Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Polen over ‘ons’ Polen-probleem

‘In elke groep zitten rotte appels’

Niemand weet precies hoeveel Polen er in ons land werken, al zijn het er zeker honderdduizend. Lang blijven de meeste arbeidskrachten niet, vaak slechts een paar maanden. Toch is zelfs dat voor sommige Nederlanders al te lang. Maar hoe kijken gelovige Polen aan tegen ‘ons’ Polen-probleem?

Deel:

‘Laat die Polen alsjeblieft ophoepelen! Ze rijden veel te hard in asociale auto’s en veroorzaken veel overlast onder invloed van drank.’ Duidelijk is dat Poolse arbeidskrachten in ons land een heus imagoprobleem hebben, hier verwoord door een anonieme brievenschrijver in een regionale krant. Het zouden allemaal rondhangende zuiplappen, winkeldieven en asociale profiteurs zijn, van die lui die met z’n tienen in een rijtjeshuis wonen.

Ook in het Noord-Hollandse Andijk leeft dit sentiment. Van de inwoners is niet minder dan tien procent inmiddels Pools. Op een bevolking van nog geen zevenduizend zielen hebben ongeveer achthonderd de Poolse nationaliteit. Begin dit jaar ging er zelfs een dreigbrief door het dorp, waarin een anonieme actiegroep de gemeente opriep om alle Oost-Europeanen per direct uit Andijk te verwijderen.

Gastvrij
Krzysztof (20) en Ania (20) halen hun schouders op bij het horen van dergelijke berichten. “Er zitten in elke groep rotte appels en daar lijdt de rest onder. Maar ik kan er niets aan doen,” vertelt Krzysztof. Hij verblijft sinds enkele maanden in ons land en werkt zich – net als zijn vriendin – een slag in de rondte bij een groot non-foodbedrijf. In zijn spaarzame vrije uurtjes zit hij graag bij Ania thuis op de bank (zelf woont hij in een dorp verderop).

Dat huis, een twee-onder-een-kap, beheerd door hun werkgever, is goed gevuld. “We wonen hier nu met zeven meiden,” glimlacht Ania flauwtjes. Echt gelukkig wordt ze er niet van, maar: “Ach, ik ben hier toch maar tijdelijk en neem het voor lief.” Het onrustige beeld van de muziekzender TMF verlicht ’s avonds de schemerachtige, wat kale woonkamer. Wie van buiten naar binnen kijkt, voelt zich niet heel erg welkom. Ook Poolse schijn bedriegt echter. Krzysztof en Ania spreken weliswaar geen Nederlands, maar zijn erg open en gastvrij.

Gelukkig
Aan tafel droomt de geblokte Krzysztof, die zijn moeder erg zegt te missen, van een mooie toekomst. “Ik wil met 25.000 euro op de bank Nederland weer verlaten. In Polen koop ik dan mijn eigen huis en wil ik een eigen bedrijf beginnen. Het liefst neem ik dan ook gehandicapte werknemers in dienst, zodat ik hen een betere toekomst kan geven. Waarom? Omdat ik gelovig ben en een goed mens wil zijn, die niet alleen op geld is belust.” Toch klinkt dat wat tegenstrijdig voor iemand die immers maar met één doel in ons land is: geld verdienen. “Ha, dat zou je denken, hè? Maar wees nu eerlijk, wie maakt geld nu gelukkig? Mij in ieder geval niet. Maar als je voor hetzelfde werk de keuze hebt tussen een uurtarief van zes euro hier en anderhalve euro in Polen, dan weet je het toch wel? Wat zou jij doen?”

Blijvers
Uit een recent onderzoek van ABU, de koepelorganisatie van uitzendbureaus, blijkt dat Polen nauwelijks integreren in onze samenleving. Het gros ziet daar simpelweg het nut niet van in, omdat ze hier toch maar tijdelijk zijn. Slechts drie procent blijft langer dan een jaar, terwijl het overgrote deel binnen vier maanden weer vertrekt. Tomek (30) en Anna (31), met hun twee kinderen, horen bij die blijvers. Ze wonen sinds vijf jaar in ons land, integreren zoveel mogelijk en zien voorlopig nog geen reden om te vertrekken.
Hij studeerde theologie en journalistiek in Polen, en is hier bezig met een opleiding multimedia en design. Zij werkt als onderzoeker aan de Radboud Universiteit. In hun Arnhemse woninkje komen de Poolse delicatessen al snel op tafel en dampt in de keuken het avondeten op het fornuis. “Jullie blijven toch wel eten, hè?”

Parochie
Even daarvoor leidde Tomek ons nog rond in de Poolse katholieke parochie in het centrum van Arnhem. Via de achteringang van de St. Martinuskerk kwamen we in het bovenzaaltje, waar op zondag ongeveer veertig tot vijftig mensen de mis bezoeken. Het is een van de ongeveer twintig plekken in Nederland waar Polen een dienst in hun eigen taal kunnen bezoeken.

Tomek geeft in de parochie elke woensdag bijbelles aan de kinderen. Ook zijn zevenjarige dochter Emilia zit in zijn groep. “Voor Polen is de kerk niet alleen de locatie om God te vinden en te aanbidden, maar ook een informatiepunt om je vele vragen over een nieuw land te kunnen stellen. Geloof is volledig verweven met ons dagelijks leven,” vertelt Tomek. En inderdaad, van de 38 miljoen Polen is negentig procent katholiek. “Maar,” nuanceert Anna, “ik schat dat ongeveer de helft praktiserend is. Wel zitten de veertien kerken in onze geboortestad drie keer per zondag stampvol en dat zul je in Nederland niet veel meer zien, lijkt me.”

