Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Op de bank bij een medium

Programma’s over een medium als Char door christenen goed bekeken

Het raadplegen van doden in televisieprogramma’s wordt steeds populairder. Mocht Jomanda nog maar een select groepje aanhangers hebben, mediums als Char en Robbert van den Broeke trekken met hun programma’s 'Char; het medium' en 'Er is zoveel meer' miljoenen kijkers. Onder die kijkers zijn ook veel christenen. Volgens cijfers van Kijk- en Luisteronderzoek kijken er per aflevering ruim 80.000 mensen die in de categorie ‘standvastige gelovige’ vallen.

Deel:

“Begint haar naam met een S?” Char kijkt een man met betraande ogen doordringend aan. Hij knikt. “Niets zeggen, heet ze Sarah of Savannah?” De man kan zijn tranen niet meer inhouden, want zijn overleden dochtertje heet inderdaad Sarah. Hij krijgt te horen dat Sarah het goed heeft. Char glimlacht: “Ik heb het gevoel dat ze tegen je zegt dat het goed zou zijn als jullie opnieuw een kindje kregen.” Volgens sceptici is het onzin wat Char hier beweert; met haar letterspelletje weet ze de boel op een charmante manier te bedotten. Ook het medium Robbert van den Broeke wordt door lang niet iedereen vertrouwd; hij zou zijn informatie van het internet halen en zijn foto’s van overledenen zouden gemanipuleerd zijn.

Zin of onzin: zo’n miljoen mensen volgen de programma’s van deze mediums. Het merendeel van de kijkers is vrouw en een opvallend groot gedeelte heeft iets met het geloof. Zo kijken er naar Char; het medium bijna 100.000 mensen die actief lid zijn van een kerk. Niet actief, maar wel lid van een kerk zijn 503.000 kijkers. Opvallend gegeven: onder de kijkers bevinden zich zo’n 30.000 EO-leden. Meer dan 80.000 van al deze kijkers schaart zich onder de noemer ‘standvastige gelovige’.

Ontroerend

“Zo, dat is standvastig!” reageert dominee Suurmond op de cijfers. Hij is Protestants predikant in Vlaardingen en schrijft columns voor het dagblad Trouw. Hij werkte mee aan een uitzending van Schepper & Co van de NCRV over het onderwerp en verdiepte zich daarom in de materie. In het tv-programma liet hij zich gematigd uit over het fenomeen, maar in één van zijn laatste columns is hij steviger in zijn oordeel. “Van die cijfers sta ik toch wel een beetje te kijken. Persoonlijk vind ik het een onbenullig programma, maar blijkbaar doet het mensen toch goed. Het is laagdrempelig en sluit aan bij het verlangen van de mens naar het transcendente. In zekere zin vind ik het ook wel ontroerend dat mensen daar zo naar verlangen. De kerk is blijkbaar te hoog gegrepen voor mensen; al die boekenwijsheid is vooral voor de hoogopgeleiden. Na bestudering van Char; het medium ben ik er echter achtergekomen dat de kerk wel een meerwaarde heeft ten opzichte van dit soort programma’s. Vergeleken met het beeldentheater dat de Bijbel opvoert, getuigt de voorstelling van Char van het hiernamaals van een onthutsend gebrek aan fantasie. De ‘overzijde’ die zij beschrijft, lijkt wel erg veel op het normale leven. Bovendien is er de valkuil dat je afhankelijk kunt worden van een medium. Want die bezit dan toch maar die geheime kennis die jij niet hebt. Het medium kan zich heel speciaal en onaantastbaar gaan voelen, verheven boven alle kritiek. Dat terwijl je zo’n medium zou moeten toetsen. In de Bijbel staat duidelijk dat alle geestelijke uitingen getoetst moeten worden.”

Fascinatie

Wilkin van de Kamp, gemeentestichter en voorganger van de Euregio Christengemeente, is al jarenlang bezig met bevrijdingspastoraat. In zijn handboek Geboren om vrij te zijn behandelt hij ook zaken als het raadplegen van doden. De cijfers verbazen hem niet: “Ik schrik wel elke keer van de onwetendheid van christenen, maar snap dat ze hiernaar verlangen. God heeft het verlangen naar het bovennatuurlijke immers zelf in de mens gelegd. Het begint meestal met nieuwsgierigheid en dat gaat over in fascinatie. Dat woord komt van het Latijnse woord fascinare, dat ‘betoveren’ of ‘laten meeslepen’ betekent. Dat is iets wat bij deze programma’s makkelijk kan gebeuren.”

Zowel Suurmond als Van de Kamp doen de uitspraken in de programma’s niet af als ‘verzinsels’. Van de Kamp: “De geestelijke wereld is heel reëel, daarom heeft God er ook voor gewaarschuwd (zie kader). In de gelijkenis met de rijke man en de arme Lazarus geeft Jezus al aan dat het niet mogelijk is voor doden om andere plaatsen te bezoeken. Er vind hier in deze programma’s dus een spelletje plaats. Het medium heeft geen contact met de overledene, maar met een boze geest die zich voordoet als de overledene. Zij spreken de nabestaanden liefdevol en bemoedigend toe. Dat staat ook weer in de Bijbel: de satan zal zich voordoen als een engel van het licht.”

