Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Sylvana Simons: ‘Ik heb het beste voor met iedereen, ook met de mensen die mij haten.’

Tweede Kamerlid Sylvana Simons (BIJ1) ziet zichzelf niet als religieus. Toch komt er in het interview met Tijs van den Brink in Adieu God? veel religie bovendrijven. ‘Er moet wel iets zijn.’

Deel:

Kom je uit een religieus gezin?

‘Ik kom niet uit een religies gezin in de zin dat we naar de kerk gingen, maar wel uit een gezin waarin ruimte was voor allerlei geloven. Mijn moeder zegt altijd: “Ik haal het mooie uit alles.” Dat bracht ze dan samen.

Ik ben dus wel met een spiritueel bewustzijn opgegroeid. In ons huis waren symbolen uit allerlei stromingen terug te vinden, en natuurlijk ook de Bijbel. Mijn ouders zijn wel religieus opgevoed, zij komen natuurlijk uit Suriname en daardoor zijn ze wel kerkelijk opgegroeid.

Werd er uit de kinderbijbel voorgelezen?

‘Ik had een heel mooie kinderbijbel, kan ik me herinneren. (…) Ik las daar veel in, ik vond de verhalen mooi, ik werd daar veel uit voorgelezen en m’n moeder legde dan ook altijd de moraal van het verhaal uit.’

Sylvana’s lievelingsverhaal was dat van Simson en Delila, maar ze was ook geïntrigeerd door de vrouw van Lot die in een zoutpilaar veranderde. ‘Ik heb het als kind meer ervaren als mooie sprookjes.’

Lees ook wat Arnon Grunberg zei in Adieu God?: 'Als je zegt: “God is almachtig en altijd goed”, dan kom je in problemen.'
Lees ook wat Arnon Grunberg zei in Adieu God?: 'Als je zegt: “God is almachtig en altijd goed”, dan kom je in problemen.'

God was een gegeven

Sylvana is opgegroeid met het idee dat God bestaat. ‘Hoewel mijn moeder het altijd over een hogere macht had.’

En op welke manier sprak ze daarover?

‘Meer als hogere macht, een scheppende kracht en misschien wel een veilig thuis. Maar wat ik van jongs af aan gevoeld heb, is dat het georganiseerde niet fijn voor mij voelt. Ik heb ook altijd vragen gehad over God, Jezus en Maria en hoe die gepresenteerd worden. Dat is een intrinsiek gevoel.’

‘Dus als je vraagt hoe er bij ons thuis over God werd gesproken, dan zou ik zeggen: God was een gegeven, maar niet onze steun en toeverlaat in alles. Terwijl ik dat bij mij familie, die heel gelovig zijn, echt merk. De meeste van mijn broers en zussen zijn heel actief in de kerk, zowel in Suriname en als hier, de meesten wonen in Nederland. En ik merk dat God voor hen altijd aanwezig is, een veilig thuis is en een stuwende kracht. Maar ik heb dat niet en mis het ook niet.’

Gebed voor haar zoon

Sylvana noemt zichzelf een einzelgänger en heeft in haar leven veel meegemaakt. Ze ging op haar 14e al uit huis, werd jong moeder en zowel haar vader als haar ex stapten uit het leven door zelfdoding. Bovendien kreeg haar zoon een ernstig ongeluk op jonge leeftijd: hij kreeg een pan heet water over zich heen die 60 procent van zijn huid verbrandde.  

Je vertelde dat je wel even hebt gebeden bij het ongeluk van je zoon?

‘Ja, automatisch. Ik denk dat velen van ons dat doen. Ik weet ook nog wat ik bad. Ik zei namelijk: ‘Red hem en neem desnoods mij. Maar laat hem het redden, alstublieft.’
Dat maakt ook dat ik geloof dat we allemaal behoefte hebben aan iets dat buiten onszelf ligt dat we soms mogen aanroepen of aanwenden.’

Maar dan zou Hij er toch moeten zijn?

