Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Pionier Maarten Vogelaar: ‘Het is eenzaam en ploegen op de rotsen’

Maarten startte pioniersplek 'Gist' in Amsterdam

Hoe is het geloof bevrijdend nieuws voor het leven van alledag? Met die vraag startte Maarten Vogelaar het initiatief Gist in Amsterdam, een pioniersplek van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Eenvoudig? Verre van. “Afgelopen weekend dacht ik nog: ik stop ermee.”

Deel:

Ooit had hij een spirituele ervaring. Het was na een periode waarin hij had ontdekt dat de ‘simpele’ antwoorden die hij in zijn jeugd had geleerd, niet meer volstonden. “God, laat mij zien wie of wat U bent”, bad hij. Tijdens een retraite, een paar jaar later, kreeg hij een beeld. Hij zag een groot hart, waar hij zijn hand op mocht leggen om te voelen hoe het klopte voor hem. Precies zó mocht hij anderen hun hand op het hart laten leggen.

Voor Maarten was het glashelder: deze boodschap kwam van God. In de maanden en jaren daarna groeide het verlangen om mensen die op zijn pad komen, uit te nodigen hun hand op het kloppende hart van God te leggen.

Brood bakken en bierbrouwen

“Wat was je vraag ook alweer?” vraagt Maarten (1987) een paar keer tijdens het gesprek, om dan na enig nadenken terug te keren naar het onderwerp. Hij zit aan een klein tafeltje in een van de weinige kelders die de Amsterdamse grachtenpanden kennen. Het is de heimatvan Gist, waar bezoekers zich bezighouden met spiritualiteit. “We willen mensen een plek bieden om zich op een lijfelijke manier bezig te houden met christelijke spiritualiteit. Dat doen we door middel van bijvoorbeeld brood bakken, bierbrouwen, meditatie en yoga. Hiermee trekken we een heel gemêleerd publiek: vluchtelingen, mensen met een Wajong-uitkering, gepensioneerden, maar ook expats en studenten.”

Volksstammen

De toekomst van de kerk is kleinschalig, meent Maarten. Hij gelooft dan ook in de kracht van kleine groepen. “Wat wij hier doen, is niet voor de volksstammen. Verandering is meer een proces voor een kleine dan voor een grote groep.”

Hij signaleert ook dat in Amsterdam de boodschap ‘Kom naar ons, wij hebben iets wat jij mist’ niet werkt. “Mensen vinden de kerk niet meer interessant, worden er niet toe aangetrokken of voelen zich niet welkom. Dan kun je twee dingen doen: gewoon doorgaan, óf proberen te luisteren naar wat mensen wél nodig hebben. Veel mensen zijn volstrekt analfabeet als het gaat om geloven. De taal en vorm van de kerk van nu maken zij niet mee. Ik wil net zo lang zoeken tot er wel een vorm is die hen helpt iets van God te ervaren. De missie van Gist is Gods liefdevolle aanwezigheid ervaren in lijf en leven. Dat gun ik iedereen.”

Waarom denk je dat een ‘lijfelijke vorm’ helpt in het zoeken naar God?
“De gemiddelde mens zit propvol informatie. De hele week staat dat hoofd aan. Daardoor komen woorden niet meer binnen. Laat staan dat ze beklijven of echt iets veranderen. Ik wil mensen daarom laten zien hoe je lichaam je kan helpen in toewijding aan God. Ook in de Bijbel buitelen de metaforen over het lichaam over elkaar heen. De gemeente van Christus wordt vergeleken met een lichaam met diverse functies. Jezus is het levende brood. Het lichaam is een tempel. De Geest van God zucht met ons mee in ‘onuitsprekelijk zuchten’. En zo kan ik nog wel even doorgaan.”

Een soort ‘alien’

Maarten vertelt over een studiedag die ze onlangs bij Gist organiseerden, met als thema ‘Het lichaam als leermeester’. “Daarbij hadden we twee opdrachten. De eerste was: teken het beroep van je grootvader. Wat krijg je dan? Bijna allemaal handarbeiders, mensen die dus heel direct in contact stonden met de aarde en hun lichaam. De tweede opdracht was: teken een mens die bestaat uit alleen de lichamelijke functies die hij anno 2023 gebruikt. Dan krijg je een soort alien met een enorm hoofd, enorme oren en een mond, en heel grote vingers om te tikken. De rest van het lichaam – de romp en de benen – hoeft weinig te doen.

Veel mensen zijn volstrekt analfabeet als het gaat om geloven

Door de digitalisering en technologisering barst ons hoofd bijna uit elkaar door de nadruk die erop ligt. Nóg meer ‘ontlijven’ kunnen we bijna niet. Met andere woorden: we zijn de verbinding tussen hoofd en lichaam kwijtgeraakt. De christelijke neuropsychiater Curt Thompson zegt: ‘Zonde is mindlessness’ – een toestand waarin je mind losraakt van de rest van je lichaam. Deze tijd wordt gekenmerkt door vervreemding van je lichaam en daarmee vervreemding van God. Ik wil die twee weer met elkaar in verbinding brengen.”