Kom je dan automatisch onder een soort vloek als je naar deze programma’s kijkt?

Van de Kamp: “We moeten de duivel niet teveel credits geven. Hij is geen god, maar een gevallen engel. Maar als je je begeeft op zijn terrein, kun je verwachten dat je lastiggevallen wordt. Zo werd er in het leven van de kerkvader Tertullianus een vrouw binnengebracht die naar het theater ging en gebonden terugkwam. Tertullianus vertelt: ‘Toen we tijdens de bevrijding de onreine geest verweten een gelovige aangevallen te hebben, antwoordde de boze geest vastberaden: ‘Waarachtig, ik had alle recht dit te doen, want ik vond haar in mijn gebied!’ Ons theater kan de televisie zijn.

Sommige mensen kijken naar deze programma’s voor een negatieve bevestiging dat God bestaat. Als er een duivel bestaat, bestaat er ook een God. We zouden de almacht, de alomtegenwoordigheid en de alwetendheid van God in onze kerken wel eens meer mogen prediken. Als we dat geloven, hoeven we niet meer op zoek naar die negatieve bevestiging!”

Hoe kunnen we als christenen op de populariteit van deze programma’s reageren?

Van de Kamp, zeer stellig: “Ik reageer nooit op wat de boze doet. Wij moeten alleen maar de boodschap en het wonder van het kruis verkondigen. In Deuteronomium 28:13 staat: ‘De Here zal u stellen tot een hoofd en niet tot een staart...’ Het gaat hier over zegen en vloek. Het is niet de bedoeling dat wij reageren, de staart, maar dat wij voorop lopen met onze boodschap. Jezus is het hoofd. In Hem is liefde. We moeten dan ook nooit uit angst reageren op zulk soort programma’s. Angst is niet aantrekkelijk, liefde wel. Ga in gesprek met mensen die hiernaar kijken. Wat zoek je? Ze zullen je liefde proeven en bij Jezus komen. Hij is groter en machtiger. Als ze Jezus zouden kennen, zouden ze naar Hem gaan.”

Suurmond: “We leven in de individuele samenleving waar mensen via televisie en internet de wereld onderzoeken. Dat is lekker vrijblijvend. Als kerken mogen wel wat meer laagdrempelige vieringen organiseren. Zo kunnen in de traditionele kerken de meer evangelicalen bijvoorbeeld genezings- en gebedsdiensten organiseren. Zelf ben ik ook tot geloof gekomen tijdens zo’n laagdrempelige activiteit. Bedenk dat Char straks weer naar Amerika vertrekt. Wie zorgt er dan voor dat rouwende gezin. Wie helpt hen om te groeien in liefde als er geen bredere kring inclusief pastorale begeleiding is, waarin je dat leren kunt? Waar je bovendien kunt leren dat de dood niet alleen een snoeiharde breuk, maar ook een donkere gave is? De dood van een dierbare kan nieuw leven schenken. Dat viert de kerk in het paasfeest.”

De Bijbel over het raadplegen van doden

Ook in christelijke kring staan er mensen op die zeggen een medium te zijn. In een uitzending van Schepper & Co van de NCRV over het onderwerp, kwam vorig jaar ene Roelof Tichelaar aan het woord. Hij noemt zichzelf een ‘christelijk medium’. Hij heeft contact met geesten. Naar eigen zeggen doet hij dat in gebed en zoekt hij altijd naar de juiste positieve geesten. Hij erkent dat er ook een slechte geestenwereld is. Als je naar hem luistert, lijkt het of christenen zich op een onschuldige manier met dit soort zaken kunnen bezighouden. Maar volgens Wilkin van de Kamp is de Bijbel zeer duidelijk over het raadplegen van geesten van doden. In zijn handboek voor bevrijding geeft hij een aantal teksten uit de Bijbel waarin het raadplegen van de geesten van overledenen scherp wordt veroordeeld.

Leviticus 19:31
‘Raadpleeg geen geesten en schimmen van doden. Wie zich tot hen wendt, verontreinigt zichzelf. Ik ben de HEER, jullie God.’

Leviticus 20:6
‘Ook wie zich met geesten en schimmen inlaat, zal Ik straffen en uitstoten.’

1 Kronieken 10: 13,14
‘Saul vond de dood omdat hij de HEER ontrouw was geweest door niet uit te voeren wat de HEER hem had opgedragen. Ook had hij de geest van een dode geraadpleegd, in plaats van de HEER om raad te vragen. Daarom had de HEER hem gedood en het koningschap laten overgaan op David, de zoon van Isaï.’

Stichting Shalomhuis

Voor meer informatie over pastoraat en bevrijding is er ook de stichting Shalomhuis. Een kwart van de mensen die bij Shalomhuis aanklopt, heeft te maken met occulte problemen. Leo Kraak van Shalomhuis: “Uit nieuwsgierigheid gaan mensen er mee bezig en dat heeft grote gevolgen. We moeten elkaar meer wijzen op de levende Christus en getuigen van wat Hij doet in ons leven. Zo kunnen we elkaar laten zien dat God niet saai is!”

De stichting is te bereiken via: 0577-401395

--:--