Ga naar submenu Ga naar zoekveld

De zendingsdrang van Cisca Dresselhuys

Cisca Dresselhuys viert dit jaar haar 25-jarig jubileum als hoofdredacteur van Opzij. Ze legde de afgelopen jaren zo’n 150 mannen langs de Feministische Meetlat, haar rubriek. Over twee jaar stopt ze als hoofdredacteur, “maar met pensioen gaat een echte feminist niet. Dat nooit!” Ze gebruikt graag Bijbelteksten om haar betoog kracht bij te zetten.

Deel:

Bij de voordeur van haar Gooise woning hangen twee naambordjes. Eén voor haar partner en één voor mevrouw Dresselhuys (63). In het riante huis – “normaal voor deze omgeving” – nemen we plaats in de woonkamer. De boekenkasten puilen uit en op tafel staat een mooi bloemstuk, met grote paarsblauwe hortensia’s. “Ik heb ze zelf gebloemschikt en ze passen mooi bij mijn jasje, vind je niet?”
Wie Cisca Dresselhuys niet kent, zou kunnen vermoeden dat deze vrouw altijd thuis is en alle tijd heeft haar huis knus in te richten. Wie haar wel kent, weet dat dit niet klopt. Hoewel ze van gezelligheid houdt, is ze fulltime de hort op. Haar partner, die met de VUT is, regelt het huishouden, als zij óf op de Amsterdamse redactie van Opzij zit óf ergens in het land.

Glazen huis

Zendingsdrang, zo noemt ze haar werk als feministe, waarmee ze direct een link legt met haar gereformeerde opvoeding. Haar vader was ds. F. Dresselhuys en stond in Oldeboorn en Roermond. Hij sympathiseerde met de 'vrijzinnige' ds. Geelkerken, die beweerde dat de slang niet echt tot Eva had gesproken. Thuis waren ze dan ook niet van het strenge geloof, “maar we woonden als gezin wel in een glazen huis en hadden een voorbeeldfunctie.”
Toen Cisca elf jaar was, overleed haar vader. “Vanaf die dag ging er een streep door mijn jeugd,” herinnert ze zich. “Iets in me zei dat ik mijn moeder moest opvrolijken en dus besprak ik niet al mijn probleempjes met haar. Die houding heeft me erg zelfstandig gemaakt, maar och, wat ik had ik dit graag gemist.”
Langzaam verdwijnt het geloof uit haar leven. “Mijn vader en God hoorden bij elkaar. Hij was er niet meer en zo ging het op termijn ook met de kerk. Heel stilletjes, zonder grote conflicten, totdat ik het geloof kwijt was.” Naar de kerk gaat ze dus al lang niet meer, maar haar kerkelijke bijdrage betaalt ze nog wel altijd keurig. “Niet uit een schuldgevoel,” zegt ze er vlug bij, “maar ik wil de band met mijn vader niet verbreken.”

Vrouwenpagina

Op de Utrechtse streekredactie van het dagblad Trouw maakte ze kennis met de ontvlamde Tweede Feministische Golf, midden jaren zestig. “Ik maakte de vrouwenpagina en kon eindelijk eens over iets interessants schrijven. Het gonsde van de veranderingen en ik wilde alles weten van de achtergestelde positie van vrouwen.” Dresselhuys verandert van beschrijver tot actieve deelnemer als ze betrokken raakt bij het maandblad Opzij, de spreekbuis van de feministische beweging. Dit jaar viert ze haar 25-jarig jubileum als hoofdredacteur en is ze uitgegroeid tot hét feministische gezicht in ons land. “Mensen zullen niet zeggen ‘Nou, nou, die vrouw heeft eens enorm om zich heen gekeken in haar leven’. Nee, als ik het naar mijn zin heb, hoef ik niet zo nodig veranderingen. Ik heb maar twee banen in mijn leven gehad. Misschien ben ik wel wat bangig iets nieuws te beginnen. Ik vind het fijn om rust te hebben.” In 2008 komt die rust, als ze haar leidinggevende taak bij Opzij neerlegt. Toch? “Nee, zeker niet. Een echte feminist gaat niet met pensioen. Dat nooit!”

