Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘De knop van de adrenaline gaat om’

Dionisa zit bij de brandweer

Dionisa van der Woude ging al jong bij de brandweer. Als enige vrouw op de kazerne moet ze wel haar mannetje kunnen staan, maar zodra de pieper gaat maakt dat niets meer uit. Dan zet ze het alles op alles om zo snel mogelijk op locatie te zijn.

Deel:

“Ik zit nu 4 jaar bij de brandweer. Vanaf een jaar of 15 begon het bij me te kriebelen, mijn vader zat ook bij de brandweer. Het is een mooie manier om iets terug te doen voor de gemeenschap en het voelt bijna als een soort roeping. Toen ik 18 was ging ik erbij, vanaf toen mocht het. De opleiding zelf was best pittig, vooral het fysieke gedeelte, maar het was ook wel weer heel leuk en gaaf. De eerste keren ga je ‘oefenen’ met een grote stapel pallets die in brand gestoken worden, maar later ren je brandende huizen in of moet je auto’s openknippen.”

Hechte club

“Het werk bij de brandweer moet je liggen. Je moet er wel tegen kunnen. Je maakt veel mooie, maar ook heel veel zware momenten mee. Het is bijvoorbeeld heel mooi als je ervoor kan zorgen dat een brand op zolder niet over slaat op de rest van het huis of dat je iemand op tijd uit een auto kunt redden na een auto-ongeluk. Ik heb gelukkig zelf nooit meegemaakt dat er mensen om waren gekomen bij een auto-ongeluk of brand, maar ik weet dat het zomaar zou kunnen. Ik ben er zelf niet bang voor, want ik weet dat je onderdeel bent van een hechte club.”

‘Je moet wel je mannetje kunnen staan'

"Anderen zien en maken hetzelfde mee als ik op zo’n moment, dus dat je altijd elkaar hebt om op terug te vallen. Als uiteindelijk een uitruk goed gaat en je weet dat alles goed afgelopen is, is dat het helemaal waard. Dat is zo’n mooi en voldaan gevoel.”

Mannenwereld

“Ik ben de enige vrouw op de kazerne. De brandweer lijkt echt nog een mannenberoep. Vrouwen denken vast dat het te zwaar is, maar veel vrouwen zouden dit zeker wel kunnen. Ik denk dat je juist eens moet meekijken of het gewoon moet proberen. Het mentale gedeelte zou hen al helemaal niet af moeten schrikken, want dat is voor iedereen even zwaar en je weet dat je elkaar hebt. Je kiest hiervoor en weet vaak ongeveer wat je te wachten staat.” Hoe Dionisa dat ervaart tussen de mannen? “Het is een goede dynamiek, maar je moet wel je mannetje kunnen staan.”

Als de pieper gaat…

“De ene keer gaat de pieper drie keer per week en de andere keer gaat hij, gelukkig, een maand niet. Ik ben oproepbaar dus als ik thuis ben en hij gaat af, dan ga ik naar de kazerne. De knop van de adrenaline gaat om en ik race naar de kazerne. Als ik daar aankom vlieg ik door de mannen kleedkamer naar de vrouwenkleedkamer. Daar gooi ik alles van me af, wat ook prima kan want ik ben daar alleen en trek snel mijn pak aan. Nog even checken of ik niets vergeten ben en dan de brandweerwagen in.”

Daar mag de pieper wat mij betreft wel voor gaan

Iets ‘leuk’ vinden voelt een beetje gek om te zeggen als er sprake is van brand of andere ernstige situaties, maar van welke incidenten gaat de adrenaline nou nog sneller stromen? “De branden zijn toch wel het meest indrukwekkend en spannend. Je gaat tenslotte bij de brandweer voor brand. Het hoeft dan natuurlijk niet gelijk een woningbrand te zijn of een brand in een schuur met mooie spullen, maar gewoon een kleine bosbrand of zoiets, daar mag de pieper wat mij betreft wel voor gaan. Toch valt het mee voor hoeveel branden we opgeroepen worden. We worden vaak opgeroepen voor ongelukken, dieren in de problemen of stormschade. Bij dieren in de problemen kan je denken aan een kat in de boom, maar ook bijvoorbeeld koeien die in de put gevallen zijn of zoals een paar jaar geleden: een uil die in een kachelpijp zat. We werden ’s nachts opgeroepen om een uil te bevrijden. Gelukkig zat hij onder in de kachelpijp. We hebben de pijp los moeten halen en ervoor moeten zorgen dat de uil niet losbrak in huis. Gelukkig hebben we hem snel weer buiten loskunnen laten, waar hij hoort.”

Kaarten en tekeningen

“Het is zo mooi dat je echt klaar staat voor de mensen in je omgeving en dat je iets kan teruggeven aan de gemeenschap. Je ziet ook echt dat mensen dankbaar zijn. Op mijn eerste uitruk was ik aspirant (stagiair) bij een auto-ongeluk. Twee auto’s waren frontaal op elkaar gebotst. Een paar weken later kwam de man die we uit de auto hadden gehaald een taart brengen om ons te bedanken en hij vertelde dat het allemaal weer goed met hem ging. Ook krijgen we als groep vaak kaarten of mensen die een berichtje op Facebook plaatsen.”

Lees ook: 'De weg terug naar buiten was ondertussen onbegaanbaar geworden door de vlammen'

Geschreven door

Cathelijne van de Weerdhof

--:--