Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zesvoudig Nederlands kampioen longboard Suzanne Vermeer

‘Topsport kan heel egocentrisch worden'

Frankrijk, Portugal, Spanje, Zuid-Afrika, Australië, Costa Rica, Marokko. Suzanne Vermeer heeft in haar eentje over de hele wereld golven bedwongen tijdens haar surfcarrière. Eenzaam was ze niet. “Elke wedstrijd bad ik voordat ik het water in ging of God mij en de andere deelnemers wilde beschermen.”

Deel:

Voetbal, dansen of hockey zijn sporten die veel 15-jarigen wekelijks beoefenen, maar toen Suzanne die leeftijd had, koos ze een andere route: ze ging surfen. “Maar ik zat ook op turnen hoor”, lacht ze. “Dat heb ik van mijn 4e tot mijn 19e gedaan. Ik denk dat die souplesse van turnen best een grote rol heeft gehad in mijn surfcarrière. Mijn bovenlijf bleek gemaakt om te surfen.” Een vriend van de middelbare school nam Suzanne mee naar de lokale surfclub in Ter Heijde. Suzanne: “Ik stond daar steeds bij te kijken, tot iemand vroeg of ik niet eens zelf iets wilde proberen. Dat was een schot in de roos, ik vond het zo gaaf. Vanaf die dag ben ik blijven surfen.”

Haar eerste wedstrijd surfte ze in Frankrijk. “Ik mocht meedoen in de beginnerscategorie, maar die ronde ging niet door, omdat er te weinig deelnemers waren. Ze zeiden dat ik wel mee mocht doen met de officiële damescategorie en daar stond ik ineens op het podium, als tweede of derde. Toen dacht ik: dit gaat me goed af. Competitie was ik al gewend door het turnen. Het surfen vond ik heel leuk en het wedstrijdelement sprak mij ook aan, dus het was: één en één is twee.” Inmiddels is Suzanne gestopt met wedstrijdsurfen, maar ruim zeventien jaar later is haar huis nog steeds goed gevuld met prijzen en trofeeën. “Ik ben daar zelf niet meer veel mee bezig”, zegt ze lachend met een prijs in haar hand.

Geen topsport, maar hobby

Suzanne groeide op in een christelijk gezin met drie zussen. Zij kregen niet direct mee dat Suzanne écht goed was in surfen. “Maar misschien vertelde ik dat zelf ook wel niet. Vroeger was het vaak zo dat de voorrondes op een zaterdag begonnen en ik de finale op zondag surfte. Dat was voor mijn ouders eerder bezwaarlijk dan prettig.” Lachend: “Toch motiveerde dat mij als puber misschien alleen maar meer. Gelukkig is dat later veranderd. Toen ze wisten dat ik Nederlands kampioen zou worden, kregen ze door wat surfen voor mij betekende. Uiteindelijk kwamen ze op zondag wel een keer naar een wedstrijd kijken. Dat leverde me wel wat tranen op.”

Bij het surfen zit je met je hele lichaam in de branding, waarbij veel gevraagd wordt van je armen en rug. “Als je eenmaal staat, denk je misschien dat het board z’n werk doet, maar dat is niet helemaal zo. Het is een explosieve sport, je bent naast het vele peddelen continu op het board aan het springen, waarna je krachtige trucs probeert uit te voeren. Toch zag ik het zelf niet als topsport, het was voor mij meer een uit de hand gelopen hobby. Ik begon na de sportacademie al snel met een baan in het onderwijs en het surfen deed ik ernaast, in mijn vakanties. Ik bedacht zelf oefeningen en was zo’n surfvakantie veel bezig met de techniek en het leren van nieuwe trucs. Daarnaast probeerde ik natuurlijk ook te blijven genieten van de vakantie op zich.”

Heeft de topsport veel van je gevraagd?
“Het klinkt misschien suf, maar ik deed er niet veel extra’s voor. Ik studeerde in 2006 af aan de sportacademie en ben toen een half jaar naar Nieuw-Zeeland gegaan. Met het idee om heel veel te gaan surfen en in te halen wat andere vrouwen om mij heen al aan ervaring hadden. Ik had nog nooit buiten Europa gesurft en vrouwen tegen wie ik concurreerde, waren vaak vijf tot tien jaar ouder. Het daaropvolgende surfseizoen werd ik Nederlands kampioen, dus dat plan heeft goed uitgepakt. Voor mijn surfcarrière heeft die reis een grote rol gespeeld, maar ook voor mijn geloofsbeleving.”

Een christelijk surfnetwerk

Thuis ging Suzanne altijd met haar gezin mee naar de gereformeerde kerk, dat was een gewoonte. Ook in Nieuw-Zeeland zocht ze de kerk weer op, omdat ze ernaar bleef verlangen. “Ik was ver weg van huis en de kerk voelde toch als een soort thuis, met familie. Door een surfwedstrijd kwam ik in contact met een organisatie genaamd Christian Surfers. Hun missie is om wereldwijd een brug te slaan tussen surfers en de kerk. Een van hen nodigde me uit in zijn kerk. Dat was eigenlijk wel heel fijn; de mensen waren heel benaderbaar en er ontstonden al snel oprechte vriendschappen. Bij thuiskomst dacht ik: naar zo’n kerk wil ik ook.

