Priester Adrian belandde met tegenzin in een Moldavisch gehucht – en begrijpt nu waarom
De jonge Moldavische priester Adrian Postolachi deed een academische priesteropleiding en was de beste van jaar. Dus hij zag die bomvolle parochie in die bruisende grote stad al helemaal voor zich. Maar het werd Rotunda, een gehucht met een parochie van anderhalve man en een paardenkop.
Zijn priesterroeping ging al niet over rozen. ‘Mijn moeder verliet ons gezin toen ik 14 was’, vertelt Adrian. ‘Zij ging in het buitenland werken. Dat is hier in Moldavië heel normaal. Bijna iedereen werkt in het buitenland, omdat er in ons land zelf gewoon niet genoeg te verdienen is.’ Zijn ouders scheidden en bemoeiden zich niet veel met hem. ‘Mijn moeder was het er helemaal niet mee eens dat ik het seminarie ging doen. Uiteindelijk ben ik zonder haar toestemming in Roemenië gaan studeren.’
Van klein naar groot
Na zijn studie keerde Adrian terug naar zijn thuisland voor stages. ‘Ik dacht: De bisschop ziet mijn diploma’s, dus ik zal wel een mooie grote kerk krijgen.’ Maar niets bleek minder waar. ‘God wilde dat ik van klein naar groot zou groeien. Ik kwam in Rotunda terecht, echt een gehucht op het platteland met een heel kleine parochie.’
Het verdriet van Moldavië
Adrian ervoer daar ‘het verdriet van Moldavië’. Eenzaamheid is er een monster dat zich niet verschuilt, omdat bijna alle volwassenen in het buitenland moeten werken. De wat oudere kinderen en de senioren blijven alleen achter. En dat lijdt tot schrijnende taferelen. Adrian: ‘Ik ontmoette de 14-jarige Ruslana in mijn parochie. Zij woont het grootste deel van het jaar alleen, omdat allebei haar ouders en oudere broer in Frankrijk werken. Ze houdt zich groot en zegt dat het prima gaat, maar aan haar schoolresultaten merk ik dat dit niet klopt. Sinds ze het helemaal alleen moet rooien, zijn die namelijk veel minder geworden.’
Gezien en nuttig
De nog steeds jonge priester ontdekte dat hij nodig was in dit kleine dorp en juist hier enorm van betekenis kon zijn. Hij begon het vertrouwen van de jongeren te winnen door met hen te gaan voetballen en bezocht de ouderen regelmatig. ‘Toen kwam er een hulporganisatie in het dorp om te vertellen over hun buddy systeem. Deze organisatie koppelt jongeren aan ouderen en laat hen klusjes voor hen doen. Dat werkt twee kanten op”, stelt Adrian. “De ouderen zijn minder eenzaam én krijgen praktische hulp met bijvoorbeeld houthakken. Maar ook de tieners krijgen de aandacht die ze thuis vaak moeten missen. En ze voelen zich bovendien gezien en nuttig. Dat is prachtig!’
Niet alleen feel-good
Toch is dit niet alleen maar een feel good-verhaal. Na acht jaar heeft Adrian het eigenlijk wel gezien in Rotunda. Hij is een pionier, iemand die graag dingen opzet. Dat is prachtig gelukt, maar nu voelt hij zich vastzitten in zijn eigen succes. ‘Ik wil graag hoger reiken, maar de lijn waar ik nu opzit, blijft vlak. De mensen hier zullen niets aan me merken hoor, maar ik ben soms best een beetje depressief. Daarom stuur ik mijn CV naar NGO’s en hoop dat zij mij een kans geven op iets anders.’
Tot het zover is, blijft Adrian zich inzetten voor de tieners en ouderen in Rotunda. ‘Ik zal altijd dankbaar blijven voor de kansen die ik hier heb gekregen om te groeien en de gemeenschap te helpen. Eerst dacht ik dat de bisschop die me hier heen stuurde me wilde straffen. Nu zie ik dat een grote, rijke parochie helemaal niet goed voor me was geweest. En ik zie nog dagelijks de veranderingen bij de jongeren én de ouderen. Dat houdt me op de been.’
Adrian kun je zien in deze indrukwekkende reportage die EO Metterdaad van hem maakte. En je kunt zijn werk steunen: via deze link!
tekst: Matthijs Bats/ EO Metterdaad
Geschreven door
Gastauteur