Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Het is toch wel onhandig als de vrouw van de dominee niet meer in God gelooft’

Anne heeft zich jarenlang geconformeerd aan het geloof van haar omgeving en van haar man. Maar op een gegeven moment kan ze er niet meer omheen: ze gelooft niet meer. En dat terwijl haar man een christelijke spreker is…

Deel:

Ik ben Anne. Van jongs af aan heb ik mij altijd nét een tikkeltje anders gevoeld. Op de gereformeerde basisschool was ik niet gelovig genoeg (of eigenlijk mijn ouders). Bij mijn tweede basisschool was ik als een van de weinigen gelovig. Ik groeide als tiener op in een chique buurt, terwijl mijn ouders op een dieptepunt in hun leven naar de voedselbank gingen. Op het vmbo voelde ik mij niet thuis, maar op de universiteit ook nooit helemaal. Op religieus, economisch en sociaal vlak sloot mijn omgeving nooit helemaal aan.

Wat doe je dan als je anders bent dan de rest?

Ik besloot te conformeren. Op te gaan in de massa. Ik deed er alles aan om hetzelfde te zijn, te denken en te voelen als iedereen om mij heen. Zo ook op geloofsgebied. Ik ben getrouwd met Robbie, een spreker. Eigenlijk ben ik dus een soort domineesvrouw. Er werd van mij verwacht dat ik meeging als hij in de kerk sprak, meebad voor kerkgangers en dezelfde passie voor en kijk had op het geloof. Het paste helemaal niet bij wie ik was. Het was vermoeiend en niet authentiek. Langzaamaan begonnen er scheurtjes te komen in mijn opgezette poppenkast. Het toneelspel lukte niet meer en uiteindelijk kwam de voorstelling ten einde…

Uit de (poppen)kast

Het moment kwam als een donderslag bij heldere hemel. Ik zat in het vliegtuig terug van onze vakantie op Sicilië en staarde uit het raampje naar de wolken. Ik moest denken aan hemelvaart. Aan Jezus die ‘omhooggeheven en opgenomen’ werd in een wolk.
Wie hield ik nog voor de gek? Ik kon het niet meer geloven. Niet meer letterlijk in ieder geval. De momenten flitsten voorbij: van de 1000 vragen die ik had opgeschreven toen ik de Bijbel in drie maanden had gelezen tot het ongemak dat ik voelde tijdens de kerstmusical en talloze kerkdiensten. Al die tijd had ik de twijfel weggedrukt. Een beetje twijfel werd wel getolereerd, maar ik mocht en zou het geloof niet verliezen. Het is ergens toch wel onhandig als de vrouw van de dominee niet meer in God gelooft.

Ongelovige vrouw

Als een filmtrailer zag ik het vervolg van mijn leven in gedachten aan me voorbij trekken. De sympathieke blikken naar Robbie: dat hij het met die ongelovige vrouw uithoudt… Ik zag de mensen die voor ons wilden bidden, zodat ik weer tot hun geloof zou komen. Ik zag de spanning die het zou brengen in onze relatie. Het was de trailer van een horrorfilm en toch kon ik de schijn niet meer ophouden.

Het is een van de engste dingen die ik ooit gedaan heb: mijn christelijk geloof doodverklaren. Mijn hele leven had ik met het geloof geleefd en nu zou ik het loslaten. Ik zou overstappen naar de andere kant. Een afvallige worden. Rationeel voelde het als de juiste keuze, maar op emotioneel vlak was het een ander verhaal. Een fundament van (schijn)zekerheid zou onder mijn voeten verdwijnen. Ik zou horen bij die ‘wereldse’ en ‘lege’ mensen, bij wie elke struggle in het leven verklaard werd door het gebrek aan de christelijke God in hun leven. Ik was bang voor de leegte, dat mijn leven geen doel meer had. Angst was het enige wat mij nog bij het christelijk geloof hield. Maar zelfs dat was niet genoeg.

Mijn geloof kwam weer tot leven

Ik zei het christelijk geloof vaarwel. Het resultaat van mijn keuze was allesbehalve een horrorfilm. Ik voelde mij bevrijd van de poppenkast. Het toneelspel was afgelopen en ik kon weer mijzelf zijn met mijn eigen gedachten, passies en zienswijze. Angst had plaatsgemaakt voor opluchting en liefde. Zekerheid was vervangen door een ontspannen onwetendheid. Ik was af van alles wat ik moest geloven en de rol die ik aan hoorde te nemen. En toen, tegen al mijn verwachtingen in, kwam God voor mij weer tot leven. Ik merkte dat ik klaar was met religie, de hokjes en de vakjes, maar niet met God.

De verhalen zijn mij met de paplepel ingegoten. Eva at een appel, de verloren zoon kwam thuis, Jezus stierf aan het kruis. Geïnspireerd door andere denkers en religies begon ik de verhalen opnieuw te lezen vanuit een nieuw perspectief. Ze kwamen voor mij weer tot leven. Vastgeroeste aannames over wie God was begonnen te verschuiven door de ruimte die er was gekomen. Mijn geloof kwam weer tot leven. Eigenlijk precies waar Lazarus voor staat: voor geloof dat dood was, of leek, en toch weer begint te leven.

Nu kijk ik met een nieuw perspectief naar het christelijk geloof. Durf ik te omarmen wat ik allemaal wel en niet geloof. De basis van mijn geloof is anders. Ik ben los van alle verwachtingen van mijn omgeving.

Elkaar verrijken

En ja, net als Lazarus ben ik ergens ook nog wel een buitenbeentje. Ik voel mij niet helemaal thuis tussen de christenen, maar ook niet tussen de atheïsten of de situationele spirituelen. Maar ik denk dat we ook niet bedoeld zijn om in een hokje te passen. De mensheid is als eenheid ontworpen. We kunnen zoveel van elkaar leren als we uit onze bubbel stappen. Elkaar verrijken met nieuwe invalshoeken, kritische vragen en andere tradities. Op dat moment komen we er ook achter dat we soms zoveel meer afstand creëren dan er echt is.

Geschreven door

Anne van Tricht - van Veen

--:--