In Nederland was een echtpaar dat ook verbonden was met Christian Surfers bezig met het starten van een nieuwe kerk: de Reality Church Scheveningen. Daar zit ik nu nog steeds bij. Dit is een gemeente zonder landelijk kerkverband. Deze stap veranderde mijn geloof als jonge christen enorm. Ik kon daardoor regelmatig met leeftijdsgenoten over mijn geloof praten en het bleef niet alleen bij de zondagen. Mijn geloof begon meer en meer te leven in mijn dagelijkse bezigheden. Mijn relatie met God werd veel persoonlijker. Ik heb me ook, erg symbolisch, laten dopen in de zee! Maar geloven gaat voor mij wel een beetje ‘in golven’. Er zijn ook momenten van twijfel over hoe iets echt zit of bedoeld is door God. Maar ik ben God zeker meer als een Vader gaan zien en de heilige Geest als een leidraad. De Wegwijzer.”

In haar eentje trotseerde Suzanne vele golven, van Europa tot aan Afrika en Australië. En ze ontdekte veel over andere culturen en over zichzelf. Ze deed het allemaal alleen, maar eenzaam voelde ze zich nooit. “Als je alleen reist, kom je juist heel veel mensen tegen met wie je contact maakt. En dankzij het Christian Surfers-netwerk leerde ik veel mensen over de hele wereld kennen. Dus nee, eenzaam was ik niet, maar het heeft me wel iets van mijn sociale leven gekost. Ik ging niet met andere vrienden op vakantie en deed heel erg mijn eigen ding. Ik ben dan ook prima op mezelf, ik ben behoorlijk zelfredzaam en ondernemend. Maar als ik niet zo voor het surfen was gegaan, had ik denk ik wel een ander sociaal leven gehad met de mensen thuis.”

‘Topsport kan heel egocentrisch worden’

Terugkijkend op haar enerverende sportcarrière moet ze een lach onderdrukken. “Het is toch bijzonder, want achteraf heb ik het sporten ook als iets negatiefs ervaren. Dat zit vooral in het feit dat ik veel met mezelf bezig ben geweest, in plaats van met anderen. Ik had die tijd veel meer aan vriendinnen of vriendjes kunnen besteden. Ik heb altijd al dubbel naar topsport gekeken. Het is mooi om iets heel goed te kunnen, maar het kan je ook heel egocentrisch maken. Want als het alleen maar om mijn roem draait, wat betekent dat dan? Dat is niks, het is heel leeg. Nu ben ik zes keer Nederlands kampioen geweest. En dan? Wat heb ik daaraan? Pas als ik daarmee iets kan doen voor anderen krijgt het voor mij echt betekenis. Daarom was ik blij dat ik me kon inzetten voor Christian Surfers, waar ik hielp bij het organiseren van leuke activiteiten, zoals surftrips of eten op het strand, gevolgd door momenten van aanbidden en verdieping. Ook werkte ik mee aan De Surfbijbel, door mijn getuigenis daarin te delen. Ik voelde me geroepen door God om zo mensen te inspireren en wat van mijn succes terug te geven.”

Wat heeft het surfen je gebracht?
“Ik heb fantastische reizen gemaakt en mooie vriendschappen gesloten. Ik leerde veel over mijzelf, zoals dat ik niet snel bang hoef te zijn om uitdagingen aan te gaan, ongeacht waar ik ben. Ik was dan ook best trots op mezelf dat ik dat allemaal toch even gedaan heb. Daar heeft mijn geloof me toen ook in geholpen, het was mijn vangnet in lastige tijden. En mijn kerkelijke gemeente was daarin toen – en nu nog steeds – een liefdevol en sociaal netwerk waarmee ik de dingen van het leven kan delen. Mijn wereldbeeld is door al die ervaringen verbreed. Ik heb gezien hoe anders mensen het kunnen hebben, hoeveel armoede er is. Maar ook ontdekte ik dat je bepaalde dingen, zoals je geloof, altijd met je mee kunt nemen en dat het niet alleen voor thuis bedoeld is. Mijn surfcarrière heeft me zeker wat gekost. Maar ik zeg altijd: ik doe niet aan spijt. Dat heb ik ook niet over mijn surfcarrière. Het heeft me gevormd tot wie ik nu ben en wellicht zou ik het toch allemaal weer precies zo doen.” Rond 2014 was het genoeg geweest voor Suzanne en zette ze een punt achter haar surfcarrière.

Klaar met surfen
Dat Suzanne besloot te stoppen had een belangrijke reden. “Ik denk dat God tegen me zei dat ik te veel met het surfen bezig was. Surfen was mijn afgod geworden. Vroeger was het een uitzondering als je surfte, maar tegenwoordig is het voor sommigen echt een levensstijl geworden. De sport heeft alles in zich om er obsessief mee bezig te zijn. Als er golven staan, moet je gaan. Ik was er zo veel mee bezig, dat ik het gevoel had dat God zei: ‘Laat het maar even zitten. Je tijd is ook waardevol om andere dingen mee te doen, het gaat niet alleen om Suus op het surfboard.’ Ik verschuilde me er ook wel achter en ging op die manier sommige confrontaties niet altijd aan. Ik denk dat God wilde dat ik mijn uitlaatklep niet in het surfen zocht, maar bij Hem.”

