Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Tom Wright: ‘God schept vreugde in schoonheid’

Tom Wright heeft een nieuw boek: Zeven wegwijzers. Daarin bespreekt hij richtaanwijzers die ons kunnen helpen om de wereld te doorgronden en zin kunnen geven. Schoonheid is zo’n onmisbare richtingaanwijzer.

Deel:

‘In het licht van de hele Bijbel gezien zijn er allerlei aanwijzingen dat een van de redenen waarom we zo snakken naar schoonheid het feit is dat we naar het beeld van God geschapen zijn. Dat begrip ‘beeld’ heeft te maken met weerspiegeling: mensen zijn geroepen om de majesteit en glorie van de Schepper in deze wereld te weerspiegelen. Op dit punt verschilt de Bijbelse boodschap radicaal van de ideeën van de volken rondom Israël.

Denk weer eens even aan de piramides (zie ook het vorige stuk over dit onderwerp). De Israëlieten hebben ze gezien, in de tijd dat ze als slaven in Egypte woonden. De grootste piramide, die in de tijd van Mozes al meer dan duizend jaar oud was, is nog altijd het grootste bouwwerk ter wereld. Ze zijn enorm, dat zagen we al eerder. Maar ze zijn ook onpersoonlijk, onmenselijk, monsterlijk. Ze willen alleen maar aan iedereen laten zien hoe machtig de vorsten waren die erin begraven liggen – en de goden die zij en hun volk aanbaden.

Mensen opheffen uit het stof

En kijk dan eens naar de beschrijving van de Tabernakel in Exodus 25 tot 30, gevolgd door de daadwerkelijke bouw – meteen na de vreselijke opstand rond het gouden kalf – zoals beschreven in hoofdstuk Exodus 35 tot 39. Wat in beide beschrijvingen opvalt, behalve de bouw van de Tabernakel zelf, zijn de gedetailleerde instructies voor de kleding en alle andere sieraden voor de priesters, en in het bijzonder voor Aäron en zijn zonen.

Lees ook: Tom Wright: ‘Zo ziet liefde-in-actie van God eruit’
Lees ook: Tom Wright: ‘Zo ziet liefde-in-actie van God eruit’

In onze tijd hebben we een aversie tegen hiërarchische structuren en daardoor misschien ook tegen de bevoorrechting van één familie boven anderen. Maar dan missen we toch waar het om gaat. In dit bouwwerk vinden we geen dode koning, zoals in de piramides, maar een levende priester. De God die hier gediend wordt, is de God naar wiens beeld wij gemaakt zijn. De schitterende kleren van de priesters zijn er een teken van dat deze God de mensen wil opheffen uit het stof van de woestijn en van hen ‘een koninkrijk van priesters, een heilig volk’ wil maken (Exodus 19:6).

Uitbundige, overdadige inrichting

Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat Mozes geen gigantische massieve steenblokken laat aanslepen (er moeten aan de bouw van de piramides duizenden slaven te pas gekomen zijn, al zijn de archeologen het onderling niet eens over de precieze aantallen). Hij krijgt in Exodus 25 de opdracht materialen in te zamelen voor kleurrijke, glanzende schoonheid:

Goud, zilver en koper, blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol, fijn linnen garen en geitenhaar, rood geverfde ramsvellen, vellen van zeekoeien, acaciahout, lampolie, geurige specerijen voor de zalfolie en voor de reukoffers, onyxstenen voor de priesterschort en edelstenen voor de borsttas. (Exodus 25:3-7)

De Tabernakel en de hele inrichting worden uitbundig, bijna overdadig beschreven, evenals de kledij van de priesters; en vervolgens, na de tragische onderbreking met het gouden kalf, wordt het net zo weelderig en luxueus tot stand gebracht. Nergens zegt de tekst zoiets als ‘Kijk eens hoe mooi het allemaal is’ – behalve misschien in de teksten die we hierboven aanhaalden waarin van de kleren van Aäron wordt gezegd dat ze ‘voor glorie en voor schoonheid’ dienden.

Levengevende schoonheid

Maar dat is het hem nu juist. Alleen slechte schrijvers zeggen ‘Het was bijzonder’ of ‘Het was prachtig’ of ‘Het was vreselijk’. Een goeie schrijver zorgt ervoor dat je die schoonheid of die opwinding voelt en ervaart. Als we de tweede helft van Exodus achter elkaar doorlezen, met in ons achterhoofd het beeld van het slavenvolk dat het land van de piramides achter zich heeft gelaten en nu in de woeste en verlaten Sinaïwoestijn op het punt staan iets te vervaardigen dat straalt van buitengewone en levengevende schoonheid, dan kunnen we het niet anders zien dan als een verbluffende en ook feestelijke prestatie.

Betrokken bij schoonheid

De Tabernakel moest alle zintuigen beroeren, oog, neus, oor en niet het minst de verbeelding. Het moest het werk van de beste en grootste kunstenaars zijn. De werklieden en decorateurs werden zelf op een hoger plan getild door hun betrokkenheid bij de schoonheid die God bedacht had, de verblijfplaats die hij had uitgezocht, dit bouwwerk waar aarde en hemel samenkwamen en waar zij aan mochten werken.

En dat alles is nog maar het begin. Het is allemaal voorbereiding. En, opnieuw, niet voor een dode koning en zijn eventuele verblijf in een of andere onderwereld. Maar voor de levende God, de machtige Schepper van het heelal, die deze Tabernakel met zijn aanwezigheid zou vullen. Dit is een God die vreugde schept in schoonheid. En hoe meer de schepselen die zijn beeld weerspiegelen ervan maken, hoe liever het hem is.

Bovenstaande komt uit het nieuwste boek van Tom Wright: Zeven wegwijzers. Benieuwd? Hier vind je meer info over het boek.

afbeelding
afbeelding.

Zeven wegwijzers - Gerechtigheid, liefde, spiritualiteit, schoonheid, vrijheid, waarheid, macht | Tom Wright | Van Wijnen | 240 pagina’s | € 22,50

--:--