Stel, er zijn straks slechts twee keuzes. Of u gaat de politiek in, of u doet met spoed een opleiding theologie en klimt de kansel op?
Haar netjes gestifte lippen krullen naar boven. Lang hoeft ze niet na te denken. “Dan word ik dominee,” brengt ze uit, “maar dan wel een seculiere, want ik vind dat je als dominee moet geloven in je eigen boodschap. Niet zoals de slager die precies weet wat er in de worst zit en daarom zelf niet meer hoeft. Dit voorbeeld noemde Annie M.G. Schmidt eens over haar vader die dominee was en dat vind ik cynisch. Spreken in het openbaar doe ik graag en dat zal ik ook na mijn Opzij-tijd blijven doen.” Ze noemt zichzelf overigens geen zeurpiet, maar verdedigt graag haar mening. “Zie ik misstanden, dan word ik fel en bijt ik me vast.”
De vraag of ze politieke ambities heeft, wuift ze weg met een “nee”. Toch voldoet ze aan het profiel, met duidelijke ideeën en een vlotte babbel. Dresselhuys: “De LPF vroeg me ooit staatssecretaris van Emancipatiezaken te worden, maar daar was ik snel uit: nee, ik ben niet van rechts, zo ben ik niet opgevoed. Overigens ken ik momenteel geen partij waar ik blind voor zou gaan.”

En een vrouwenpartij?
“Daar is jaren mee geklungeld, maar het is nooit iets geworden... en verwacht nou niet dat ik hem nog ga oprichten. Ook ga ik met mijn rollator niet de Derde Feministische Golf aanvoeren (zie kader, red.)."

Feminisme

De Eerste Feministische Golf was het gevecht om het vrouwenkiesrecht (1870-1919). Cisca Dresselhuys is een exponent van de Tweede Golf (vanaf 1965), waarbij het vooral draaide om de maatschappelijke betrokkenheid van vrouwen en abortus (‘baas in eigen buik’). Toch is de emancipatiestrijd nog niet gestreden, meent Dresselhuys: “De Tweede Golf zakt nu wat in, terwijl er een heel nieuw probleem is gekomen: de emancipatie van allochtone vrouwen. Deze nieuwe groep leeft soms nog in de Middeleeuwen, met vrouwen die het huis niet uit mogen en soms zelf de Engelse ziekte hebben, simpelweg omdat ze te weinig zonlicht opvangen. Dat kan toch niet waar zijn anno 2006?” Van een Derde Feministisch Golf is overigens nog geen sprake, stelt de hoofdredacteur van Opzij.

Het feminisme heeft vrouwen veel maatschappelijke kansen gegeven. Toch vinden lang niet alle jonge vrouwen dat prettig. Ze móeten zoveel. Er zijn zoveel keuzes te maken en de combinatie werk en gezin valt hen zwaar. Trekt u zich dat aan?
“Ik ken die verhalen ook, maar ik vind het gezeur. Vrouwen die mopperen omdat ze zich geen raad weten met al die keuzes. Wil je soms terug naar vroeger? vraag ik dan aan die vrouwen. Geen baan, niet naar de universiteit, alleen maar thuis zitten? Natuurlijk willen ze dat niet! Ik word dus ook kriegel van vrouwen die nu gaan roepen dat ze fijn de hele dag op de bank willen zitten, samen met hun kind en de lego. We hebben als feministen toch niet voor niets gevochten om je van die bank af te krijgen? Ga je er weer op zitten, terug in die cocon!”

Toch kiezen ook jonge, hoogopgeleide vrouwen heel bewust voor een ‘carrière’ thuis bij de kinderen. Dat is toch hun keuze?
“Nee, dat vind ik niet. Met die vrijblijvendheid hebben we het wel gehad. Ieder volwassen mens in Nederland moet een betaalde baan hebben. Klaar. Vrouwen zijn veel te slim om alleen maar thuis te zitten. Niet alleen om zichzelf financieel te kunnen redden, maar bovenal om mee te draaien in de maatschappij. Ik kan helemaal niets met een bewering als: ‘Ik voed de kinderen op en werk aan de toekomst’. Als vrouw ben je te kostbaar. Letterlijk en figuurlijk. Wat denk je wat een goede opleiding de maatschappij gekost heeft? Daar mag je best iets voor terug doen en ja, dan ben ik ineens weer erg calvinistisch.”

Als papa en mama allebei werken, worden kinderen daar vaak de dupe van. Dat is dus de ‘winst’ van het feminisme!
“Ik vind dat je dit het feminisme niet mag aanrekenen.” Dresselhuys gooit het graag over een andere boeg en wijst - zonder het ooit zat te worden – richting de mannen. “Vrouwen zijn – gelukkig – massaal de arbeidsmarkt op gegaan, maar mannen zijn niet met dezelfde snelheid de keuken ingetrokken. Dat kinderen lang en vaak in de opvang zitten, komt vooral doordat de mannen het laten afweten. Waarom gaan zij niet een dagje minder werken?”

