Berucht politiek jargon; een overzicht
17 februari 2021 · 17:00
Update: 15 november 2024 · 09:22
Politici hebben altijd wel een zinnetje paraat waarmee ze zich ergens uitkletsen. Maar als iemand de wáre betekenis snapt, is het Menno de Bruyne. De SGP-fractievoorlichter loopt al sinds 1984 rond in de Tweede Kamer én is aangesteld als Kamerhistoricus. Voor Visie maakte hij dit overzicht van de meest beruchte uitdrukkingen uit Den Haag.
1. "Ramp voor het land, feest voor de oppositie."
Betekent eigenlijk: ‘Oppositie u buit deze crisis uit om er zelf beter van te worden. Schaam u!’
Dit aforisme is door premier Thorbecke in Nederland geïntroduceerd, maar kwam uit het Britse parlement. Thorbecke (die een belangrijke rol had bij het stichten van de parlementaire democratie in Nederland) was een groot bewonderaar van het eerste moderne parlement ter wereld. Op een bepaald moment kreeg hij een furieuze oppositie tegenover zich. De afwachtende manier waarop de regering omging met een uitbraak van de runderpest, kwam hem op scherpe kritiek te staan. Om de kritiek oppositie terug te kaatsen, gebruikte hij voor het eerst dit zinnetje. Daarmee zette hij politieke concurrenten neer als opportunisten.
2. 'Gaat u maar rustig slapen.'
Vaak gebruikt om te zeggen: er is niks aan de hand. De regering houdt de wacht en heeft de zaak onder controle.
Feitelijk is dit beruchte zinnetje een gestileerd citaat van premier Hendrikus Colijn. Toen Duitsland in 1936 het Rijnland annexeerde, hield Colijn de eerste radiotoespraak van een Nederlands premier ooit. Hij reed naar Hilversum om “via de draad de natie tot kalmte te manen”. Het letterlijke citaat is: “Ik verzoek den luisteraars dan ook om, wanneer zij straks hunne legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als ze dat ook andere nachten doen.” Op dat moment had hij gelijk. Maar later zou de Tweede Wereldoorlog alsnog uitbreken en daar was Nederland onvoldoende op voorbereid.
3. "Dit is gekkenwerk."
Betekent eigenlijk: ‘Het is veel te ingewikkeld geworden. Tijd om even te pauzeren.’
Freule Wttewaall van Stoetwegen (Kamerlid van de Christelijk-Historische Unie) gebruikte de zin voor het eerst op deze specifieke manier. De Tweede Kamer voerde in 1970 een debat over de invoering van de btw-wetgeving. Het ging dus om ingewikkelde belastingwetgeving, waarop ook nog eens talloze amendementen (aanpassingsvoorstellen) werden ingediend tijdens het debat. Op den duur was het overzicht totaal verdwenen en wist niemand meer precies welke gevolgen bepaalde amendementen op andere delen van de wetstekst zouden kunnen hebben. Wttewaall van Stoetwegen steunde op een gegeven moment dan ook het verkeerde amendement. Het was al na middernacht, toen ze kort en bondig duidelijk maakte dat ze het niet volhield. De uitspraak werd beroemd bij vriend en vijand en is sindsdien heel vaak op die manier gebruikt. Jan Marijnissen (SP) bedacht een leuke variatie: “Mijn moeder zou zeggen: ‘Het is tijd om naar huis te gaan.’”
4. ‘Wij zijn voor belastingverlaging. Dat houdt in dat we tegen belastingverhoging zijn. We zijn tegen belastingverhoging, dat houdt in dat we voor belastingverlaging zijn’
Betekent eigenlijk: ‘Precies wat hier staat. Hendrik Koekoek legt in een debat nog één keer geduldig uit wat het standpunt van zijn Boerenpartij is.’
‘Boer’ Koekoek van de Boerenpartij stond bekend om zijn simplistische manier van redeneren. Maar eerlijk is eerlijk, het is een waarheid als een koe.
