Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Radical Theology: disharmonie en gebrek zijn de kern van ons bestaan

Het European Radical Theology Network werd afgelopen vrijdag in Utrecht gelanceerd. Wat het precies is? Daan was erbij en legt het je uit.

Deel:
afbeelding
afbeelding.

Het European Radical Theology Network werd op vrijdag 8 november gelanceerd, onder leiding van de Nederlandse Wouter Nieuwenhuizen, de Engelse theoloog Barry Taylor en de Zweedse theoloog Josef Gustafsson. Wat dit netwerk precies is? Dat moet nog blijken. Er is een naam. En een slogan, die als volgt luidt:

Radical theology is an embrace of the deadlock in reality, an openness to novelty and an affirmation of the lack at the heart of human existence.

(Radicale theologie is een omarming van de impasse in de realiteit, het openstaan voor nieuwe ideeën en een bevestiging van het gemis in het hart van het menselijke bestaan.)

Het woord ‘radicaal’ roept allerlei associaties op: overtuigd, enthousiast, fanatiek, en misschien zelfs wel fundamentalistisch. Dat is niet wat de radicale theologie kenmerkt. Verre van zelfs. Bij deze theologie gaat het om het doordringen tot de wortels van wat het betekent om te geloven. Dat betekent het radicaal bevragen van zekerheden, concepten en ideologieën waarmee God in hokjes gestopt wordt.

Omarmen van vragen, onzekerheid, twijfel en gebrokenheid

Radicale theologie – als pleitbezorger van het omarmen van vragen, onzekerheid, twijfel, gebrokenheid en niet-weten – heeft dus weinig pretentie. Nou ja… Op het Geestdrift-festival begint Peter Rollins, een van de voormannen van de beweging, zijn verhaal als volgt: ‘Ik wil jullie uitnodigen deel te nemen een kosmische beweging, die onderdeel is het van het universum zelf.’ Voor minder doen we het natuurlijk ook niet.

Volgens Rollins hebben veel vormen van religie, politiek en zingeving een en hetzelfde onderliggende verhaal. Dat verhaal gaat ongeveer als volgt: er is een oorspronkelijke harmonieuze orde geweest, een kwaad van buiten heeft die orde verstoord en nu is het zaak dat we ons weten te ontdoen van dat kwaad, want dan komen we weer terug bij de oorspronkelijke harmonie.
Wie bekend is met het werk van Peter Rollins weet dat dit het verhaal is dat hij te vuur en te zwaard bestrijdt. En geef hem eens ongelijk. Het is een gevaarlijk wereldbeeld dat kan leiden tot ernstige vormen van onderdrukking, uitsluiting en geweld. Je herkent het in populistische retoriek bijvoorbeeld. Als linksgeoriënteerd persoon ben ik direct geneigd dit verhaal vooral te herkennen in de groepen met wie ik het niet eens ben. Maar dan…

Peter Rollins gaat een stapje verder. Met de strenge blik van een psychoanalyticus bespreekt hij protestborden met teksten als ‘Love Trumps Hate’. De bedoeling is dat de tekst betekent ‘Liefde overwint haat’.  Maar een andere manier om ‘m te lezen is als ‘Heb de haat van Trump lief’. Hier ziet Rollins een probleem. Hebben mensen onbewust, van elke politieke gezindte dan ook, niet allemaal zo hun vijanden nodig? Om hun eigen kwaad en gebrokenheid op te projecteren. Niemand is vrij van deze neiging, ik ook niet. En die neiging moet je onder ogen komen in de radicale theologie.

God verlaat God

Hoe verhoudt deze theologie zich tot het christendom? God wordt vaak beschouwd als dat ene dat helemaal perfect, in harmonie en één met zichzelf is. Maar in het christelijke verhaal ontdoet God zich van zijn macht, wordt mens en ervaart zelf de afwezigheid van God. ‘Mijn God, mijn God, waarom heeft u mij verlaten?’ God verlaat God. In die christelijke traditie staan betekent je vereenzelvigen met die ervaring, zonder die leegte te willen opvullen. Het scheuren van het tempelgordijn en de ontdekking dat zich daarachter niets zichtbaars bevindt, staat symbool voor die leegte.
De kerk is volgens Rollins dan ook niet een oase in een woestijn, maar juist een woestijn in een oase. In een wereld waarin allerlei vormen van spiritualiteit, nieuwe producten en technologie ons geluk en heelheid beloven, is de kerk de plek waarbij we die drive voor geluk durven loslaten en openstaan voor het mysterie.

Volgens Rollins klopt dit idee zelfs met hoe het universum zelf in elkaar zit. In de kwantumfysica leren we dat het namelijk ook niet één is met zichzelf. Heelheid en harmonie zijn niet de kern van ons bestaan, maar juist de disharmonie en het gebrek (‘the lack’).

Ontmaskeren van makkelijke antwoorden

Hoe verontrustend dit ook klinkt, ik vind dit verhaal troostrijk. Veel pijn en frustratie komt juist voort uit de illusie dat er een soort moment komt waarop alles oké is. Als ik maar die reis gemaakt heb, deze opleiding afgerond hebt, deze partner weet te krijgen, noem het maar op…

Juist in het opgeven van die pogingen om de leegte op te vullen, vindt bevrijding plaats. God laat zich vinden, niet in onze dogma’s en zekerheden, maar daar waar we die opgeven en met lege handen durven staan. De taak van radicale theologie is een luis in de pels zijn en het ontmaskeren van de doekjes voor het bloeden, en de makkelijke antwoorden waarmee we ons beschermen tegen hoe ingewikkeld en weerbarstig het leven eigenlijk is. Aan het eind van de dag hebben we geen flauw idee wat we hier op deze aardkloot eigenlijk aan het doen zijn.

Radical theology is an embrace of the deadlock in reality, an openness to novelty and an affirmation of the lack at the heart of human existence.

Amen! Ik voel mij thuis bij deze beweging en deze manier van theologie bedrijven. Ik geloof in een God voorbij alle beelden van God, en in een kwetsbare en gewonde manier van geloven. En toch knaagt er ook iets. Dat heeft denk ik te maken met die spanning van pretentieloosheid, van het omarmen dat je de oplossing niet hebt, en toch via de achterdeur stiekem heel wat beweren. Ook denk ik te bespeuren dat de radicale theologie aantrekkelijk is voor witte hoogopgeleide mensen die ergens in hun leven een geloofscrisis hebben meegemaakt. Mensen zoals ik dus eigenlijk.

Maar toch…

Maar hoe krijgt het daarbuiten voet aan de grond? Toen de radicale theologie in opkomst was in de jaren 60 kwam er kritiek vanuit de bevrijdingstheologie (theologie die vanuit de positie van armoede en onderdrukking geformuleerd werd) die ik relevant vind. Parafraserend: ‘Terwijl jullie God doodverklaren en zitten te filosoferen over existentiële leegheid, is God voor ons de enige hoop die we hebben.’ Ik denk dat een radicale theologie vandaag de dag iets met deze kritiek moet.

Ik zeg daarmee absoluut niet dat de radicale theologie geen zeggingskracht heeft, maar wel dat ook deze beweging niet één met zichzelf is. Kan deze beweging niet alleen geloofwaardig zijn als zij zichzelf ook tijdig weer opheft? Of blijft zij in staat zichzelf te bevragen en her uit te vinden? Misschien wil je erover meedenken.

Geschreven door

Daan Savert

--:--