie ik daar al iets van.”

Hoe?

“Bij de oppas van mijn zoontje, bijvoorbeeld. Zij is een religieuze moslima met een hoofddoek. Toen we elkaar voor het eerst zagen, zei ik gelijk: ‘Ik ben wel Joods en mijn kinderen dus ook. Misschien heb jij daar moeite mee door de situatie in de wereld.’

Het is bizar, ik weet het, maar zo ben ik dus ook gaan denken. Ik was onaangenaam verrast toen ik mezelf dat hoorde zeggen. Toen zei ze: ‘Hè? Iedereen is toch gewoon mens. Wat maakt mij dat nu uit?’ We zijn nu een half jaar verder en mijn zoontje is dol op haar. Ze gaat elke week met hem naar de kinderboerderij en hij leert er van haar alle dieren. Soms vraagt hij uit het niets: ‘Waar is Oem? Waar is mijn Oem?’ En dan denk ik: zie je wel, ik liep zelf bijna in de fuik van onverdraagzaamheid. Het liet me weer zien waarin ik geloof en waarom ik blijf doen wat ik doe.”

Wallet & van Weezel

Dit artikel hoort bij de podcast

Wallet & van Weezel

Wallet & van Weezel

Meest gelezen

Lees ook