“Maar het stoppen had ook praktische redenen”, gaat ze verder. “Mijn wedstrijdcategorie verdween min of meer in Nederland, er viel geen eer meer aan te behalen. Ik was ook toe aan een nieuwe uitdaging. Kitesurfen voelde in Nederland als een logische volgende stap, er is hier veel en vaak wind. Als ik naar het buitenland ga om te surfen, geniet ik daar enorm van, maar ik voel thuis niet meer die passie zoals toen. Kitesurfen is een tijdje mijn nieuwe passie geweest, tot er een periode in mijn leven aanbrak dat het even helemaal niet goed met me ging. Daardoor kwam mijn geloof ook op een lager pitje te staan.”

Een moeilijke periode
In de afgelopen twee jaar raakte Suzanne overspannen en had ze depressieve gevoelens. Daarbij kwam ze ook nog eens in een zware rouwperiode terecht na het overlijden van een dierbare. “Ik heb God weinig om troost en kracht gevraagd. Ik praatte erover met geloofsmaatjes en hoorde ze dingen zeggen waarvan ik dacht: zo dacht ik er ook altijd over, maar nu het zover is, voelt het niet meer zo. Er was verdriet, onbegrip, woede, rouw, van alles door elkaar heen. Maar geen rust en vrede. En dat neem ik mezelf ook kwalijk. Ik ben toch een gelovige vrouw? Waarom ben ik niet naar God gegaan? Het leven is wat dat betreft net als surfen, je kunt zomaar over de kop slaan en – in surftermen – gespoeld worden.

‘Dat motiveerde mij als puber misschien alleen maar meer’

Mijn geloof is enorm veranderd. Als je net tot geloof komt en je laat je dopen, dan ben je hongerig naar alles wat er is. Ik ging veel lezen en studeren, maar dat vindt allemaal in het koppie plaats. Ik dacht daardoor zwart-wit. Je geloof groeit en ik sta er nu wel anders in dan toen ik zo jong was. De reis van je hoofd naar je hart vind ik soms lastig. Je wilt natuurlijk dingen begrijpen. Want wat geloof ik, waar wil ik in geloven en hoe gaat dat in de praktijk? Maar zo werkt het niet altijd. Die reis blijft eindeloos doorgaan.”

Een onverwoestbaar getuigenis’
Eén ding blijft altijd een rode lijn in haar leven: het water. Vanuit haar woonkamer in Den Haag kan ze de zee zien en terwijl ze die kant op kijkt, denkt ze even na. “In het water zijn heeft echt iets heel gaafs”, zegt ze dan glunderend. “Het is een en al natuur, waardoor je je ook meer verbonden voelt met het leven en met God. In het water ontmoet ik God. Je zit er letterlijk in, je bent erdoor omgeven en voelt het op je hele lichaam en op je gezicht. Je beweegt mee met de beweging van de golven. Het is een gave metafoor van hoe ik zou willen dat het geloof voelt. Dat God mij letterlijk omarmt en mij beweegt. Als ik in of op het water ben, kom ik er ook steeds weer achter waarom het mij zo aantrekt.”

Surf je nu nog weleens?
“Ik ben niet meer veel op een board te vinden, maar ik probeer wel wekelijks naar de zee te gaan. De grootsheid en kracht van de natuur doen mij beseffen dat God er is. Wij kunnen als mensen de stromingen en het getij van de zee niet regelen, dat kan Hij alleen. De natuur getuigt van Gods aanwezigheid en van zijn bestaan. Ondanks alle onzekerheden of dingen die je meemaakt waardoor je geloof wordt uitgedaagd, blijft de natuur een onverwoestbaar getuigenis. Je hoeft maar naar buiten te kijken, naar de blaadjes aan de bomen en je ziet het al. Die natuur kan een onverklaarbare maar heerlijke geruststelling geven. Zeker ook voor mij na deze moeilijke periode.” Suzanne kijkt weer opzij door het raam, naar de zee. “Hij is er wel.”

Tekst: Nienke Kruizinga-van der Wal

Wie is Suzanne Vermeer

Suzanne Vermeer (bijnaam: ‘Surfing Soezi’) wordt geboren op 23 november 1984 in Monster. Daar groeit ze op met haar drie zussen en ouders. Op haar 15e komt Suzanne met surfen in aanraking. Na de middelbare school studeert Suzanne aan de sportacademie. Als surfer wint ze het Nederlands kampioenschap longboarden in 2007, 2008, 2009, 2010, 2011 en 2013. Nu surft ze niet meer, maar werkt ze als gymdocent op een internationale basisschool in Den Haag, waar ze ook woont. Suzanne is single en geniet momenteel het meest van haar hobby’s kitesurfen, suppen, beachvolleyballen, bergwandelen, beeldhouwen en salsadansen.

--:--