Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Gary Veerman schreef het boek Oud & Nieuw over de cafébrand in Volendam

‘Mijn rouwproces werd veroordeeld’

Gary Veerman was veertien toen de beruchte cafébrand in Volendam plaatsvond. Praten over de traumatische gebeurtenis die zij en haar dorpsgenoten hadden meegemaakt, gebeurde niet. In haar boek Oud & Nieuw vertelt ze haar verhaal, afgewisseld door een historische verhaallijn én veel humor. “Ik vond het belangrijk dat het geen zwaar boek zou worden.” Ze wil hiermee niet alleen psychische klachten bespreekbaar maken, maar ook laten zien dat er hoop is.

Deel:

“Ik voelde mezelf smelten, letterlijk. De warmte was onbeschrijflijk en het smelten voelde alsof mijn huid heel geleidelijk van me afgleed, als kaarsvet, druipend van een kaars. Ik had geprobeerd zo weinig mogelijk adem te halen maar ik kreeg steeds minder zuurstof en moest toen toch diepe teugen nemen van de gloeiend hete lucht. Het was alsof ik, als een vuurvreter in het circus, een brandende fakkel inademde. Nu voelde ik ook mijn binnenkant verbranden. Mijn longen stonden in brand!”

Toen ze had weten te ontsnappen uit de vlammenzee en voor het café stond voelde Gary zich vooral heel eenzaam, vertelt ze. “Ik wist heel goed dat ik iemand nodig had, maar ik kon niet meer nadenken. Ik voelde me verloren, radeloos en had veel pijn. Wat er aan de hand was of waar ik naartoe moest kon ik maar niet bedenken. Het enige dat ik wist was dat ik mijn moeder wilde.

Chaos

De slachtoffers werden opgevangen in een café. Toen haar moeder daar was aangekomen, bracht ze Gary met haar eigen auto naar het ziekenhuis. “Daarvoor heeft ze zelfs nog iemand bedreigd die er was om te helpen. De deuren van het café waar iedereen naartoe was gebracht waren gebarricadeerd, om de rust te bewaren. Mijn moeder zei: als je mij er nu niet doorlaat, gooi ik je in de zee.” Er waren zo veel slachtoffers dat het bijna de hele nacht duurde voordat iedereen mee kon met een ambulance. “Sommige van mijn vriendinnen moesten tot vijf uur blijven zitten, hun gezicht is daardoor helemaal doorgebrand. Hoe erger je verbrand was, hoe minder hard je schreeuwde, dus de mensen met de ergste verwondingen bleven het langst zitten. Dat daarmee fouten zijn gemaakt kan ik niet zeggen, niemand wist wat te doen.”

Hoe kan het dat ik dit zo gebagatelliseerd heb?

Eenmaal in het ziekenhuis komt ze terecht in totale chaos. Er zijn zoveel mensen die geholpen moeten worden, dat er niet voldoende tijd is om dat met veel aandacht te doen. Gary omschrijft in haar boek hoe haar verband gewisseld wordt zonder pijnstilling en hoe weinig ze te horen krijgt over haar behandeling. “De machteloosheid die ik tijdens de brand voelde werd daar zo bevestigd. Dat heeft bij mij een grote controledrang veroorzaakt. Ook heeft het de PTSS (Posttraumatische stressstoornis), die ik tijdens de brand had opgelopen, verergerd. Lange tijd heb ik daar niet over gepraat. Toen ik erover ging schrijven dacht ik: hoe kan het dat ik dit zo gebagatelliseerd heb? De brand, daar kon niemand iets aan doen, maar hier hebben mensen fouten gemaakt. De zorg voor mensen met brandwonden was in die tijd ook nog niet zo ver. Ze verzorgden je wonden, maar er werd niet gelet op wat dat mentaal met je doet. Tegenwoordig gaat dat gelukkig een stuk beter.”

Verwondingen

Voor het eerst in de spiegel kijken en zichzelf zien met haar verwondingen was heftig, vertelt Gary. “In het begin riep het walging op. Later zorgde het voor herbelevingen en paniekaanvallen. Ook dat was iets waar niet over gepraat werd. Mijn goede vriendinnen waren er veel erger aan toe, dus ik moest niet zeuren. Het is van grote invloed geweest op hoe ik mij voelde, maar dat mocht er niet zijn, omdat ik het geluk had dat mijn gezicht goed heelde.”

Te gestoord voor woorden dat je wordt afgeschreven als je een keer huilt

Zo bepaalde de heftigheid van de verwondingen hoeveel ruimte mensen kregen in het verwerken van de brand. Met ‘slechts’ twintig procent verbrandingen mocht Gary niet klagen, vond men. “Zelfs de mensen met de ergste brandwonden deelden niet veel, maar het werd hen wel gegund. Zij mochten iets meer afwijken. Tegelijkertijd werd het toegejuicht als ze gewoon doorgingen met hun leven, net als de rest. Sommigen van mijn vriendinnen hebben een half jaar in het ziekenhuis gelegen, en gingen daarna direct weer uit. Als wij dan toch een keer moesten huilen, wanneer we wat alcohol ophadden, waren we direct het jankploegje. Het is toch te gestoord voor woorden, dat je afgeschreven wordt als je een keer huilt?!”

