Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Omgaan met rouw: ‘Je komt niet zozeer over je verdriet heen, je gaat er dóórheen’

Weinig dingen halen je leven zo overhoop als rouw. Niet alleen worstel je zelf om staande te blijven, vaak voelen ook de mensen rondom je zich machteloos. Soms vermijden ze je zelfs, en ligt eenzaamheid op de loer. Wat is rouw en hoe ga je ermee om?

Deel:

“Rouw is een natuurlijke reactie op een ingrijpende gebeurtenis,” zegt Petra Ferwerda, rouw- en verliescoach en oprichter van Innerlijk Sterk. “Dat kan het overlijden van een geliefde zijn, maar bijvoorbeeld ook scheiding, ontslag of verlies van idealen.” Petra weet wat rouw betekent. Zelf ging ze vijfentwintig jaar geleden door de diepste diepte na de onverwachte zelfdoding van haar man. Haar jeugdliefde was er niet meer, en plotseling stond ze er alleen voor, met een dochtertje van nog geen jaar oud.

‘Rouw is zo uniek als een vingerafdruk’

Het duurde lang voor Petra weer vaste grond onder de voeten kreeg. En hoewel ze dacht dat ze er nooit meer bovenop zou komen, kan ze nu weer gelukkig zijn – al blijft het verlies een pijnlijke plek. “Rouw is vreselijk en je wilt het het liefst omzeilen,” zegt ze. “We zijn geneigd te vluchten voor verdriet. Maar als je dat doet, komt het als een boemerang bij je terug. Want rouw heeft een functie, het is een proces waarin je leert omgaan met je pijn. De manier waarop verschilt: de een schreeuwt het uit, gooit met dingen, slaat met deuren. Een ander trekt zich juist terug en verwerkt het in stilte. Bij weer een ander wisselen die vormen elkaar af. Rouw is zo uniek als een vingerafdruk.”

Rouwmodel

Er zijn diverse theorieën over het verloop van rouw, zoals het vijffasenmodel van de Zwitserse psychiater Elisabeth Kübler-Ross. Petra maakt wel gebruik van rouwmodellen, maar zegt: “Sommige mensen denken dat het klaar is als je volgens het boekje de fasen doorlopen hebt, maar dat is een misverstand. Je komt niet zozeer over je verdriet heen, je gaat er dóórheen, je leert ermee dealen. Het is geen lineair proces, eerder een grillig soort cyclus.

‘Waarom liet God dit gebeuren?’

Aan de andere kant reflecteren die fasen wel de realiteit. De menselijke neiging om pijn te ontvluchten zie je terug in de ontkenningsfase, de eerste fase van Kübler: je wilt er niet aan dat je dierbare dood is... Die fase is gezond, want soms is de pijn zo overweldigend, dat je eronder dreigt te bezwijken. Door aanvankelijk te ontkennen wat er is gebeurd, laat je de realiteit niet in één keer binnen. Als stukje bij beetje de waarheid doordringt, word je opstandig. Dat zie je in de fase van woede: je bent boos – op de overledene, die jou voor je gevoel in de steek heeft gelaten. Op jezelf. En ook op God: waarom liet Hij dit gebeuren?” 

Had ik nog wat kunnen doen?

“In de derde fase – onderhandeling – vraag je je af wat je had kunnen doen om het te voorkomen. Een vrouw wier man omkwam in het verkeer, zei me: ‘Als ik hem nog een kopje koffie had gegeven, was hij later vertrokken en was dat ongeluk niet gebeurd.’ Ik vergelijk het altijd met de film Back tot the Future, waarin de hoofdpersonen teruggaan naar het verleden om hun heden te veranderen. Als tot je doordringt dat dat niet kan, komen in de depressiefase alle emoties omhoog. Je beseft: ik krijg diegene nooit meer terug. En dan sta je voor de keuze: meegaan in de dood, of de situatie accepteren en besluiten iets van je leven te maken. Het kan lang duren voor mensen daaraan toe zijn, ze kunnen keer op keer eerdere fasen doormaken. Maar uiteindelijk komt er heel geleidelijk ruimte om weer mooie momenten te ervaren.”

‘De grootste dienst die je de ander kunt bewijzen, is luisteren’

Omstanders staan vaak machteloos. “We voelen ons ongemakkelijk bij verdriet,” zegt Petra. “Het wakkert angst aan: zou mij hetzelfde kunnen overkomen? We willen het leed verlichten, oplossingen aandragen… Maar dat heeft geen zin. Sterker nog: je maakt het erger. De grootste dienst die je de ander kunt bewijzen, is luisteren. Láát diegene rouwen. Ga ernaast staan, vraag wat hij of zij nodig heeft. Zeg niet ‘het komt wel goed’, of ‘denk aan de kinderen’, of ‘stop met huilen, wees sterk’. Er is iets heel ergs gebeurd, huilen is normáál!”

Laat het verdriet er zijn

“Wees dan gewoon eerlijk, en geef aan dat je het moeilijk vindt en niet weet wat je moet zeggen. Of moedig iemand aan: ‘Kom hier, praat maar, huil maar.’ Wees iemands uitlaatklep. Haal een glas water, een zakdoek, pak even iemands hand. Laat het verdriet er zijn. Spreek vanuit je hart en probeer aan te voelen wat nodig is. Als christen geloof ik dat wij Gods armen zijn, dus sla – als dat gepast is – namens God je armen om iemand heen.

Ook praktisch kun je veel doen. Een pannetje eten brengen. Boodschappen halen. Helpen behangen. De kinderen meenemen naar een speeltuin, zodat hun ouder even rust heeft. Regelmatig een kaartje of mailtje sturen.”

Lees ook:  Joke Francissen (45) verloor haar man Job nadat hij op 35-jarige leeftijd een hersenbloeding kreeg bij hen in de straat. Joke bleef achter met haar vierjarige dochtertje Dagmar.

Lees hier Petra’s verhaal over de zelfmoord van haar man.

Heb jij zelfmoordgedachten? Deel dan (anoniem) je gedachten met zelfmoordlijn 113, via telefoonnummer 0900-0113 of via hun website. Zoek hulp; er staan mensen voor je klaar.

BOEK

Petra Ferwerda schreef een boek over haar ervaringen: Dat zal ik jullie nooit aandoen. Verhaal van een nabestaande van zelfdoding. Binnenkort verschijnt het werkboek Rouwverwerking na zelfdoding. Zie: www.innerlijksterk.nl.

--:--