Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Theoloog en pedagoog Maartien Hutter: Ga met kinderen op ontdekkingsreis in de Bijbel!

‘Nooit meer een kleurplaat’

Hoe kan ik (mijn) kinderen op een passende en open manier meegeven wat geloven is? Maartien Hutter, werkzaam bij het NBG, schreef er een boek over: Nooit meer een kleurplaat. Het boek is bestemd voor ouders, leerkrachten, kinderwerkers, predikanten en iedereen die zoekt naar nieuwe manieren om met kinderen de Bijbel te ontdekken en erover in gesprek te komen.

Deel:

Maartien pleit in haar boek voor ‘gelijkwaardige geloofscommunicatie’ met kinderen. Daarmee bedoelt ze geen eenzijdige geloofsoverdracht, maar tweerichtingsverkeer. Je kind zelf actief laten ontdekken wat de Bijbel en geloof te zeggen hebben.

“Welke manier je kiest om je kind op te voeden met de Bijbel, hangt samen met je visie op opvoeden, je visie op kinderen en op geloof. Je kunt als opvoeder kinderen helpen om zelf de Bijbel en het geloof te ontdekken, door er samen mee aan de slag te gaan zonder dat de uitkomst van tevoren vastligt. Die ontdekkende manier, dat is kindertheologie.”

Waarom ‘nooit meer een kleurplaat’?

“We willen daarmee raken aan de vraag hoe je een moment met kinderen en de Bijbel vorm moet geven. Grijp je dan naar een kleurplaat? Veel mensen verlangen eigenlijk naar meer, maar weten niet hoe ze dit kunnen doen. Een kleurplaat is niet per definitie fout natuurlijk, want kinderen kunnen echt genieten van het maken van een kleurplaat. Maar met de titel van het boek willen we duidelijk maken dat er zoveel meer mogelijk is om echt in gesprek te zijn met kinderen.

Een kleurplaat is niet per definitie fout.

Dit boek is eigenlijk voor iedereen die met kinderen en de Bijbel bezig is en die twee met elkaar wil verbinden. Kindertheologie is als het ware een driehoek met de opvoeder, de kinderen en de Bijbel. Die staan allemaal met elkaar in contact en hebben hun eigen dynamiek.”

Waarom vind je kindertheologie zo belangrijk?

“Wat ik zelf heel mooi vind, is dat kinderen er een heel centrale plek in krijgen. Je sluit aan bij hun eigen manier van denken, hun vragen en wat zij mooi of juist lastig vinden. Je gaat niet als volwassene van tevoren bedenken wat de moraal van het verhaal is en wat je wilt overbrengen, maar je gaat samen met het kind op ontdekkingstocht. Het is echt een ontmoeting waarin dingen ontstaan en waar soms kinderen jou ook in verrassen, in plaats van dat jij vertelt hoe het zit. Je probeert de Bijbel zelf te laten spreken en zo breng je dan het kind en de Bijbel met elkaar in gesprek. Dat vind ik prachtig.

Kijken met de ogen van een kind is heel verrijkend.

Met kindertheologie bouwen kinderen zelf aan hun geloofsontwikkeling. Je zou het kunnen vergelijken met dit voorbeeld: Je kan een kind een mooi cadeau geven, maar je kan ook samen met een doos blokjes op de grond gaan zitten en samen bouwen. Ik denk dat het heel waardevol is als kinderen zelf de betekenis in een Bijbelverhaal kunnen ontdekken en dat het er niet wordt in gestopt door jou als opvoeder.

Een indrukwekkend voorbeeld vind ik het voorbeeld van het kind dat God gaat tekenen naar aanleiding van een tekst uit de psalmen. Op een gegeven moment tekent het kind verder op zijn tafel, tot grote schrik van de juf. ‘Ja maar juf, God is te groot voor mijn papier’, is dan het antwoord van het kind. Dat vind ik heel mooie dingen. Soms kunnen kinderen dingen beter verwoorden dan wij als volwassenen. Kijken met de ogen van een kind is heel verrijkend.”

Zorgt kindertheologie niet voor dwalingen of misvattingen?

“Ik krijg vaak de vraag of kindertheologie niet een vruchtbare bodem is voor misvattingen en verkeerde gedachtes over geloof. Ik snap die vraag heel goed, want je moet als opvoeder je kind ook een beetje loslaten. Aan de andere kant speelt de Bijbel een heel belangrijke rol. Je kind is niet zomaar in het luchtledige ideeën aan het bedenken en in het wilde weg aan het fantaseren.”

Hoe kan je kindertheologie concreet in de praktijk brengen?

“Door je bewust te zijn van de rollen die je als opvoeder hebt. Als eerste heb je de aandachtige waarnemer:goed luisteren en kijken naar kinderen. Als betrokken reisgenoot ga je samen op pad met je kind en met hen omgaan als gelijkwaardige gesprekspartners. Als derde ben je ook de inhoudelijke gids: je reikt af en toe dingen aan.

In het geloofsgesprek is het belangrijk dat je ze verschillende open vragen stelt, dat je zorgt dat de sfeer veilig is en dat de kinderen weten dat niks fout is wat ze zeggen.

Stel open vragen en zorg dat de sfeer veilig is.

Om een heel concreet voorbeeld te noemen: je kan in een gespreksvorm bij een verhaal over Mozes een lege stoel in de kring zetten en de kinderen de mogelijkheid geven om hun vragen aan ‘Mozes’ te stellen. Door zo’n soort werkvorm gaat het verhaal veel meer leven en kunnen ze er zich mee verbinden. Natuurlijk hangt de diepte van een gesprek wel af van de leeftijd van het kind, maar over het al gemeen kunnen kinderen van zes, zeven jaar zich al aardig goed inleven en over vragen nadenken. En kinderen van zeven, acht of negen jaar zijn bijvoorbeeld gek op weetjes. Daar kan je dan mooi op inspelen.”

Lees ook over de mentale gezondheid van je kinderen in KidsRight: geestelijke gezondheid van onze jeugd is net zo belangrijk als economie

Nooit meer een kleurplaat Maartien Hutter

Het boek 'Nooit meer een kleurplaat' is geschreven door Henk Kuindersma en Maartien Hutter. Bekijk de lanceringslivestream van het boek hier

--:--