5. ‘Een ministerschap kent twee gelukkige dagen. De eerste en de laatste dag’
Betekent eigenlijk: het leven van een minister is niet altijd een pretje. Altijd kritiek en nooit meer rust. De eerste dag lijkt het nog wel aardig. Je wordt veel gefotografeerd en mag voor het eerst in een auto met chauffeur rondrijden. Maar na een paar jaar is de lol er wel af.
Deze uitspraak komt van Eduard Bomhoff. Hij was vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het eerste kabinet Balkenende. Dat deed hij namens Lijst Pim Fortuyn, een partij die tijdens de regeringsperiode uit elkaar viel en het kabinet in die val meenam. Een paar maanden nadat het kabinet was beëdigd...
6. ‘Aangeschoten wild’
Betekent eigenlijk: ‘Term om mee aan te geven dat een politicus nu nog in functie is, maar zodanig is beschadigd, dat hij of zij vleugellam is en het politieke einde nabij.’
SGP-fractievoorzitter Henk van Rossum had net een debat over wildbeheer achter de rug, toen hij dit bondige oordeel velde over minister van Aardenne van Economische Zaken. Dat was naar aanleiding van een enquêterapport over staatssteun aan scheepsbouwer Rijn-Schelde-Verolme. De uitdrukking kreeg vleugels en wordt sindsdien veelvuldig gebruikt. Geert Mak gebruikte ‘aangeschoten wild’ zelfs als titel voor een boekje dat hij in 1988 over de bestuurscultuur van Nederland schreef.
7. ‘Dit is de categorie: eens maar nooit weer’
Symbolisch voor: dit was goed fout. Dat moet ons niet nog een keer overkomen.
Premier Lubbers (CDA) gebruikte deze zin toen zijn vicepremier de Korte (VVD) zich in de Tweede Kamer uitsprak tegen een staatsbezoek van de koningin aan Japan. Ministers mogen koninklijke acties nooit politiek maken door het er in het openbaar mee oneens te zijn. Daarnaast was er nog geen intern besluit genomen door de regering. De VVD voelde zich gekleineerd; de partij deed het al slecht in de peilingen en vond het (veel grotere) CDA maar arrogant.
8. ‘Als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan’
Betekent eigenlijk: ‘Soms moet je compromissen sluiten en genoegen nemen met minder.’
Voor het eerst gebruikt door CDA’er Jan de Koning, om aan te geven wat politiek volgens hem was: een pragmatisch compromis tussen ideaal en werkelijkheid. Waarschijnlijk had Jan de Koning het ook weer van iemand anders. Tegenwoordig wordt het ook buiten de politiek wel gebruikt.
9. ‘Wacht op onze daden’
Betekent eigenlijk: ‘Ik gebruik vage taal, zodat achteraf niet te controleren is of ik mijn woorden ook waarmaak. Als ik daar vragen over krijg, suggereer ik daadkracht. Intussen moet iedereen maar afwachten en ben ik nog steeds nergens aan gebonden.’
Groen van Prinsterer kreeg ruzie met premier Thorbecke toen die een soort regeringsverklaring voorlas. Ook toen wisten politici zich al wollig uit te drukken en Thorbecke hield een nogal nietszeggende toespraak. Tenminste, dat vond Groen van Prinsterer. Thorbecke beet hem dit zinnetje toe, dat algauw beroemd werd en de titel werd van een boek over liberalisme in de 19e eeuw.
10. ‘Wie breekt, betaalt’
Betekent eigenlijk: De partij die een regering laat vallen, moet de eerste stap zetten tot verzoening óf verliest de daaropvolgende verkiezingen.
Deze uitdrukking is afkomstig uit het strafrecht. In de politiek zijn er twee nieuwe betekenissen ontstaan. In de jaren 50 gebeurde het wel dat een regering viel en partijen met elkaar een lijmpoging ondernamen. De partij die de val van een kabinet had veroorzaakt, moest daarbij ook de eerste stap tot verzoening zetten.
Later kwam er een andere betekenis: de partij die een regering laat vallen, verliest de daaropvolgende verkiezingen. Die stelling wordt door de feiten niet altijd ondersteund. Om die reden is het vooral een tegeltjeswijsheid van het kaliber ‘avondrood, des morgens water in de sloot’.
