Als je kind (bijna) niks durft te eten: ‘Ik had hem dit graag bespaard’
Redacteur Rita Maris' zoon (10) heeft de eetstoornis ARFID
Een kind dat niet eet drijft een ouder tot wanhoop. Wanneer een eetprobleem uitgroeit tot een eetstoornis heeft dit grote impact op het hele gezin. Eva-redacteur Rita Maris heeft een tienjarige zoon met de eetstoornis ARFID. Ze geeft ons een inkijkje in de emotionele rollercoaster waar zij doorheen gaat, nu haar zoon onder behandeling is bij een eetschool voor kinderen met ARFID.
“Mam, wanneer mag ik eindelijk weer naar mijn eigen school?” Er lopen tranen over de wangen van mijn tienjarige zoon. Hij is moe van een dag vol eettherapiesessies en zit in zijn pyjama naast mij op bed. “Ik mis mijn vrienden zo erg”, zegt hij verdrietig. “Ik moet zeker voor altijd bij de eetschool blijven?”, sombert hij. “De andere kinderen hoeven maar kort daar te zijn en ik ben er al héél lang!” Met een snik vervolgt hij: “Ik doe toch ook erg mijn best? Ik vind het alleen zo moeilijk om te leren eten.” Mijn hart breekt.
Ik zette mijn zoon huilend in de taxi en haalde hem er huilend weer uit
Arme jongen. Als er iemand is die zijn best doet is hij het wel. Eten is voor hem helaas niet vanzelfsprekend; hij is niet alleen extreem gevoelig in zijn mond, waardoor hij moeite heeft met de geur, smaak en textuur van eten, hij is daarnaast ook nog eens heel bang om iets te proeven dat hij niet kent. En dat is zo`n beetje alles, behalve het handjevol producten dat hij op zijn ‘veilig-eten-lijstje’ heeft staan. Hij is zelfs bang voor patat, pizza en pannenkoeken. Sterker nog: hij heeft nog nooit snoep, taart of ijs op. Qua eetniveau is hij blijven hangen op dat van een baby van zes maanden. Toen hij nog geen twee jaar was hoorden we dat hij de eetstoornis ARFID heeft. Sindsdien heeft hij al veel verschillende soorten eettherapie gehad.
Eetschool voor kinderen met ARFID
Omdat hij niet altijd babypotjes als avondeten kan blijven eten, gaat hij al acht maanden naar een speciale eetschool voor kinderen met ARFID. Een last resort, voor als alle andere therapievormen niet helpen. Hier krijgt hij vijf dagen in de week, meerdere keren per dag, eettherapie. Week in week uit, maand in maand uit, stapt hij s’ morgens om half acht in de taxi richting de eetschool en wordt hij rond half vijf weer thuis afgezet. Als hij tenminste niet in de file staat, wat regelmatig voorkomt.
Omdat deze behandeling psychisch erg zwaar voor hem is, heb ik het eerste half jaar doorlopend getwijfeld of we er wel goed aandeden om hem deze intensieve behandeling te laten ondergaan. Is het niet te intensief voor hem? Wat als de impact van deze eettherapie te groot is en op de lange termijn psychische gevolgen geeft? Moeten we wel doorzetten als hij zo vaak verdrietig is? Al maanden sluimeren deze vragen onrustig in mijn gedachten. Waar doen wij goed aan als ouders?
Ik ben zo bang als ik eten moet proeven
Leren eten door middel van eettherapie
Mijn zoon kijkt mij met betraande ogen aan en zegt: “Ik ben zo bang als ik eten moet proeven. Het is te moeilijk voor mij.” Mijn twijfels komen meteen weer naar boven. En nu is het genoeg. We stoppen ermee! Maar zal hij dan ooit leren eten? Ik probeer mijn gedachten een halt toe te roepen en kijk naar mijn lieve, gevoelige zoon. Wat heeft hij het zwaar. Ik weet dat hij extra emotioneel is als hij moe is, maar hij zegt dit niet zomaar.
Hij is te moe voor veel woorden; communiceren is al niet zijn ding, dus ik houd het eenvoudig: “Lieve schat, als papa en mama niet bij je zijn, is God er wel. Niet vergeten hoor. Als je bang bent hoef je alleen maar in je hoofd te vragen of Hij je helpt.” Hij kijkt mij fronsend aan. “Ik denk ook aan God en bid in mijn hoofd als ik bang ben, maar het helpt niet!”, zegt hij sceptisch. Ik begrijp zo goed wat hij bedoelt. Op momenten dat we het moeilijk hebben lijkt God soms zo ver weg.