Depressie

Zeven maanden na de brand overleed een vriendin van Gary aan een MRSA-bacterie en de daarop gemaakte fouten door het ziekenhuis. Voor Gary is het de druppel die de emmer doet overlopen. “Van de ene op de andere dag stortte ik in. Ik ging naar de dokter en kreeg daar genoeg antidepressiva om een kleine olifant mee te drogeren. Ik kon niet meer functioneren, het voelde alsof ik levend dood was. Ik dacht dat ik er nooit meer uit zou komen. Dat gevoel is bijna niet te omschrijven aan iemand die dat zelf nog nooit heeft meegemaakt.”

Al snel krijgt Gary therapie, één uur in de week. “Iedere week vroegen ze: hoe was je week? Dat ging negen jaar lang zo door, en het hielp niets. Als je zulke heftige problemen hebt, heb je meer nodig dan dat ene uurtje.” Uiteindelijk komt ze bij groepstherapie uit, en daar heeft ze wel baat bij. “Op de kaft van mijn boek staat ‘Kun je invloed uitoefenen op je eigen verhaal?’. Dat is de grootste les die ik in therapie heb geleerd: ik heb wel degelijk invloed. Therapie hielp mij om de controle terug te krijgen over mijn leven.”

Niet lullen maar pellen

Gary praat open over haar verhaal, maar het opschrijven en publiceren vond ze toch spannend. “Het is natuurlijk heel erg openhartig. Ik heb in het boek ook kritiek op dingen, op mensen, en een stuk van de Volendamse cultuur, dus ik wist dat daar weerstand op zou kunnen komen.” Gelukkig waren de reacties beter dan verwacht. “Er is altijd wat kritiek, maar de meeste mensen reageerden heel positief. Velen vonden ook herkenning, bijvoorbeeld in wat ik schrijf over de sociale controle en de roddelcultuur. Daarnaast is het boek, ondanks de kritiek op bepaalde onderdelen van de cultuur, ook een soort ode aan Volendam.”

Over de brand werd niet gepraat

Iets dat vaak terugkomt in Gary’s verhaal is de ‘niet lullen maar pellen’-mentaliteit in haar dorp. Oftewel: met praten schiet je niets op, je kunt beter aan de slag gaan. Daardoor kon Gary lange tijd weinig delen over waar ze doorheen ging. “Ik voelde instinctief al vroeg aan dat ik anderen niet wilde belasten. Toen ik middenin die cultuur zat viel dat niet zo op, ik was het gewend. Pas later werd ik er door therapeuten op gewezen dat dat niet normaal is. Ik werd door sommige familieleden veroordeeld als ik emoties toonde waar zij niet mee om konden gaan. Dan was ik al snel te overdreven, of wilde ik aandacht.”

Ze noemt een voorbeeld: “Ik kwam laatst een foto tegen van toen ik net één dag terug was uit het ziekenhuis. Ik lig als een soort lijk op de bank, met naast mij het overlijdensbericht van een vriend. Zijn begrafenismuziek stond de hele dag op, want ik was niet op tijd terug uit het ziekenhuis om naar zijn uitvaart te gaan, dus ik zocht een manier om te rouwen. Daarop kwamen hele felle reacties, ik moest die verdrietige muziek maar snel uitzetten. Wat ik deed was normaal, dat hoorde bij het rouwproces, maar het werd veroordeeld.”

Over de brand werd niet gepraat in Volendam. “Het eerste jaar was voor iedereen overleven, er hing een zwarte wolk over het dorp. Alles stond even stil. Daarna was het klaar, en keken we niet meer achterom. Zelfs met mijn vriendinnen, die zelf ook de brand hadden overleefd, heb ik er nauwelijks over gepraat. Iedereen ging weer door met het leven. Twintig jaar na de brand begonnen er interviews en documentaires gepubliceerd te worden, toen begonnen mensen weer te praten. Men kreeg het idee: nu mag het. Toen pas kwam naar boven hoeveel mensen er na al die jaren nog steeds last van hebben. “

Vechtersmentaliteit

Ondanks alles dat er is gebeurd, houdt Gary van haar dorp. Ze legt wat uit over de geschiedenis, die aan de grond staat van de mentaliteit en veel verklaart van wat ze heeft verteld. “Volendam begon heel geïsoleerd, als het enige katholieke dorp in de omgeving. Het was wij tegen de rest. Er was grote armoede, en er waren geen uitkeringen of therapeuten. Als er bijvoorbeeld een visser verdronk, dan was er voor de familie geen ruimte om tijd voor zichzelf te nemen, er moest brood op tafel komen. Die harde maatstaf heeft ervoor gezorgd dat mensen konden overleven. Ik heb in mijn boek ook een historische verhaallijn verwerkt, omdat die veel uitlegt over hoe we zo zijn geworden zoals we zijn. Volendam heeft zichzelf er op deze manier bovenop gevochten, daar heb ik begrip voor. Ik hoop alleen dat mensen zich er bewuster van worden dat dat nu niet meer werkt. Zeker na de ramp, die is te groot geweest om voor weg te lopen.”


Gary Veerman, Oud en Nieuw, uitgever: Gary Veerman, 448 blz, €20

Gary in het ziekenhuis

Fotocredits Gary Veerman in klederdracht: Rick Leeman

Ook Monique overleefde de brand in Volendam. Lees haar verhaal: 'Het voelde als een nare droom. Ik was ervan overtuigd dat als ik m’n ogen zou openen, ik gewoon in mijn bed zou liggen. Dat het niet echt gebeurde.'

Geschreven door

Lonneke Tijhof

--:--