Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Leibniz: de eerste filosoof die zich afvroeg waarom God zoveel ellende toestond in deze wereld

Gottfried Wilhelm von Leibniz was een filosoof die zich afvroeg waarom er toch zoveel lijden is als God goed en almachtig is. En hij was hartstikke oecumenisch.

Deel:

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Gottfried Wilhelm von Leibniz (of Leibnitz) (1646-1716) was zoals je vaker ziet bij denkers in deze periode bekwaam op vele terreinen: wiskunde, logica, natuurkunde, rechten en filosofie. Zijn werk wordt gezien als de opmaat naar de Verlichting. Leibniz heeft zoveel geschreven dat er nog altijd geen complete editie is met al zijn werk.

Leibniz werd geboren in Leipzig. Zijn vader was hoogleraar moraalfilosofie aan de universiteit in deze stad. Toen Leibniz zes jaar was overleed zijn vader en werd hij opgevoed door zijn moeder. Op veertienjarige leeftijd ging Leibniz studeren aan de universiteit, al was zo’n jeugdige student in die tijd minder bijzonder dan nu. Uiteindelijk behaalde hij zowel in docoraat in de filosofie als in de rechtswetenschap.

Het werk van Leibniz valt in twee delen uiteen: zijn populaire filosofie en zijn wetenschappelijke werk. In zijn  populaire filosofie ging hij in op thema’s die in zijn tijd speelde, zoals: Hoe komt het kwaad in de wereld? Deze werken waren toegankelijk voor een algemeen geschoold publiek. Zijn wetenschappelijke werk (wiskunde, logica en metafysica) werd pas lang na zijn dood gepubliceerd, omdat Leibniz dit tijdens zijn leven geheimhield. Hij verwachtte dat ze als te schokkend zouden worden ervaren.

Een soort van oecumene

Leibniz behoorde tot de Lutherse Kerk, maar hij vond de hereniging van katholiek en protestant een goede zaak. In tijden van godsdienstoorlogen was het sowieso bijzonder dat Leibniz zich zowel onder katholieken als protestanten begaf. De gave van diplomatie en tact was Leibniz gegeven en de keurvorst van Mainz maakte gebruik van dit talent in het contact met de Franse koning.

Leibniz was een optimist. Hij geloofde heilig dat God van alle mogelijke werelden die er te scheppen zijn, de beste had geschapen. Als er nog een betere wereld denkbaar was, zou dat strijdig zijn met de alwetendheid van God. Als God een nog betere wereld niet gewild zou hebben, zou dat botsen met Gods goedheid. Met deze aanname begaf Leibniz zich in het vraagstuk van de theodicee, een term die door hem werd bedacht Het woord theodicee komt uit het Grieks. Theos betekent God en dikè recht en daarmee wordt het vraagstuk van het lijden aangeduid. 

‘Theodicee of proeven over Gods goedheid, de vrijheid van de mens en de oorsprong van het kwaad‘ heette het geschrift dat Leibniz hierover publiceerde in 1710. Als er zoveel kwaad en onrechtvaardig lijden is, hoe kan het geloof in een goede en almachtige God dan gerechtvaardigd zijn? Leibniz pleitte God vrij van deze aanklacht. Want God is perfectie. Gods kenmerken zijn net als die van ons, maar dan zonder beperkingen. Met Leibniz’ theodicee slaat het denken over God een nieuwe weg in. Dat denken vindt in de Verlichting haar hoogtepunt door het werk van Immanuel Kant, niet toevallig de belangrijkste criticus van Leibniz.

Een vlijmscherpe satire

Een andere criticus van Leibniz uit de Verlichting was Voltaire. In zijn roman Candide levert hij een vlijmscherpe satire op wat hij als Leibniz’ onuitstaanbare optimisme ziet. Het personage Dr. Pangloss probeert de ene na de andere ramp goed te praten door te stellen dat we in de beste van alle mogelijke werelden leven en alles dus goed is. Candide is een klassieker, maar zoals de meeste satiren doet de roman onvoldoende recht aan het denken van Leibniz.

Leibniz was ook de grondlegger van het formalisme. Hij was van mening dat alle ruzie en misverstanden het gevolg waren van miscommunicatie. Om deze definitief de wereld uit te helpen, werkte hij aan de ontwikkeling van een mathematica universalis, een universele taal die strikt logisch was opgebouwd en die van een argumentatie een wiskundige berekening kon maken.

Leibniz in vogelvlucht

Geboren: 1 juli 1646
Gestorven: 14 november 1716
Mentor: Christiaan Huygens stimuleerde Leibiz tot verder wiskundig onderzoek. In deze periode legde Leibniz de basis voor zijn (onafhankelijk van Newton geformuleerde) versie van de differentiaal- en integraalrekening.
Vijand: Immanuel Kant en Voltaire
Bekendste boeken: Principes de la Nature et de la Grace fondés en Raison – Monadologie (1714); Discours de métaphysique (1686); Essais de Théodicée sur la bonté de Dieu (1710)
Beroemde tijdgenoot: Leibniz was een tijdgenoot van Bach. Muziek was volgens Leibniz in feite wiskunde: ‘een mathematische ars combinatoria’ waarbij noten de plaats innemen van getallen.

Quotes (om indruk te maken op verjaardagen)

‘Filosofie is dat vakgebied waarop je een hoop stof doet opwaaien en vervolgens klaagt over het feit dat je niets kunt zien.’
‘Wetenschap is zekere kennis van ware oordelen.’
‘Met opvoeding bereik je veel: zij doet zelfs de beren dansen.’
‘Beminnen, dat is in het geluk van anderen zijn eigen geluk vinden.’
‘Alles gaat opperbest in het beste der werelden.’
‘Niets kan waar zijn of bestaan, zonder een voldoende reden dat het zo is en niet anders, hoewel die reden ons vaak onbekend zal blijven.’

--:--