Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Puberblog: ‘Zo nu en dan vraag ik me af of ik het wel kan, deze wezens grootbrengen’

Soms vraagt Saar zich wel eens af waar ze aan begonnen is, met vier pubers. “Waarom ren ik zo hard, sta ik paraat voor ieders wens en deel ik te weinig mijn eigen grens?”

Deel:

Ik ben hartstikke blij met mijn vier loeders, maar ik denk ook wel eens, waarom hebben we er eigenlijk vier? Vier exemplaren die grootgebracht moeten worden, vier stuks die aandacht vragen, gevoed en opgevoed moeten worden. Alles keer vier; tandartsbezoeken, verjaardagen, feestjes, te kleine schoenen, te korte pijpen, zwemlessen, ouderavonden. Vier keer verschillende wezens met wensen en grenzen die vragen om een verschillende bejegening. Vier keer slapeloze nachten, experimenteren, een klerenzooi op kamers, vieze wasbakken, achtergelaten vuile vaat, opengetrokken verpakkingsmateriaal en hopen was. En dit op repeat en dat trek ik soms even niet.

Geen Puberblog missen?

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief 'Opgroeien & Gezin'!

Voornaam
E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

Er zijn in de week twee momenten voor mezelf, twee ochtenden stilte in huis, geen geluid, het aanrecht leeg, geen mens in mijn zone en geen wens om te beantwoorden. Maar er zijn van die momenten dat mijn gewaardeerde stilte wordt verstoord omdat er ineens één later moet beginnen, een dag vrij heeft, ziek, zwak en misselijk is of dat mijn man heeft besloten om toch even thuis te werken. Ik dwing bij deze constatering mezelf tot vriendelijkheid, maar van binnen stijgt mijn bloeddruk.

Ik word geleefd en dat vliegt me aan

In mijn eigen tijd wil ik graag bezinnen, mijn gedachten kunnen ordenen, tot rust komen, kunnen opladen en doen wat ik wil. Maar in de praktijk ren ik van boven naar beneden om de basis weer op orde te brengen, het huis te fatsoeneren, de hopen was weg te werken en de voedselvoorraden aan te vullen om ervoor te zorgen dat er weer monden gevoed kunnen worden. En dan staan deze acties nog los van alle oneindige taken en verantwoordelijkheden die er binnens- en buitenshuis bij komen. Ik word geleefd en dat vliegt me aan, mijn geduld raakt op en in de nachten val ik moeizaam in slaap. 

Er zijn periodes waarin ik genoeg heb aan mezelf, door eigen worstelingen waarbij mijn hoofd overuren maakt met gedachten, afwegingen en strijd. Vanbinnen verlang ik er dan naar om alleen te zijn. Dan is de beste versie van mezelf niet meer in het vizier, maar ver te zoeken. Ik vind het pittig als ik zelf weinig ruimte voel voor moederschap; voor de zorg, het omdenken, het tegenstribbelen, voor weerwoord, het oplossen van gedoe. Voor het omgaan met egoïsme en chagrijn, afreageren, lamlendigheid, het leegvreten van mijn kasten, het leven op mijn kosten, de eindeloze betaalverzoekjes, het creëren van chaos en hopen was, het kwijt zijn van spullen enz. Dit alles trekt me leeg en zo nu en dan vraag ik me af of ik het wel kan, deze wezens grootbrengen, wijsheid meegeven, zelf het goede voorbeeld geven, de constante verantwoordelijkheid en aanhoudende zorgplicht die de zorg voor je kinderen met zich meebrengt.

Lieve loeders

Waar zijn we aan begonnen, in welk systeem ben ik beland en wat houd ik zelf in stand? Waarom ren ik zo hard, sta ik paraat voor ieders wens en deel ik te weinig mijn eigen grens? En tegelijk zijn grenzen zonder woorden voor kinderen helder genoeg, omdat ze wel aanvoelen wanneer ik niet ontspannen ben. Ik zie hun checkende blikken of het wel gaat en ik baal omdat ik niet wil dat ze dan op hun hoede zijn of voor mij gaan zorgen. Ik wil ze niet belasten met mijn lege batterij en innerlijke strijd en dan schiet er door me heen: wat blijft hen bij, wat gaan ze onthouden, welke last draag ik over en hoe kijken ze later terug?

Het is voor mij de kunst om dit patroon te doorbreken en ieder kind ook mee te geven dat er voor ieder mens (en voor iedere moeder) ook een grens bestaat waarin het even niet lukt. Een moment waarop er niet stante pede een antwoord komt, waarop er vermoeidheid is en even geen beschikbaarheid. En zelf leer ik meer te delen wat ik denk, uit te spreken wat ik graag zou willen en mijn lieve loeders medeverantwoordelijk te maken voor de taken die we samen kunnen oppakken en kunnen verdelen. Van eigen initiatief moet ik het niet verwachten, maar op verzoek en op instructie zijn ze tot veel bereid.

Op ons krijtbord hangt inmiddels een to do lijst, waar een ieder zijn bijdrage aan kan leveren. En dan is het hebben van vier exemplaren zo gek nog niet.   

--:--