Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Shusaku Endo: ‘Waarom gingen de leerlingen geloven dat Jezus de zoon van God was?’

Shusaku Endo is de schrijver van 'Silence', waar in 2017 een verfilming van verscheen. Bijzonder is zijn boek 'Jezus' dat in het Nederlands is vertaald. Het is geen roman, maar het verslag van een persoonlijke studie. Een leesfragment.

Deel:

We selecteerden een fragment uit het laatste hoofdstuk. Daarin vraag Endo zich af of de kruisiging werkelijk heeft plaatsgevonden.

De vraag is: waarom gingen de leerlingen geloven dat Jezus de zoon van God was?

De vroegste getuigenverklaring van de opstanding die is opgetekend, staat niet in een van de evangeliën maar in een brief van Paulus, waarmee niet zonder meer is gezegd dat de woorden van Paulus feitelijker zijn dan wat in de evangeliën vermeld staat. Maar de zekerheid waarmee de evangeliën en de brieven van Paulus zijn doordrenkt als het om de opstanding van Jezus gaat, is bijna stuitend. De wonderverhalen over het leven van Jezus in de evangeliën zijn boterzacht in vergelijking met wat er over de opstanding wordt beweerd. De schrijvers van het Nieuwe Testament verzamelden verhalen over wonderen die Jezus op verschillende plaatsen zou hebben gedaan en weefden die volksverhalen in de evangelieteksten. Maar met het verhaal over de opstanding ligt dat heel anders. Marcus, de vroegste evangelieschrijver, hanteert een uiterst directe en levendige stijl in zijn vertelling van dit wonderlijke verhaal en de andere schrijvers van het Nieuwe Testament zijn al even stellig.

Maar wanneer nu over de Christus wordt verkondigd dat hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? (…) en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat wij verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt… (1 Korintiërs 15)

Geschreven met een absolute stelligheid…

Alles is geschreven met een stelligheid die bijna absoluut is, met een verbluffende en onwankelbare zekerheid. Waar komt die mate van overtuiging vandaan? Als je ervan uitgaat dat die hele gebeurtenis niet feitelijk zo heeft plaatsgevonden…

Wij, die geen ooggetuigen zijn geweest van de opstanding van Jezus, worstelen met de vragen zoals ik die hier heb gesteld. Maar hoe hebben de leerlingen weer vaste grond onder de voeten gekregen? Waarom bleven zij zo onverstoorbaar voet bij stuk houden over iets dat zo absurd is als opstanding, een idee dat zelfs door hun tijdgenoten als belachelijk werd bestempeld? Het is niet zo moeilijk om deze leerlingen weg te zetten als fantasten, als dromers, aanhangers van een gedachte die niets anders kan zijn dan een mystieke waan, slachtoffers van massahypnose, maar er is geen snipper bewijs dat dergelijke veronderstellingen schraagt. Dit mysterie blijft ons zwaar op de maag liggen.

Het evangelie van Marcus, het oudste, besluit in het achtste vers van het laatste hoofdstuk met de vaststelling dat het lichaam van Jezus op raadselachtige wijze uit het graf verdwenen is. Niets meer en niets minder, vers acht is het slotakkoord.

Een bruusk einde

Vroeg in de ochtend van de tweede dag na Jezus’ dood, waren er drie vrouwen op weg naar de tombe waarin Jezus was gelegd om zijn lichaam te balsemen met oliën en specerijen. Het was vlak na zonsopkomst. Tot hun verbazing was de grote steen voor de ingang weggerold. Het lichaam was verdwenen, in de tombe zat een jonge man, alleen.

Ze [de vrouwen] gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.

Met deze woorden eindigt het evangelie volgens Marcus; geleerden zijn het erover eens dat wat na vers acht komt een toevoeging van latere datum is, door iemand anders geschreven. Recent uitputtend onderzoek van Campenhausen heeft de historische authenticiteit van dat lege graf bevestigd, maar je kunt je goed voorstellen, ook zonder een dergelijk onderzoek, dat het gerucht ontstond dat de leerlingen het lichaam hebben weggenomen, zoals de Bijbel dat treffend beschrijft (Matteüs 28: 13-15); en dan sympathiseren we met Maria van Magdala, die dacht dat de tuinman van de begraafplaats het stoffelijk overschot had weggesleept, een verhaal dat staat opgetekend in het evangelie van Johannes.

Hoe dan ook, onze aandacht gaat uit naar dit laatste vers van het evangelie van Marcus, waarmee heel het verhaal op een nogal bruuske manier ten einde komt. Deze finale van het vroegste evangelie maakt het begrijpelijk dat de leerlingen, ondergedoken op een veilige plek in Jeruzalem, eenzelfde schok hebben ervaren over dat lege graf als de vrouwen. Zij waren al danig in de war en emotioneel aangedaan door de dood van Jezus, maar met deze onverwachte plotwending zag de wereld er opnieuw ineens totaal anders uit.

Een timmerman werd een leraar van statuur

Als wij ervan uitgaan, enkel omwille van het discours, dat het incident van het lege graf een louter fictief verhaal is, en vervolgens stilstaan bij de vragen die ik eerder opwierp, dan moeten we wel aannemen dat het een heel andere gebeurtenis is geweest die de leerlingen tot op het bot heeft geraakt, maar dan een gebeurtenis van eenzelfde intensiteit en impact. De logica dwingt ons ertoe te concluderen dat wat het ook was, de impact zodanig moet zijn geweest dat het de leerlingen ertoe bracht hun beeld van de machteloze Jezus drastisch bij te stellen naar dat van een almachtige Jezus. Daarbij moeten we dan tevens aannemen dat deze andere gebeurtenis, wat de aard ervan dan ook geweest moge zijn, er bovendien toe heeft geleid dat de leerlingen ervan overtuigd waren dat de opstanding van Jezus een onbetwistbaar feit was.

De timmerman die opgroeide in het achterland van een onder de voet gelopen natie bleek gedurende zijn korte loopbaan een leraar van buitenwereldlijke statuur, voor wie zelfs zijn intimi op het laatst niet veel waardering meer wisten op te brengen. Pas na zijn dood waren zij in staat te vatten wie en wat hij werkelijk was. Als je het mij vraagt, zou er best eens een analogie kunnen zijn tussen het onvermogen van de leerlingen om te begrijpen wie Jezus tijdens zijn leven was en ons onvermogen om het mysterie van het menselijk bestaan te bevatten. Jezus vertegenwoordigt immers de voltallige mensheid. Bovendien, net als wij die op dit moment in deze wereld leven de wegen van God niet begrijpen, was Jezus voor zijn leerlingen niet te doorgronden. Zijn hele bestaan was niets anders dan een omarming van een leven dat alleen om de eenvoud van de liefde draait; en omdat hij alleen voor de liefde leefde, leidde hij in de ogen van de leerlingen uiteindelijk een futiel bestaan. Hij moest sterven, voor zijn leerlingen in staat waren de sluier op te lichten en te zien welk pad er voorbij die ogenschijnlijke zwakte lag.

Vorig jaar verfilmde de beroemde regisseur Martin Scorsese de roman Silence van Shusaku Endo, een indringende must-see. Endo-kenner Nikolaas Sintobin schreef dit erover.

afbeelding
afbeelding.

Jezus, Shusaku Endo, Kok, € 19,99
Meer info vind je hier.

--:--