‘Het maakt met niet uit of Hij er is. Ik hoef het niet te weten. Ook niet of er leven is na de dood of dat ik nog terugkom. Ik geloof zelf heilig dat de ziel nooit sterft, maar dat het omhulsel eindig is. Misschien bestaat er een God, misschien niet. Misschien bestaat er leven na de dood, misschien niet.’

Evenbeeld van God

God is een zwarte vrouw, heb je ooit eens gezegd…

‘Ja, ik ben namelijk geschapen in het evenbeeld van God. Dus mijn God ziet eruit zoals ik. Ik heb dat toen vooral gezegd omdat ik niet veel waarde hecht de beeltenis die wij eraan geven. Als ik een afbeelding zie van Jezus met blond haar, dan herken ik mezelf daar niet in. Dus aan die symboliek wil ik niet te veel waarde aan hechten.’

Sylvana vond de bevalling van haar eerste kind een goddelijke ervaring. Daarnaast vertelt ze hoe de brandwonden op het gezicht van haar zoon op een wonderlijke manier zijn genezen nadat ze ervoor had gebeden.

‘Er moet wel iets zijn. Ik zie vooral hoeveel kracht en hoop mensen halen uit het gezamenlijk belijden van hun religie. Niet alleen door het naar de kerk gaan, maar ook door actief te zijn in de kerk, gemeenschap te vormen, de vriendschappen die ze daar opdoen die vaak bijna een familieband opleveren. Ik snap ontzettend goed dat mensen daar kracht uit halen. Maar ik heb daar helemaal geen behoefte aan.’

Met Jezus heeft ze na een aanvankelijk ‘nee’ wel iets, beseft ze. ‘Als ik aan Jezus denk, dan denk ik aan: Het is goed. Je bent goed zoals je bent.’ Maar zodra religie georganiseerd wordt, krijgt ze er een aversie tegen. Teleurstelling in het gedrag van christenen speelt daarin ook een rol.  

Vijanden liefhebben

Jij strijdt met je partij tegen racisme en kolonialisme. Hoe kijk je vanuit dat oogpunt naar het christendom?

‘Het christendom is ook misbruikt in die context om te onderdrukken en om mensen hun oorspronkelijke waarden, taal en religie, hun zijn te ontnemen. Ook daar zit het institutionele en het patriarchale, het is een patriarchaal gedreven instituut en ik ben daar niet voor geboren.

En wat kun je met de uitspraak van Jezus: ‘Heb je vijanden lief, bid voor degenen die je vervolgen.’

‘Ik kan daar absoluut wat mee. Zo voer ik zelfs mijn politiek. Ik heb zelfs het beste voor iedereen, ook met de mensen die mij haten.’

Daar doel ik ook op, je krijgt nogal wat over je heen… Dat moet iets met je doen…

‘Dat doet iets met mij omdat ik het als fenomeen gevaarlijk vind. Zo horen wij niet met elkaar om te gaan.’

Maar dat is heel algemeen…

‘Het is alsof ik mijn moeder dan weer hoor. Als ik slecht sprak over iemand zei ze: “Nee, dat is ook iemands kind.” En: “Dat is ook een kind van God, dat is ook een waardevol mens.” In mijn politiek strijd ik voor gelijkwaardigheid. Dat is niet alleen voor de mensen die mij aardig vinden, maar ook voor de mensen die denken dat ze mij haten. Ze haten mij niet, ze kennen mij niet goed genoeg om mij te haten.

Liefde is iets dat je onvoorwaardelijk aan iedereen zou moeten willen geven, ongeacht wat je daar wel of niet voor terugkrijgt. Dus hier (in de uitspraak van Jezus, red.) kan ik me totaal vinden.’

Dit is een gedeelte van het gesprek dat Tijs met Sylvana had. Het hele gesprek is vanavond om 23.25 uur te zien in Adieu God? op NPO 2. Je kunt het gesprek later nakijken via deze link naar NPO Start

--:--