Nutteloos
Het eten komt op tafel. Emilia en Filip van anderhalf liggen inmiddels op bed. Ook de nicht van Tomek schuift aan. Ze woont tijdelijk bij hen in, omdat ze in ons land – inmiddels wanhopig – een onderzoeksplek op een universiteit probeert te vinden. Tomek en Anna slaan een kruisje. “Een leven zonder geloof is nutteloos voor mij; het is een levensstijl,” stelt Anna in het Nederlands met een duidelijk Poolse tongval. Tomek knikt instemmend. Ooit werkte hij in zijn geboorteland voor een regionale katholieke radiozender. Aan de muur hangt een afbeelding van een heilige en in de vensterbank staat een kleine menora. Tomek: “Tijdens mijn theologiestudie in Polen heb ik me veel verdiept in de Joodse religie. Ik wilde weten wie mijn oudere broers in het geloof zijn.”

Hoewel Polen sinds mei 2007 volledig vrij zijn om hier te komen werken, zijn het juist de problemen rond huisvesting, openbare orde en de gebrekkige integratie, die voor het negatieve imago van Polen zorgen. Tomek en Anna zien dat met lede ogen aan. Mede om die reden werkt hij mee aan een informatieve film voor nieuwe arbeiders. Tomek is de hoofdpersoon en speelt een onwetende Pool, die net de grens is overgekomen. “Ik zie het als een leuke uitdaging en hoop mijn landgenoten te kunnen helpen, zodat ze hun weg hier beter kunnen vinden en niet tot overlast zijn. We leggen iets uit over de cultuur van Nederland, vertellen hoe je jezelf moet verzekeren, welke gedragsregels hier gelden en wat de overheid voor je kan betekenen.”

Geluidsoverlast
Terug in Noord-Holland, bij Krzysztof en Ania, ontmoet het jonge stel buurman Edwin. Hij verhuisde vorig jaar met zijn vrouw en twee kinderen naar Andijk. Hoe bevallen zijn buitenlandse buren? “De samenstelling wisselt om de paar maanden,” ontdekte de dertiger. “Nu hebben we geluk met een heel goede groep – alleen vrouwen. Ania en mijn zes andere buurvrouwen houden er echt rekening mee dat het twee erg gehorige huizen zijn. Hiervoor zat er echter een club die met name in het weekend voor veel overlast kon zorgen; ook maakten ze onderling geregeld flinke ruzie. Meestal gingen ze na een lange werkweek hier in huis stevig voordrinken om daarna in het café flink door te zakken. Bij terugkomst, uiteraard diep in de nacht, begon dan de ellende voor ons. Een keer lagen er twee bij ons in de bosjes, niet eens meer in staat op te staan. Dat ging echt te ver en dus ben ik de volgende ochtend verhaal gaan halen. Ze zouden hun leven beteren...” Ondanks deze mindere ervaringen met zijn Poolse buren, benadert Edwin hen amicaal. “Alle Polen over een kam scheren gaat me te ver. Zolang ze zich netjes gedragen, vind ik hun aanwezigheid geen enkel probleem. Maar ja, je weet nooit welke groep er over enkele maanden weer komt, hè.”

Poolse krant

PoPolsku (‘Op z’n Pools’), de eerste Poolse krant van Nederland, ligt sinds eind februari overal waar Polen komen. Dus in kerken, supermarkten, bungalowparken, uitzendbureaus en bouwmarkten. De oplage is 50.000 exemplaren en het doel van het gratis weekblad is om Polen die in Nederland verblijven, toegang te bieden tot een lokale krant in hun moedertaal.

Popolsku.nl

Bruggen bouwen

Malgorzata Bos-Karczewska zet zich in om bruggen te bouwen tussen Polen en Nederlanders. Via Polonia, een webgemeenschap, geeft ze informatie en wil ze helpen om meer onderling begrip te kweken. Maar van een zogenaamd ‘Polen-probleem’ wil ze liever niets weten. “Ik denk dat er meer sprake is van groepsproblemen dan van specifieke problemen met Polen. Zet eens een groep Nederlanders in een vakantieland bij elkaar en je krijgt ook geheid overlast. Helaas wordt er heel snel geoordeeld over een hele groep, in dit geval de onbekende Oost-Europeanen, terwijl er zoveel meer over te zeggen valt. Vooral door gebrek aan onderlinge communicatie ontstaan er veel vooroordelen en dat draagt niet echt bij aan goede verhoudingen. Mijn hoop is dat Nederland de Polen een kans gunnen om hier te werken en te leven, al is het meestal maar tijdelijk.” De hoofdredacteur van Polonia is blij dat de overheid eindelijk wakker wordt om iets te doen voor de Polen in ons land. Zo richtte minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een speciale Polen-werkgroep op. Bos-Karczewska zit hier ook in om de problemen en behoeftes van de nieuwe Polen in Nederland te signaleren. “Eindelijk praat men met Polen over de Polen hier!”

www.polonia.nl

--:--