Wat levert dat op?
“Ik denk aan Romeinen 12, waar staat: ‘Ik vraag u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen.’ Het is in veel vertalingen wegvertaald, maar oorspronkelijk staat er ‘lichamen’: stel uw lichamen als een offer in zijn dienst. Meervoud zelfs. In dit Bijbelboek wordt benadrukt dat het lichaam is onderworpen aan de zonde, maar, zegt Paulus hier, het kan een werktuig van de gerechtigheid worden, en daarmee vooropgaan in toewijding en overgave aan God. Dát is waarnaar ik aan het zoeken ben.

Hoe ik concreet mijn lichaam inzet in toewijding? Bijvoorbeeld door te knielen en mezelf klein te maken. Als ik woorden heb, bid ik. Ik check ook in bij mezelf: ik probeer aandacht te hebben voor hoe ik me eigenlijk voel, zonder voor gevoelens weg te rennen. Waar zit spanning, frustratie, boosheid of verdriet? Zo je ziel openleggen voor God, leer ik bovendien van de psalmen. Het is een manier om me voor te stellen dat God van mij houdt, dat Hij mij ziet. Tegelijkertijd is het een relativering van wat ik allemaal ‘moet’.”

Personalia

Maarten Vogelaar (IJsselmuiden, 1987) studeerde politicologie in Amsterdam. Daarna werd hij namens studentenbeweging IFES en vier Amsterdamse kerken studentenpastor. Hij is initiatiefnemer van Gist, waar bezoekers zoeken naar christelijke spiritualiteit. Maarten woont in Amsterdam, is getrouwd met Bettina en vader van een zoon.
Gist.Amsterdam

Voor veel christenen zal het vervreemdend zijn dat je gebruikmaakt van bijvoorbeeld yoga, een meditatietechniek afkomstig uit oosterse religies.
“Daar heb ik zelf ook tegenaan gehikt. Maar ik geloof dat Jezus de Waarheid is en dat die Waarheid mij vrij zal maken. Daarin ben ik dus vrij ben om alles wat ons gegeven is te gebruiken. Daar komt bij: yoga bestond al vóór het ontstaan van grote wereldreligies. Het is waarschijnlijk dat Jezus, als Hij mediteerde, net zo goed een vorm beoefende van wat wij nu yoga noemen. Ook het onderscheid tussen gebed en meditatie is pas van later orde. De Joden bidden murmelend en bewegend met hun hele lichaam. En het kauwen en herkauwen op woorden vind je volop in de psalmen. Oosterse religies hebben deze gewoonten bepaalde namen gegeven waardoor het voor ons heel wezensvreemd voelt en klinkt. Ik ga daarmee om in het vertrouwen dat ook die wereld van God is.”

Het kauwen en herkauwen op woorden vind je volop in de psalmen

Gaat het bij Gist expliciet over God?
“We hebben hier een boeken- en meditatieruimte – we noemen dat de gistruimte – waarin de trage vragen besproken worden. Daar staat een massagetafel en kunnen mensen mediteren aan de hand van een Bijbelgedeelte. We benoemen daarbij duidelijk dat het over God en Jezus gaat, wat weer een ander publiek trekt dan we dachten. Je zou kunnen zeggen: hoe explicieter we erover zijn, hoe meer het gelovigen trekt die daarmee vertrouwd zijn.
Verder hebben we een cursus over bijvoorbeeld het Onze Vader, over bidden en over christelijke meditatie. Die cursussen worden bezocht door christenen, door twijfelende zoekers en door mensen die niet religieus zijn.”

Bewust gebroken met de kerk

Maarten groeide als jongste van zeven kinderen op in een reformatorisch gezin in IJsselmuiden. De structuur van twee keer per zondag naar de kerk gaan – soms ook doordeweeks nog een keer – heeft hem goed gedaan, zegt hij. Evenals de liefde die hij in zijn thuisgemeente, de gereformeerde gemeente in Kampen, zag. “Ik ging als kind graag naar de kerk. Daar zag ik mensen die echt leefden met God en van wie zo’n liefde en aantrekkelijkheid uitging, dat ik al jong een kind van God wilde zijn. Als het avondmaal was, wilde ik daarbij zijn. Ik wilde bij God aan tafel zitten. Dat verlangen zat zo diep, dat ik tijdens avondmaalsdiensten actief mijn best moest doen om mijn tranen tegen te houden. Ik bad vaak: ‘God, mag ik U echt liefhebben om Uzelf, en niet omdat ik bang ben om naar de hel te gaan?’ Op een of andere manier stond toch vooral de liefde centraal, onder andere in de preken die ik hoorde. Dat is niet vanzelfsprekend, want ook in ons eigen gezin hebben sommigen bewust gebroken met de kerk, omdat ze dat heel anders hebben ervaren.”

Je wilde zelfs dominee worden.
"Ja, al durfde ik dat niet zo goed te zeggen, omdat ik dan te veel mijn ziel bloot moest leggen. Maar ik voelde een diep verlangen om de weg naar God vrij te maken, voor mezelf en voor anderen.”