“Toch is Hij dicht bij je”, stel ik hem gerust. “Zullen we samen bidden en vragen of God jou wil laten voelen dat Hij dicht bij je is als je bang bent?” Ik voel hoe mijn zoon zich ontspant tijdens het bidden. Het snikken neemt langzaam af. Ik knuffel hem nog even en geef hem daarna de knuffelberen die vandaag aan de beurt zijn (hij heeft er wel vijftig), geef hem een laatst kus en loop dan met een brok in mijn keel zijn kamer uit. Wat had ik hem graag deze zware weg bespaard.
Huilend in de taxi
Er zijn dagen dat ik hem huilend in de taxi zet en hem er aan het einde van de dag weer huilend uithaal. Ik stuur dan vaak een appje naar zijn begeleider om te vertellen hoe hij is vertrokken en gelijk ook om te vragen hoe hij bij hen is aangekomen. Anders blijf ik de hele dag denken aan hoe hij huilend vertrok. Het bijzondere is, dat hij bij de eetschool een heel ander beeld laat zien.
Hij komt vrolijk binnen, doet goed zijn best tijdens de eetsessies en op de groep. Aan het einde van de dag stapt hij weer vrolijk de taxi in. Ik krijg filmpjes waarop te zien is dat hij vrolijk rondfietst met achterop, in zijn aanhangwagentje, kleine kindjes uit de jongste groep. Ik zie hem leuk knutselen en spelletjes doen met zijn groepsgenootjes. De omslag komt zodra hij thuis is. Heel verwarrend. Is het nu wel of niet te zwaar voor hem? Moeten we nu wel of niet doorzetten? Ik kom er gewoon niet uit.
Gebedsverhoring?
Maandenlang werd ik gekweld door twijfels, totdat we op een avond mensen uit de kerk op bezoek kregen. We deelden onze zorgen en twijfels, waarop werd voorgesteld om voor onze zoon te bidden. Een bijzonder moment. Alleen al dat er mensen voor ons baden was fijn, maar of het verschil zou uitmaken? Ik durfde het niet te hopen.
Enkele dagen later viel ons iets opmerkelijks op. Verwonderd zeiden we tegen elkaar: lijkt het nu zo of komt hij al een paar dagen vrolijk thuis? De avonden dat hij zichzelf in slaap huilde waren voorbij en vrolijk stapte hij ’s morgens de taxi in. Zou het gebedsverhoring zijn? Ik durfde het bijna niet te geloven. Toch is het zo! We zijn inmiddels twee maanden verder en het gaat nog steeds zo goed met hem. De eettherapie werpt zijn vruchten af en ik heb de twijfels of we er wel goed aandeden kunnen loslaten. Hij is niet meer verdrietig en vraagt niet meer elke dag naar zijn oude school. Het verschil is zo opmerkelijk. We hebben onze zoon van voor de behandeling weer terug. In plaats van vervroegd stoppen, vanwege de psychische belasting, maken we de behandeling nu gewoon af.
ARFID is niet weg, maar wel beter te hanteren dankzij de eettherapie
Vijftien november hangen wij de vlag uit: dan is hij klaar bij de eetschool. Niet dat hij dan alles kan eten en geen eetprobleem meer heeft, maar hij heeft wel geleerd voldoende te eten om gezond op te kunnen groeien. ARFID is niet weg, maar wel beter te hanteren dankzij deze eettherapie.
Hallo, ik heb een eetstoornis
In het EO-programma Hallo, ik heb een eetstoornis gaat presentator Anne-Mar Zwart op zoek naar de verhalen van tieners die worstelen met een eetstoornis. Ze vertellen haar waarom ze niet ‘gewoon’ eten, en ze laten haar van dichtbij zien hoe ze proberen beter te worden. Hoe is het om een eetstoornis te hebben, en hoe kom je ervanaf? Kijk ‘Hallo, ik heb een eetstoornis’ vanaf zondag 15 september elke week om 17.30 uur bij de EO op NPO Zapp of terug te kijken via NPO Start.
Ga voor meer informatie over ARFID naar ARFID | Thuisarts.nl of naar de patiënten site van ARFID www.overlevenmetarfid.com
Geschreven door
Rita Maris