Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Minister Carola Schouten blikt terug op het afgelopen jaar

‘Op wat lukt ben ik niet trots, het is gewoon mijn baan’

Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, hoort mensen weleens zeggen dat je in de politiek geen vrienden kunt hebben. Nou, bij de ChristenUnie wel, zegt ze, nu het derde kabinet van Rutte op z’n eind loopt.

Deel:

Op zich gaat het goed, maar ik mis tijd,” verzucht Carola op de vraag naar haar welbevinden. “We hebben de stikstofcrisis, de nertsen, als vicepremier denk ik na over steunpakketten voor de economie, de voedselbanken moeten bevoorraad blijven – er moet nog zoveel gebeuren en ik wil nog zoveel. Uitgeput ben ik zeker niet, maar het is wel een hele klus. Dat is niet nieuw, als Kamerlid sta je ook in een arena waar de uitdagingen soms groot zijn. De stikstofcrisis is zo’n uitdaging. Er mogen tegenstellingen zijn, je kunt van mening verschillen, maar uiteindelijk hoop ik dat we samen verder komen en niet tegenover elkaar komen te staan. Ik zie in onze maatschappij de polarisatie groeien. Mensen voelen zich niet gehoord en begrepen, sommigen hebben zelfs baat bij die groeiende polarisatie. Als kabinet willen we die verschillen weer overbruggen. Dat is misschien wel dé uitdaging waar we nu als kabinet voor staan, ook op mijn beleidsterrein.”

Balans werk en privé 

“Als je bij een kleine fractie gaat werken, weet je vooraf al dat werk en privé niet in balans gaan zijn. Wat dat betreft heb ik een goede training gehad voor het ministerschap. Het is snoeihard werken, maar mijn zoon houdt gelukkig nog steeds van me. Het blijft lastig om tijd vrij te maken voor de mensen van wie je houdt, want onze baan is zo onvoorspelbaar. ’s Ochtends horen dat je ’s avonds laat een debat hebt. Hoeveel uren ik per week maak? Die tel ik niet, misschien tachtig? Momenteel ben ik veel weekenden in het Catshuis. Vóór corona at ik doordeweeks nauwelijks thuis, nu ben ik wat flexibeler omdat veel externe afspraken wegvallen.

Ik ontspan onder andere door te tuinieren. We zijn zoveel met ons hoofd bezig dat het soms lekker is om fysiek met je handen in de grond te wroeten. Kijk, de schrammen staan nog op m’n handen. Het heeft wel wat om fysiek te voelen dat je hebt gewerkt. Ook vind ik het fijn om familie en vrienden uitgebreid te spreken; mijn leven staat al zo bol van politiek, dan hoor ik juist graag wat hen bezighoudt. Wat dat betreft leven we toch echt in een bubbel.”

Carola Schouten: ‘Op wat lukt ben ik niet trots, het is gewoon mijn baan’ 

“Ik ga geen lijstje met politieke successen noemen. Ten eerste is dat niet aan mij, en daarnaast vind ik het lastig om resultaat aan succes te koppelen. Wel kan ik zeggen waar ik blij van word, bijvoorbeeld als ik tijdens een werkbezoek aan een zorgboerderij zie hoe gedreven en vol liefde het personeel omgaat met hun cliënten. Maar ik denk ook aan een boswachter van de Weerribben die zo gepassioneerd over dat gebied kon vertellen. Van zulke werkbezoeken kom ik altijd vrolijk thuis. In coronatijd zitten die werkbezoeken er vaak niet in, en dat is een nadeel; ik geloof echt dat je elkaar soms in de ogen moet kijken, ook als je het niet met elkaar eens bent. Ik probeer als minister te luisteren, te dienen en op bepaalde vlakken duidelijk te zijn. Dat lukt de ene keer beter dan de andere keer. Hoe die balans doorslaat, ga ik niet beoordelen.

Op wat er lukt, ben ik niet trots, het is gewoon mijn baan. Ik mag het land een tijdje dienen, in die periode geef ik het beste wat ik heb, en op een dag ben ik weer weg. Kijk: het land- en tuinbouwdossier gaat over grote processen die je in een jaar tijd niet zomaar verandert. Dat is een route met vallen en opstaan. Eentje die emoties oproept, en dat is begrijpelijk. Tegelijk moeten we een duurzame toekomst voor de landbouw te creëren, en daarmee voor de natuur. Door de stikstofaanpak zijn bezuinigingen op natuurbeleid uit vorige kabinetten min of meer ongedaan gemaakt; we hebben drie miljard vrijgespeeld voor de Nederlandse natuur. Zoiets gaat ons allemaal aan, zelfs de komende generaties, maar de uitwerking daarvan zien we pas over jaren. Het is een olietanker die je langzaam probeert te laten keren.”

Thuiskomen

“Er komt vast eens een moment dat ik op de bank zak en terugdenk aan wat er allemaal is gebeurd. Een nadeel van mijn vak is dat je daar tussentijds nauwelijks aan toekomt. Weet je: de politiek kan een ongelooflijk harde omgeving zijn, maar gelukkig heb ik een hele fijne partij om me heen staan. Dat klinkt wat klef, maar de onderlinge vriendschap sterkt me enorm. Elke donderdag hebben we BPO, het bewindspersonenoverleg, met mensen die ook dagelijks in deze arena staan. Een verademing. ‘Het wekelijkse thuiskomen’, noem ik het weleens. We eten altijd eerst samen, bidden en beginnen daarna met een rondje wel en wee. Men zegt dat je in de politiek geen vrienden kunt hebben. Nou, bij de ChristenUnie wel! We denken technisch met elkaar mee, maar staan ook om elkaar heen om elkaar indien nodig erdoorheen te trekken. Ik weet niet of ik dit werk zonder hen had kunnen doen.”

Ik wens dat we de hoop bij elkaar kunnen ontbranden

“Door corona weet ik nog niet hoe ik de komende Kerst ga doorbrengen. Ik hoop dat ik naar mijn moeder kan! Dat hoort er toch een beetje bij, net als een kerkdienst, maar ook dat is nog onzeker. Kerst zonder kerk, dat zou wat zijn… In ieder geval wens ik dat we de hoop bij elkaar kunnen doen ontbranden, en dat kan ook door er extra voor kwetsbare mensen te zijn. De actie #Nietalleen is wat dat betreft een goed voorbeeld; wellicht dat ik daar met Kerst aan kan bijdragen, zodat het feest van het licht niet in duisternis plaatsvindt.”

Lees ook: Anne Segers, dochter van Gert-Jan Segers over regelmatig verhuizen

Beeld: Anne Paul Roukema

Geschreven door

Wilfred Hermans

--:--