Stoffig figuur

Met dat verlangen ging Maarten na zijn vwo-examen politicologie studeren in Amsterdam. Hij was avontuurlijk ingesteld en ervaarde een sterke zendingsdrang. “Ik wilde opvallen als christen, droeg bewust een armbandje met een kruisje. Maar ja, daar ontdekte ik dat het niemand wat interesseerde. Niemand sprak mij erop aan. Ik zat in die tijd nog in een christelijke bubbel, met onder andere een reformatorische studentenvereniging, maar later, toen ik studentenwerk ging doen, voelde ik me een eenling. Ik was veel te serieus voor die gasten en voelde me een stoffig, bedachtzaam figuur. Een student zei ooit tegen mij: ‘Ik ben ook een minderheid, want ik ben lesbienne. Nu voel je eens hoe het voor mij voelt.’ Dat kwam goed binnen.”

Zo nu en dan voelt Maarten zich nog steeds een eenling en kijkt hij met enige jaloezie naar plekken waar grote geloofsgemeenschappen zijn. Waar je bijna vanzelfsprekend een beroep op mensen kunt doen. “Hier haken mensen voor een tijdje aan, daarna verdwijnen ze weer. Dus het is enorm eenzaam en ploegen op de rotsen.”

Schakel in de ketting

Ironisch genoeg was Maartens eigen vrouw, Bettina, eerst allergisch voor kerk en christenen. Was het niet makkelijker als hij een gelovige vrouw getrouwd had? “Ook daarin heb ik me best eenzaam gevoeld, ja. Al was het tegelijk uitdagend dat zij zich zo afzette tegen de kerk en mij kritisch bevroeg. Want wilde ik niet gewoon zieltjes winnen? Wat overigens vertrouwen gaf, was dat zij er zelf de hand van God in zag dat wij bij elkaar kwamen. Ze mocht de kerk dan zijn kwijtgeraakt, ze was geloviger dan ze zei.”

Hij schiet in de lach: “Vanmorgen heeft zij voor mij gebeden voor dit interview. Toen zei ze: ‘Dat had je nooit gedacht, hè, dat je vrouw zou bidden voor jou. Dat wilde je toch?’ Dus ja, ze is, net als ik, wel veranderd.”

Hoe is het geloof bevrijdend nieuws voor het leven van alledag?

Wat zei je tegen haar als ze jou verweet zieltjes te willen winnen?
“Wat voor mij fundamenteel is, is de integriteit van ieder mens en zijn eigen weg met God. Daarin wil ik op geen enkele manier manipuleren. Gastvrijheid is iemand vrijlaten, en dat wil ik echt doen. Omdat ik heel diep geloof dat het een groot raadsel is hoe het geloof ontstaat, hoe je nieuwsgierig wordt, of je ervoor openstaat of niet. Ik kan de grond bewerken, situaties creëren waarin het zaad hopelijk wat makkelijker ontkiemt, maar ik kan en mag op geen enkele manier een ziel proberen te manipuleren. Dus zieltjes winnen? Ik denk dat het heel erg uitmaakt met welke motieven je dit werk doet. Doe je dit omdat je bang bent dat mensen naar de hel gaan? Zit er angst onder? Of zit er liefde onder? Mijn zoektocht is: hoe is het geloof bevrijdend nieuws voor het leven van alledag? Dat bepaalt met welke houding ik mensen benader.”

Als je je werk soms ervaart als ploegen op de rotsen, twijfel je dan weleens aan je missie?
“Ik had me voorgenomen ook te vertellen hoe zwaar het is en wat voor worsteling het hier is om te pionieren. Als ik dan zo’n volle kerk ergens op de Veluwe zie, komt soms inderdaad de twijfel boven. Daar komt bij: ik doe dit werk nu tien jaar, en al die jaren worstel ik met financiering en onzekerheid in mijn werk. Afgelopen weekend dacht ik nog: ik stop ermee.”

Wat drijft jou dan om door te gaan?
“Van mijn mentor heb ik geleerd dat we vaak een schakel zijn in de ketting waaraan God werkt met iemand. Soms mag je oogsten, maar heel vaak ben je slechts een schakel. Dat houdt mij op de been. Ook als ik denk: is het het allemaal waard?

Jaren geleden zei iemand tegen mij: ‘Ik heb je heel vaak over God horen praten, maar nu voor het eerst, door te knielen, begrijp ik eindelijk waarom je in God zou geloven en waarom dat iets positiefs voor je is.’ Nou, dan heb ik jarenlang met zo iemand zitten praten! Niet voor niets was geduld de grootste deugd in de vroege kerk. Echte transformatie van een mens, daar gaan jaren overheen. Het groeit niet snel. Wat mij dan uiteindelijk drijft? Het verlangen om mensen die op ons pad komen uit te nodigen hun hand op het kloppende hart van God te leggen.”

Er is nog iets, zegt Maarten. “Iemand vergeleek ons werk in Gods koninkrijk eens met een klein kind dat papa gaat helpen. Hij denkt dat hij goed helpt, maar het is vooral vet onhandig. Trekken wij soms ook niet een te grote broek aan met wat wij voor God aan het doen zijn? Ja, we zijn Gods handen en voeten, maar het is zijn werk.”

Personalia

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--