11. ‘Congressen kopen geen vliegtuigen’
Betekent eigenlijk: ‘Partijleden van een coalitiepartij mogen hun zegje doen, maar de regering beslist. Ze kunnen zich niet zomaar bemoeien met kabinetsbeleid.’
De eerste Nederlandse straaljager was de Starfighter. Toen die moest worden opgevolgd, had Nederland een minister van Defensie met de toepasselijke naam Vredeling. Hij moest beslissen welk vliegtuig Nederland ging kopen, maar werd voor de voeten gelopen door moties op het partijcongres van zijn PvdA. Hij maakte duidelijk dat hij zich daar niks van aan zou trekken. Sindsdien is Vredelings uitspraak in soortgelijke situaties nog vaak geciteerd.
Sorry zeggen in de politiek
1. ‘Het had anders gekund en anders gemoeten’
Betekent eigenlijk: Dit is een manier om geen ‘excuses’ te hoeven maken terwijl je het wel bedoelt.
Premier Lubbers was de eerste die zich op deze manier en met deze betekenis uitdrukte. Dat gebeurde tijdens de zogenaamde ‘paspoortaffaire’. Uit een parlementaire enquête bleek dat er veel mis was gegaan bij de fabricage van een nieuw soort paspoort. De zaak werd aan het rollen gebracht door PvdA-kamerlid Piet de Visser, die voortaan de bijnaam Paspoorten-Piet kreeg.
2. ‘Met de kennis van nu’
Betekent eigenlijk: Dit wordt vaak gebruikt om politieke verantwoordelijkheid voor een besluit af te schuiven op een gebrek aan kennis op het moment dat het besluit werd genomen.
‘Met de kennis van nu’ werd een gevleugelde uitspraak toen premier Balkenende die gebruikte als excuus voor de Nederlandse rol in de Irak-oorlog.
3. ‘Het boetekleed ontsiert de man niet’
Betekent eigenlijk: Ik geef toe dat het niet goed was wat er is gebeurd, maar omdat ik toegeef mag je me het niet te zwaar aanrekenen.
Abraham Kuyper muntte dit zinnetje toen hem werd verweten dat hij onterecht een koninklijke onderscheiding had uitgereikt aan een partijgenoot; de zogeheten ‘lintjeskwestie’. Kuyper was niet alleen premier maar ook dominee. Wellicht ontleende hij het idee van een boetekleed aan de Bijbel. Ook deze uitspraak werd de titel van een boek, namelijk over de 'lintjeskwestie' die Kuyper bleef achtervolgen en waarmee hij 'aangeschoten wild' was geworden.
4. ‘Voortschrijdend inzicht’
Betekent eigenlijk: ‘Eigenlijk zat ik fout, maar het klinkt intelligenter als ik suggereer dat ik veel nadenk.’
Dit zinnetje behoort tot het vaste repertoire van Mark Rutte. Of het nu gaat om de bonnetjesaffaire of het kindertoeslagenschandaal; steeds weer verschuift het denken van onze premier over de manier waarop problemen bij de overheid (niet) worden aangepakt. Het werd ooit door een CDA-kamerlid geintroduceerd toen het CDA werd verweten te draaien.
5. ‘Ik betreur de ontstane ophef’
Betekent eigenlijk: ‘Ik heb geen spijt, maar ik vind het buitengewoon irritant dat jullie allemaal zo lopen te zeuren en er een hoop ophef ontstaan is.’
Het betreuren van ophef is de laatste jaren een populaire manier om net te doen of iets je spijt.
6. 'De VVD is niet melaats.'
Betekent eigenlijk: je kunt ook samenwerken als je het niet altijd eens bent.
CDA-leider Van Agt gebruikte deze woorden in 1977. Linkse partijen en een deel van zijn eigen partij verweten hem dat hij samen wilde werken met de VVD. In hun ogen maakte de VVD tegenstellingen groter en uitkeringsgerechtigden verdacht. Van Agt kreeg zijn zin: vier jaar lang regeerde het CDA met de VVD in het kabinet Van Agt-Wiegel.
Tekst: Menno de Bruyne en Lars Jacobusse
Beeld: SGP