Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Psalm 23 ‘uitgekauwd’? Gerda leerde iets waar ze zich jaren later aan kan vasthouden

‘In diepe duisternis moet je je oren spitsen om de Herder achter je te horen’

Als haar man Parkinson krijgt, haar ouders overlijden en haar dochter gaat scheiden, weet Gerda even niet meer hoe ze verder moet. Tot Psalm 23 in haar opkomt, waar ze jaren eerder een seminar over hoorde tijdens Eva’s Vriendinnenweekend.

Deel:

Zo’n tien jaar geleden bezoekt Gerda Heida (61) Eva’s Vriendinnenweekend met als thema Psalm 23. Nogal uitgekauwd, vindt Gerda. “Het is zo’n bekende psalm. Van tevoren dacht ik: dat ze dáár een heel weekend mee gaan vullen! Dat laat wel zien hoe vooringenomen we kunnen zijn.” Ze koopt het cd’tje, maar denkt er jarenlang niet meer aan. 

Parkinson

Eind 2014 krijgt Gerda’s man de diagnose Parkinson. “Toen stond de wereld even stil. Ik heb altijd gedacht dat Parkinson te maken heeft met het beven van je handen en verstijving, zoals bij prins Claus, maar het is echt een hersenziekte. In je hoofd kun je ‘een kringetje blijven draaien’, erg blijven malen over dingen. Dat gebeurde met mijn man. Hij was voorganger in onze kerk. Hij kon altijd goed dingen loslaten, maar toen niet meer. Een jaar na de diagnose, eind 2015, moesten we afscheid nemen van de kerk. We verhuisden naar de plek waar ik opgegroeid ben en waar mijn moeder – toen bijna 88 jaar – en mijn dochter woonden.”

Bent U echt een goede Vader? Ik kon het bijna niet meer geloven

Maar kort na de jaarwisseling sterft Gerda’s moeder plotseling aan een aneurysma. Haar dochter gaat scheiden en vlak daarna sterft ook haar vader. Gerda zelf krijgt de ziekte van Ménière. “Ik kon niets anders dan in bed liggen en overgeven. Ik voelde me als Job, er was niets meer over. In de kerk zongen we vaak ‘You’re a good, good Father’. Ik weet nog dat ik dacht: bent U écht een goede Vader? Ben ik echt geliefd door U? Ik kon het bijna niet meer geloven. Maar ik wist wel: als ik dit loslaat, blijft er niets meer over.” 

Psalm 23

“Vraag me niet waarom, maar in die fase kwam Psalm 23 terug. ‘Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij.’ Ik zocht het cd’tje van het Vriendinnenweekend op en luisterde de diensten terug. De spreekster vertelde dat schapen een hekel hebben aan bergkloven. Normaal gezien gaat de herder voor de schapen uit en kunnen ze zijn stem volgen, maar in de kloof moeten de schapen vooruit. De herder loopt achter de kudde en duwt hen voort. De schapen willen niet, maar kunnen niet anders dan maar doorgaan, door de kloof, richting de groene weiden. De spreekster vertelde dat de herder een stok en een staf heeft, waarmee hij links en rechts op de wanden slaat. Daardoor weten de schapen: de herder is er nog.”

Ik voel het niet, maar ik weet dat de Herder achter mij aanloopt

“Dat heeft me door die fase heen gesleept. Voor mij was het donker. Ik wilde niet verder, maar ik moest wel. In zo’n fase moet je je oren spitsen om de stok van de Herder achter je te horen. God laat merken dat Hij er is. Dat kan een lied zijn, een preek, een gesprek. Ik voel het niet, maar ook Habakuk zegt: ‘Al zou de vijgenboom niet bloeien, toch zal ik juichen voor de Heer.’ Ik kies ervoor om te zingen en God te aanbidden, ondanks mijn twijfel. Dat is mijn keuze. Uit het verleden weet ik dat God betrouwbaar is. Daardoor snap ik ook dat God in het Oude Testament vaak een gedenksteen liet oprichten, zoals toen Israël het beloofde land introk. Als je daarnaar terugkijkt, zie je dat Hij er toen ook was.”

Tikken van de stok

“Dat ‘tikken van de stok’ zit voor mij meestal in muziek en in gesprekken met mensen. Iemand zei tegen me om de Bijbel te gaan lezen vanuit mezelf, ‘ons’ te vervangen met ‘mij’. Zoals Efeze 1 vers 7: ‘In Hem ben ik door Zijn bloed verlost en zijn mijn zonden vergeven, dankzij de rijke genade die God mij in overvloed heeft geschonken.’ Wat er ook gebeurt om me heen, Hij heeft me nooit alleen gelaten. Dwars door alles heen gaat het om Zijn liefde voor ons persoonlijk. 

Je kunt niet altijd wat doen aan de situaties in je leven. Zeker als je over ziekte en overlijden praat. Op veel vragen heb je geen antwoorden, die krijg je misschien wel nooit. Ik moet leren om los te laten. Door alles heen zegt Jezus: ‘Ik ben bij je, alle dagen.’ Het komt neer op de vraag: durf ik te vertrouwen?”

Mijn man kreeg een nieuwe baan, dat was zo’n tik van de stok van God

“Op een bijzondere manier kreeg mijn man na onze verhuizing een baan als ambulant begeleider op een aantal middelbare scholen. Hij kan niet meer voor de klas staan, maar nu begeleidt hij één leerling per keer. Dat was ook zo’n tik van de stok van God. Als je mijn man nu tegenkomt, zou je niet zeggen dat hij Parkinson heeft. Hij reageert goed op de medicijnen.”

“Toen we net waren verhuisd, organiseerde onze nieuwe kerk een vrouwenweekend. Bij de allerlaatste bijeenkomst sprak de spreekster direct tot mij: ‘Je denkt dat alles is afgelopen, maar God heeft nog een taak voor je.’ Ik kan nog niet zeggen wat, maar het was zo’n enorme tik tegen de wand. God liet me merken dat Hij weet waar ik ben. Lijfelijk, maar ook geestelijk. En dat Hij van me houdt. Ik kreeg opnieuw die belofte: ‘Ik laat je niet alleen, dat heb Ik toch beloofd'."

Gods plan

Het gaat nu heel goed met me. Dat diepe vertrouwen groeit nog steeds verder. Er is een bodem, een stevigheid. Op sommige momenten lig je voor je gevoel op je snufferd en moet je je eraan herinneren: ik weet het, omdat ik het weet. Ik ben nu in de grazige weiden. God heeft met ieder mens een plan, maar hoe en wat, dat weet ik niet. Ik ben denk ik een mens van ‘doe wat je hand vindt om te doen’. Daar ga ik in verder. Uiteindelijk komt het erop neer om de ander lief te hebben en er voor hem of haar te zijn, en als het uitkomt te vertellen over God.”

Lees ook: Lize was betrokken bij een dodelijk auto-ongeluk

Geschreven door

Eline van Lindenberg

--:--