‘Zie ik misstanden, dan word ik fel en bijt ik me vast’

Slavenjuk

Van haar vurige feministische betoog terug naar het geloof van vroeger. Ze gebruikt namelijk graag bijbelteksten om haar betoog kracht bij te zetten. “Ik vind sommige teksten erg mooi en gebruik ze – natuurlijk – in mijn voordeel. Zo verander ik de tekst ‘laat u geen slavenjuk opleggen’ graag in ‘laat u als vrouw geen slavenjuk opleggen’.”
Weet u ook wat er in Galaten 5 vóór het gedeelte over het slavenjuk staat?
“Nee, ik lees zeer selectief. Dat ben ik vergeten.”

Daar schrijft Paulus: ‘Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen’.
“Paulus had iets ingewikkelds met vrouwen. Hier gaat het blijkbaar over vrijheid, terwijl juist door hem zo enorm veel discussies en gedoe over de positie van de vrouw is ontstaan. Wel zou ik het enig vinden om hem te interviewen. Met zulke mensen heb ik wat uit te knokken en dan vliegen de vonken er vanaf. Je zou hem tegenwoordig een vrouwenhater kunnen noemen. En waarom? Omdat hij de vrouw op een voetstuk plaatste. Ze is zó geweldig en broos, maar daar hebben wij vrouwen niets aan. Wat moet je op zo’n voetstuk doen? Daar is het eenzaam en koud. Het gaat erom dat je mag meedoen.”

U kent ongetwijfeld de tekst ‘hebt uw vijanden lief’. Ziet u mannen als vijanden?
“Nee, nee hoor. Mijn vriendin Renate Dorrestein werkte vroeger bij Opzij en had toen in haar kantoor de tekst aan de wand hangen: ‘Ik houd van mannen, maar niet van hun plannen’. Met mannen als zodanig valt prima samen te leven, maar ik wil af van hun ideetjes om de vrouw nog langer buiten te sluiten. Verzetten ze zich daar tegen, ja, dan worden het vijanden.”

Een stereotiep beeld van feministische vrouwen is dat ze zelfverzekerd en dominant zijn. Klopt dat?
“Mocht dat beeld bestaan van ons, dan is dat wat mij betreft totaal onjuist. Ik ben juist een mens met veel onzekerheden en weet wat angst is. Binnenin mij kan het regelmatig lelijk stormen. Zo heb ik een lichte vorm van claustrofobie en ben ik vroeger lange tijd in therapie geweest. Maar bang ben ik niet, want dan zou ik nooit 25 jaar aan het roer van Opzij hebben gestaan. Dat houd je niet vol.”
Schaamte voor haar zwakheden kent ze niet. “Ik vind het zelfs een plicht van mensen om eerlijk en kwetsbaar te zijn. Dan ben je misschien een voorbeeld en een troost voor jonge mensen. Die moeten niet gaan denken: ‘Zo, zo, die mevrouw Dresselhuys is erg goed gebekt en weet vast heel goed hoe het allemaal moet’.”

U bent ex-gereformeerd, maar ook ex-gelovige?
“Ik ben niet zo rationeel dat ik alles uitsluit wat niet met het blote oog te zien is, maar ik ben zeker niet van het type new-age’ers. Veel feministen zoeken het tegenwoordig in het vage circuit om antwoorden te krijgen op levensvragen. Er komen rechtsgedraaide kaarsen in de kamer en ze volgen allerlei zweverige cursusjes. Daar heb ik dus niets mee en verwacht ik geen heil van.”

En het zoeken naar heil, hoe vult u dat in?
“Ik beperk me tot het hier en nu, door te vechten voor achtergestelde groepen en door vriendschappen uit te bouwen. Dat vind ik heilzaam. Wel merk ik dat ik minder zwart-wit ben gaan denken over mensen en het spirituele. Toch blijf ik allergisch voor mensen die beweren de enige waarheid in pacht te hebben. Hoezo, wij zijn beter?!”

‘Ook de typische vrouwen-apparaten raak ik niet aan’

Tijdens het gesprek met Cisca Dresselhuys komt er een heerlijke kooklucht de woonkamer in. Het komt uit het domein van haar partner, de keuken.
Wil hij met u kunnen samenwonen, dan scoort hij vast een tien op uw Feministische Meetlat?
“Ja, hij zal wel hoog eindigen, maar hij heeft ook alle tijd nu hij met de VUT is. Hij kookt, wast en doet verder alles in de huishouding. Ik heb zelfs geen idee hoe de oven of wasmachine werkt.
En waarom zou ik het dan allemaal leren? Mannen hebben wat met apparaten. Vrouwen niet. Ook de typische vrouwenapparaten raak ik niet aan, behalve het strijkijzer. O, ja en de afwasmachine, voor het geval mijn man eens weg is. Ik ga natuurlijk niet met de hand staan afwassen.

--:--